[Croese, Gerard]
CROESE (Gerard), geb. te Amsterdam 26 April 1642, overl. te Oud-Alblas 9 Mei 1710. Hij studeerde te Amsterdam en te Leiden, reisde als scheepspredikant naar Smyrna, is op den terugweg bij een oponthoud te Norwich aldaar beroepen; doch hij nam in zijn vaderland een aanstelling als legerpredikant aan en werd 10 Juli 1678 predikant te Oud-Alblas, waar hij stierf.
Hij schreef: Verhaal van 't wonderlijke en seltsame leven ende mirakelen van de aldergelukkigste Rosse de Santa Maria, van de ordre der preekheeren, gebracht uyt Spanjen, getrouwelyck uyt die tale overgezet.... door Gerardus Croese (Amst. 1677); Historia Quakeriana, sive de vulgo dictis Quakeris, ab ortu illorum usque ad recens naium schisma, libri Ill.... (Amst. 1695; tweemaal herdr. 1696; engelsche vert. London 1696; ook in het Hoogduitsch). Dit boek ‘waarborgt hem een plaats onder de geleerden’ (Sepp). Sewel's De historie van de Quakers (1717) verdrong het later, ‘hoewel het ten gevolge van zijn apologetische strekking veel minder betrouwbaar is’ (Hylkema). Er tegen verscheen: Dilucidationes quaedam valde necessariae in Gerardi Croesi Historiam Quakerianam editae a Philalelhe (Amst. 1696)]. Voorts schreef hij OMHPOΣ EBPAIOΣ, sive Historia Hebraeorum ab Homero Hebraicis nominibus ac sententiis conscripta in Odyssea et Iliade I (Dordr. 1704), [een wonderlijk-speculatief boek]; Epistola ad clarissimum virum Joh. d'Outreinium, in qua explicantur inscriptiones quae in femoribus icunculae vetustae ex bibliotheca Wittiana depromtae conspiciuntur; De 1 Cor. XI:10 cogitationes. Genoemd wordt nog een: Discours adressé au Synode de Leerdam.
Hij was de zoon van Hendrik Hermansz Croese en Anna Reiniers en is 17 Juli 1681 getrouwd met Elisabeth de Cerff, uit Vlaanderen. Hendrik Croese (die volgt) is zijn zoon.