Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Cattenburch, Lodewijk Constantijn Rabo Copes van]

CATTENBURCH (Lodewijk Constantijn Rabo Copes van), geb. te 's Hertogenbosch 3 Sept. 1776, overl. te 's Gravenhage 13 Dec. 1842, was de zoon van Johan Carel van Cattenburch en Johanna Maria Slicher.

Hij werd in 1794 inspecteur bij de indirecte belastingen te Rotterdam. De agent voor Financiën Gogel verbond hem in 1798 aan zijn departement om behulpzaam te zijn bij het opstellen der belastingwetten naar het door hem gewenscht geacht stelsel. Nadat hij daaraan jaren gearbeid had, bijgestaan door Mr. T.C. de Bordes, werden deze wetten met ingang van 1 Jan. 1806 door den raadpensionaris Schimmelpenninck ingevoerd. In dat jaar werd van Cattenburch benoemd tot directeur der indirecte belastingen te Arnhem; hij slaagde bijzonder goed in de invoering van het nieuwe stelsel. Nog in hetzelfde jaar werd hij benoemd tot inspecteur-generaal van genoemd vak voor het geheele koninkrijk Holland.

Toen hier met ingang van 1 Jan. 1811 de fransche wetten op belastinggebied werden ingevoerd, wist hij bij den minister Maret, hertog van Gaëta, gedaan te krijgen, dat zij voor ons land eenigszins naar den nederlandschen aard gewijzigd werden. Op 22 Oct. 1811 werd hij benoemd tot inspecteur-generaal der directe belastingen voor de 7 hollandsche departementen, waaronder niet Zeeland, Brabant en Gelderland bezuiden de Waal, maar wel Oost-Friesland behoorde. Hij werd in Nov. 1813 als zoodanig gecontinueerd en zijn gebied strekte zich nu weder over Nederland uit. Het stelsel uit den tijd van Schimmelpenninck werd in den aanvang van 1814 hersteld. Na onze vereeniging met de Zuidelijke Nederlanden werd van Cattenburch te Brussel geplaatst ten einde de invoering van het nederlandsche belastingstelsel aldaar te dirigeeren. In Noord-Nederland teruggekomen, werd hij 10 Jan. 1816 benoemd tot referendaris 1e klasse aan het departement van Financiën.

Op 20 Nov. d.a.v. werd hij evenwel weder in zijn vroegere betrekking van inspecteur-generaal der indirecte belastingen hersteld, terwijl hij in Jan. 1821 tot administrateur der directe belastingen benoemd werd. In Juni 1821 werd hij benoemd tot staatsraad in buitengewonen dienst.

Toen in 1824 besloten werd, een eind te maken aan het stelsel van meerdere burgemeesters in elke stad, die bij afwisseling elk een jaar presideerden, waarvan te veel verschil in beheer het gevolg was, werd in bijna alle steden een der zittende burgemeesters de nieuwe titularis, terwijl de overigen wethouder werden. Men was van oordeel, dat geen der burgemeesters van de residentie aan de vereischten voor deze betrekking in die opbloeiende stad voldeed, en zoo viel de keuze op van Cattenburch, die bij koninklijk besluit van

[pagina 269]
[p. 269]

23 Febr. 1824 als zoodanig benoemd werd. Hij heeft dit ambt tot zijn overlijden, dat plotseling op het stadhuis voorviel, met eere bekleed en heeft voor de stad meer gedaan dan menig voorganger en opvolger. Hij heeft het plan geopperd om Scheveningen in het belang van den aanvoer van versch water door een kanaal met 's Gravenhage te verbinden; dit plan is onder den burgemeester Gevers Deynoot uitgevoerd. In 1828 is op zijn initiatief de stedelijke spaarkas opgericht. In 1827 werd hij lid der Nederlandsche maatschappij van letterkunde. Op 11 Febr. 1830 werd hij lid van de commissie voor het organiseeren der algemeene tentoonstelling te Brussel, die in den zomer van dat jaar met groot succes gehouden is. Op 1 Juni 1837 werd hij door den raad van 's Gravenhage tot lid der Provinciale Staten van Holland gekozen; in Nov. 1840 ging hij als zoodanig wegens de verdeeling dier provincie naar Zuid-Holland over.

Hij huwde in Nov. 1804 Anna Maria Reynera Gertrude van Mierop, geb. 23 Maart 1768, die hem overleefde. Het huwelijk was kinderloos.

Zijn portret is gelithografeerd door C.C.A. Last.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Lodewijk Constantijn Rabo Copes van Cattenburgh

  • Johan Christoffel Ramaer