Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Middelnederlandsche dramatische poëzie (1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Middelnederlandsche dramatische poëzie
Afbeelding van De Middelnederlandsche dramatische poëzieToon afbeelding van titelpagina van De Middelnederlandsche dramatische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

XML (1.60 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

abel spel
klucht
tafelspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Middelnederlandsche dramatische poëzie

(1875)–Henri Ernest Moltzer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 285]
[p. 285]

Een tafelspeelken van twee personnagien om up der dry coninghen avond te spelen.

Ghewonelicke vruecht.
1[regelnummer]
Holla, ic hadde daer bijcans ghevallen!
 
Ic hoorde hier zo groote ghescallen,
 
Dus moester commen binnen ghestreken.
 
Comt inne, tes ghenouch ghekeken
5[regelnummer]
Ende groet den coninc, al zoet betaemt,
 
Sonder langhe dralen.
Alwarich Voortstel.
 
Ga naar voetnoot1)
 
Ic ben al te seer beschaemt:
 
Doettet ghije: ghij connet al te wel.
Ghewonelicke.
 
Ba, neen, ghij heet Alwarich Voortstel:
10[regelnummer]
Van u zo mueghen se seer zijn verhuecht.
Alwarich.
 
Neen, groetten ghij, ghij heet Ghewonelicke Vrueght:
 
Bij uwer duecht veel droufheyt vergaen es.
Ghewonelicke.
 
Ghewonelicke vruecht nu verre ghedaen es
 
Midts Pieter Diertijt, die nu voor handen es,
15[regelnummer]
Niet alleen hier maer in allen landen es:
 
Dit doet ghewonelicke vruecht verdrooghen,
 
Soot blijct voor ooghen.
[pagina 286]
[p. 286]
Alwarich.
 
Willic mij dan pooghenGa naar voetnoot1)
 
Te groeten den coninc van hooghen leven?
Ghewonelicke.
20[regelnummer]
Ja ghij, in trouwen.
Alwarich.
 
Godt moet u grueten, heer coninck verheven,
 
Ende oic tghezelschap groot ende cleene.
 
Wij comen hier, zeer licht te beene,
 
Tot uwer feesten reene, zo ghij muecht mercken,
25[regelnummer]
Om svreuchts verstercken.
Ghewonelicke.
 
Ons simpel ghewercken
 
Ghewillich ontsiet hier, coninc gentGa naar voetnoot2),
 
Wij sullen u gaen schijncken een present
 
Alzo ic meene.
Alwarich.
30[regelnummer]
Een present?
Ghewonelicke.
 
Ja.
Alwarich.
 
Ic en hebber gheene.
[pagina 287]
[p. 287]
Ghewonelicke.
 
Neen? Hoe stadij alzoo? Wat sijdij een slurfGa naar voetnoot1)!
 
En es daer niet in uwen curf?
35[regelnummer]
Ic meene jaet, bij ja bij neen.
Alwarich.
 
Ja, daer roteltGa naar voetnoot2) eenen pickelbeen
 
Ofte eenen steen, ic en weet niet watte.
Ghewonelicke.
 
Het es een present alzo ic schatte:
 
Waer pleighmen pickelbeenen te draghen
40[regelnummer]
Op sulcke daghen?
Alwarich.
 
Ja, wilt dan ghewaghen
 
Wat dat wij brijnghen up dit saeysoen.
Ghewonelicke.
 
Dat zal ic gaen doen
 
Ter eeren dezen coninc, die de croone draecht:
45[regelnummer]
Want wij brijnghen hem een suver maecht,
 
Die een conincghinne ooc es besevenGa naar voetnoot3),
 
Die willen wij hem tot een present gheven
 
Zonder snevenGa naar voetnoot4).
[pagina 288]
[p. 288]
Alwarich.
 
Heylaes, ic moeter om beven:
50[regelnummer]
Waer es u maecht, wat stadij en caltGa naar voetnoot1)?
Ghewonelicke.
 
Men salse hier varijncGa naar voetnoot2) sien.
Alwarich.
 
Hij goerGa naar voetnoot3), dat zult.
 
