Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Heusch, Johannes Ludovicus Theodorus Antonius Liboire baron van Scherpenzeel]

HEUSCH (Johannes Ludovicus Theodorus Antonius Liboire baron van Scherpenzeel), geb. te Oosterholt (gemeente Valburg) 15 Nov. 1799, overl. te Vlodrop 14 Febr. 1872, was de zoon van Jean Louis Charles baron de Heusch en Ida Francisca Maria Catharina Barbara van Scherpenzeel. Hij werd opgeleid voor den landbouw en vestigde zich op het kasteel Baarloo onder Maasbree.

Hij was sedert 1839 zeer ontevreden, dat oostelijk Limburg bij Nederland bleef, en was vijandig aan het nederlandsche bestuur, vooral omdat het in dien tijd, tot 1848, veel minder vrijzinnig dan het belgische was. Hij verzette zich in Maart 1844 in een open brief heftig tegen de plannen der vrijwillige leening van minister van Hall (dl. VII, kol. 517). Hij meende in 1848, dat de beste wijze om Limburg belgisch te maken, was, dat het eerst een afzonderlijke staat als Luxemburg werd, en dit zou, meende hij, nu het in Duitschland overal gistte, mogelijk zijn als Limburg, dat (uitgezonderd Maastricht en Venlo) deel van den duitschen bond uitmaakte, te Frankfort aan den Main vertegenwoordigd was.

Heusch plaatste een programma in het Journal du Limbourg van 4 April 1848, waarin hij destelling uitsprak, dat Limburg niet tegelijk nederlandsch en duitsch kon zijn en dat het dus duitsch moest worden, vooral ook omdat het, als het nederlandsch bleef, nimmer zou kunnen profiteeren van de handelsvoordeelen van Nederland; eindelijk, dat het onrechtvaardig was, dat Limburg mede betaalde aan de rente der groote nederlandsche staatsschuld.

Hij ondervond veel sympathie in gehéél Limburg, vooral in dat deel, hetwelk vroeger duitsch geweest was, als Sittard, Heerlen en omstreken.

Het lid der Tweede Kamer Beerenbroek (dl. II, kol. 113) werd 28 April 1848 tot hertogelijk limburgsch commissaris van Nederland voor de duitsche bondszaken benoemd en de voorloopige duitsche regeering verdeelde Limburg in twee districten, Roermond en Valkenburg, die elk een lid naar het duitsche parlement zouden afvaardigen. Natuurlijk stemden Maastricht en Venlo niet mede. De verkiezingen geschiedden met algemeen stemrecht en met een trap. Op 16 Mei 1848 werd Heusch in beide districten gekozen. Hij opteerde voor Roermond. Op 27 d.a.v. werd Alexander Schoenmaeckers te Valkenburg in zijn plaats gekozen. Het parlement vergaderde te Frankfort en zij namen in het begin van Juni zitting.

Zij stelden daar voor, dat het parlement zou verklaren, dat Limburg duitsch en niet nederlandsch was. Dienovereenkomstig werd 19 Juli besloten, alleen wilde men zich niet over de verdeeling der staatsschuld tusschen Nederland en Duitschland uitlaten. De minister van Buitenlandsche Zaken, Lightenvelt, vertrok naar Maastricht om met den gouverneur van Meeuwen maatregelen tot het tegengaan der agitatie, die ook te Maastricht aanhangers had onder de leiding van den advocaat

[pagina 762]
[p. 762]

van Wintershoven, te treffen. Zij hebben op 31 Juli met Heusch onderhandeld op het aan den Koning behoorend kasteel Vaeshartelt bij Maastricht.

Onderwijl liet de Koning te Frankfort ernstig tegen de pogingen tot scheiding protesteeren. Daar niet alleen Oostenrijk en Pruisen, die in het parlement vertegenwoordigd waren, maar ook de drie andere groote mogendheden het verdrag van 1839, waarbij de tweeledige toestand ontstaan was, gesanctionneerd hadden, was men in het parlement bevreesd voor hun inmenging; daarmede liet 's Konings gezant von Scherff niet na, te dreigen. Op 20 Oct. 1848 interpelleerde het parlementslid Höfkes over de in Nederland tot stand gekomen grondwet, waarin Limburg als nederlandsche provincie genoemd werd. De minister van Buitenlandsche Zaken, von Schmerling, antwoordde 6 Nov., dat hij het besluit van het parlement van 19 Juli tweemaal aan de nederlandsche regeering had medegedeeld, maar dat hij geen antwoord ontvangen had. Heusch stelde 24 Nov. voor om dat besluit voor 1 Mei 1849 uit te voeren. Von Schmerling antwoordde, dat Nederland thans even liberaal als Duitschland was en dat het niet aanging, met dat land oorlog te voeren.

Intusschen hadden in Nederland en dus ook in Limburg de verkiezingen ingevolge de herziene grondwet plaats. Heusch werd 30 Nov. 1848 te Heerlen en bij herstemming ook 11 Dec. d.a.v. te Sittard tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij nam de benoeming voor Sittard aan, maar nam met het oog op zijn lidmaatschap van het frankfortsche parlement geen zitting.

Daar 1 Mei 1849 voorbijgegaan was zonder dat er in deze door de regeering of het parlement iets gedaan was, namen Heusch en Schoenmaeckers op 14 Mei d.a.v. als parlementslid ontslag. Heusch deed terzelfder tijd aan de nederlandsche Tweede Kamer eenige vragen, waaromtrent deze vergadering tot de orde van den dag overging. Dit gaf hem aanleiding, op 22 Mei ontslag als Kamerlid te nemen.

Nadat het frankfortsche parlement, dat de fout begaan had, geen leger te organiseeren, en dat wel veel sprak (men noemde het het professoren-parlement) maar weinig deed, zich nog naar Stuttgart verplaatst had, ging het in Sept. 1849 teniet en de schijnparlementen der verschiilende duitschte staten herleefden.

Voortaan heeft Heusch zich buiten de politiek gehouden.

Hij huwde 8 Sept. 1828 Maria Isabella Clout, geb. 15 Maart 1801, overl. 16 Sept. 1867, bij wie hij 2 dochters had.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over J.L. Th. A.L. van Scherpenseel Heusch

  • Johan Christoffel Ramaer