koele tint. S. Ampzing spreekt van een schilder Klaes van W., een zoon van Corn. van Wieringen, die in 1636 in Haarlem was en naar men meent 24 Oct. 1643 begraven werd. Anderen zeggen, dat dit betrekking heeft op den vader.
Schilderijen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, Rijksmuseum: Spaansche oorlogsschepen bij de Amerikaansche kust; Haarlem Sted. Museum: aankomst van Frederik V van de Palts te Vlissingen Mei 1613 (F.M. 31291 B), Inneming van Damiate (F.M.S. 153 A); Madrid, Zeeslag.
Teekeningen van zijn hand bevinden zich te Amsterdam, Rijks Prentenkabinet: rivierlandschap met molen, rotseiland met schepen (2 stuks); Haarlem, Mus. Teyler: Overtoomsche weg bij Amsterdam; Dresden, Prentenkabinet: rots met schepen; Rotterdam, Boymans: schepen.
Naar hem graveerden Cl. J. Visscher, H. Goltzius en R. de Baudous.
Zie: Ch. Blanc, Manuel de l'amateur d'estampes (Paris 1854-90) IV, 209; G. Hoet, Catalogus of naamlijst van schilderijen met derzelver prijzen (den Haag 1752); P. Terwesten, Catalogus of naamlijst van schilderijen met derzelver prijzen sedert 27 Aug. 1752-21 Nov. 1768 (den Haag 1770); A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 878; Amsterdamsch jaarboekje (1898), 70; C. Immerzeel, De levens en werken der holl. en vl. kunstschilders en schilderessen (Amsterdam 1843) II, 114, III, 232; C. Kramm, De levens en werken der holl. en vl. kunstschilders en schilderessen etc. (Amsterdam 1857-64) III, 876, VI, 1855; A. Houbraken, De groote schouburgh der nederl. konstschilders en schilderessen (Amsterdam 1718-29) II, 123; Hijmans, van Mander II, 216, 343; G.K. Nagler, Neues allgem. Künstlerlexikon (München 1835-52) XXI, 395; A.v.d. Willigen, Les artistes de Haarlem (Haarlem et la Haye 1870), 330, 352; C. Nagler, A. Andresen en C. Clausz., Die Monogrammisten (München 1871-79) I, 2421, II, 819, 838; E.W. Moes, Aant. Rijks Prentenkabinet, afd. schilderijen, afd. prenten; v.d. Kellen, Aant. Rijks Prentenkabinet; K. Woermann, Handz. alter Meister in Königl. Kupferstichkab. zu Dresden.
J.M. Blok