Wij sullen hier duer u clappen en talen
 
Eenen zac met scande behalen!
55[regelnummer]
Maer haddij gesweghen, ten ware gheen noot.
Ghewonelicke.
 
Noch zegghic, wij brijnghen een maecht mijnjootGa naar voetnoot4),
 
Rasch wilse halen met uwen curf of mande,
 
Ende gheefse den coninc; ten es gheen scande:
 
Hij zalder te blijder af zijn van zinne,
60[regelnummer]
Want hem wel dient een conincghinne,
 
Om zijnen tijt wat te vergeten.
Alwarich.
 
Helpt tantgapenGa naar voetnoot5), tes een mespele.
Ghewonelicke.
 
En wiltse niet eten,
 
Maar geifse den coninc onversaecht,
65[regelnummer]
Want dit es de zelve conincghinne en maecht,
 
Daer ic u van te voren af hebbe ghewaecht:
 
Nempse in dancke.
[pagina 289]
[p. 289]
Alwarich.
 
BedietGa naar voetnoot1) dees mespel op den coninc snel,
 
Of anders, al es u ghifte schoone,
70[regelnummer]
Si es niet weert een boone.
Ghewonelicke.
 
Ten eersten de croone,
 
Die met vijf tacken wert ghezien,
 
Die mach men up eenen coninc bezien
 
WanofGa naar voetnoot2) den eersten toe mach zijn ghezeyt
75[regelnummer]
In alle dijnghen rechtveerdicheyt;
 
Den anderen wijsheyt, die eenen coninc betaemt,
 
Of anders en es hij gheenen coninc ghenaemt;
 
Den derden goedertierentheyt, datGa naar voetnoot3) te zijne zaecht;
 
Den vierden voorsienicheit, den vijften maecht:
80[regelnummer]
Dat dient eenen coninc, zo ic begrijpe,
 
Ende dat de mespele es bruin en rijpe
 
Dat bediet, dat elc coninc ghepresen
 
Moet hebben een rijpe en manierlijcGa naar voetnoot4) wesen
 
Up zijn onderzaten tallen stonden.
Alwarich.
85[regelnummer]
Tes ontbonden.
Ghewonelicke.
 
Waert wel ghedaen!
Alwarich.
 
Dat doen de zonden.
Ghewonelicke.
 
Tes wel ontbonden.
Alwarich.
 
Al ons vermondenGa naar voetnoot5)
[pagina 290]
[p. 290]
90[regelnummer]
Int beste wilt slaenGa naar voetnoot1).
Alwarich.
 
Tes wel ontbonden.
Ghewonelicke.
 
Waert wel ghedaen.
Alwarich.
 
Oorlof, her coninc, wij willen gaen
 
Als nu te desenGa naar voetnoot2).
Ghewonelicke.
95[regelnummer]
Die hoogste coninc (dats Christus gheprezen)
 
Wilt u, her coninc, ende al te samen
 
In hemelrijcke croonen. Zeght alle Amen.
voetnoot1)
Alwarigh d.i. brooddronken, dartel, vroolijk: zie vs. 9:
 
Ba, neen, ghij heet Alwarigh Voortstel:
 
Van u zoo mueghen se seer zijn verhuecht.
Verg. Mnl. Wb. in voce aelwerich; Nnl. Wb. op aalwaardig; oudemans op aalwaerdigh, aelwarigh, aelwarrich, aelweerdich en aelwerich.
voetnoot1)
Pooghen: hem (zich) pooghen d.i. zijn best doen, zich inspannen: Heil. Sacr. vs. 141:
 
Jan.
 
Spoet u dan gheringe,
 
Opdat hi selve sie metten ooghen,
 
Hoet gheschiet es.
 
IIe Vrouwe.
 
Ick sals mij pooghen;
 
Mijn beenen en sal ick niet sparen.
voetnoot2)
Gent d.i. lief, ook edel, aanzienlijk: zie littré in voce, vooral ook voor de afleiding van iet woord contra diez. Ontsiet van ontsien voor aanzien: zie op Playerw. vs. 236.
voetnoot1)
Slurf d.i. Sloof, dauwel, onnoozel lam, oud. Wb. Bred. in voce, wellicht hetzelfde als sloef: kil.
voetnoot2)
Rotelt van rotelen d.i. geraas maken; movere aut quatere cum sonitu, crepitare: kil.
Pickelbeen d.i. zoowel enkel als koot (talus lusorius), bij 't koten of bikkelen (pickelen) of wellicht bij ‘steentje beentje’ gebruikelijk. Zie schotel Ohh. Huisg. bl. 63 vlgg.
voetnoot3)
Beseven van beseffen. ‘Bekend is voor eene koningin,’ vertaalt willems Belg. Mus. II bl. 104, terecht, meen ik; verg. oud. Bijdr. in voce bl. 549 no. 13, alwaar de plaats:
 
Maer Liederic van Lile lez Buc, Salvaerts zone,
 
Wat deerste Forestier van Vlaenderen beseven.
voetnoot4)
Sneven: zonder sneven d.i. zonder falen, wis en zeker. kil. haalt aan:
 
Den oppersten Mercurius, die eeuwelick leeft,
 
Ende alle consten gheeft zijn creaturen,
 
Die noyt in 't minste pointcken en heeft gesneeft.
voetnoot1)
Calt van callen d.i. praten. De zin is: ‘wat staje daar te leuteren?’
voetnoot2)
Varijnc d.i. terstond: clign. Bijdr. bl. 60.
voetnoot3)
Goer: ‘hij goer dat zult. Zoo staat er, doch waerschijnlijk moet men lezen: ei, goer, dat en zult. Goer of gorre is een oud versleten paerd; hier dus een spotnaem’: willems. Ik stel voor te lezen: bij gord of bij goy dan zalt d.i. lieve god, dat zal niet.
voetnoot4)
Mijnjoot d.i. lief, 't Fransche mignonne.
voetnoot5)
Tantgapen: ‘helpe tantgapen. Het eerste woord is eene uitroeping, verkort van God helpe mij; doch het tweede versta ik niet: misschien een scheldwoord (tandgaper?)’: aldus dezelfde: de basterdvloek is ook mij niet duidelijk; waarvan het woord tantgapen de misvormde vertegenwoordiger is, vat ik niet.
voetnoot1)
Bediet van bedien (bedieden) d.i. doelen op, slaan op en uitleggen (gelijk vs. 73, waar voor bezien stellig bedien moet staan), het Mhgd. bediuten: benecke in voce.
voetnoot2)
Wanof d.i. wanen of, hetzelfde als waerof, dat er wellicht staan moet.
voetnoot3)
Dat: lees dats voor dat is in den zin van dat wil zeggen, dat beteekent.
voetnoot4)
Manierlijc d.i. zedig; modestus: kil., zie ook plant.
voetnoot5)
Vermonden d.i. spreken, van waar vermonder d.i. spreker. Ferg. vs. 1134:
 
No en hore avonture fel
 
Vermonden in enich lant,
 
In vaerse proeven al te hant,
alwaar het origineel (ed. martin, 1872) heeft:
 
Ne jamais en tote ma vie
 
Norai d' aventure parler
 
U je ne me voisse esprover
 
Por vaselage et por proece.
voetnoot1)
Slaen: over de verschillende beteekenissen en betrekkingen, waarin dit w.w. voorkomt, zie L. Sp., M. Lp, Hild. Gloss. Int beste slaen is hier zooveel als zoo goed mogelijk opnemen, er de beste uitlegging aan geven; verg. de uitdrukking voor niet slaen d.i. voor niets achten: Brand. vs. 896:
 
Die sintmeer hebben verstolen
 
Willent al voer niet slaen:
Bloeml. Gloss. in voce slaen.
voetnoot2)
Als nu te desen d.i. nu ‘in verband met het expletieve gebruik van alse, als staat de uitdrukking Alse nu, Als nu nagenoeg gelijk met het enkele nu, evenals thans nog alsnu voor nu, alsdan, alstoen en alsnog voor dan, toen en nog gebezigd worden:’ Mnl. Wb. bl. 206.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Tafelspeelken van twee personagen om up der drij conijnghen avond te spelen