Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De amman van Antwerpen (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van De amman van Antwerpen
Afbeelding van De amman van AntwerpenToon afbeelding van titelpagina van De amman van Antwerpen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Edmond van Offel



Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De amman van Antwerpen

(1903)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

III.

Flories van Canticrode had een pas twintigjarige gemalin, die, te oordelen naar het erg gehavende portret, dat, in een zijkapel van de katedraal tot vóór een vijftigtal jaren naast het zijne hing en dan ook algemeen voor het hare werd gehouden, weinig minder dan een beeld van schoonheid was.

Haar zachte glansharen, maar even zichtbaar onder een engsluitend kapje van violet fluweel, vertoonden dat wonderbare helblond, met kleine glinstervonkjes in het licht... dat rijke, gouden blond van het rijpe reuzelkoren, als het des morgens, noch nat van de glinsterende pareldauw, zacht trilt en dodijnt onder de eerste kus van de zon.

[pagina 16]
[p. 16]

Teer was ze, tengerteer en slank, soepel als een pas ontloken lisbloem, met het kleine, fijne hoofdje lichtgebogen onder de dikke wrong van het haar, bijna te breed en te zwaar voor de tengere hals, waar de sleutelbeentjes zich maar even aftekenden onder de zachte, lenige huid.

Wat hém betreft, hém stelde het portret vóór als een grote, statige man van drie en veertig jaren, vertonend trouw genoeg in gelaat en gestalte al het kenmerkende van dat eigenaardig tiepe, dat men ook nu noch in vele Vlaamse steden aantreft, en waarin als 't ware al 't in 't oog springende van het Dietse met het wezenlike van 't Latijns-Ieberiese ras verenigd is. Hij zelf was immers van hoofdzakelik Vlaamse, van moeders zijde echter gedeltelik van Spaanse afkomst.

 

Zijn gestalte, heel edel, heel hoog onder het engaanliggend wams van gele zijde en de wijdvlottende mantel van purperfluweel,

[pagina 17]
[p. 17]

eindigend in twee losse, puntige mouwen met goudgalon, was voor een man te vol, - te breed vooral in de heupen, die zich boven het te wijde bekken rondden, bijna als de heupen van een vrouw.

Zijn handen, die hij, blijkbaar met zekere koketterie, de een op het gevest van zijn rapier, de andere rustend op de leuning van een stoel, tentoonspreidde, waren in volkomen harmonie met deze eerste biezonderheid...

Echte vrouwehanden, met kuiltjes op elk van de puntige en toch malse vingers, maar - vreemd genoeg, met korte, wrede duimen.

 

Zijn lichtgele ogen, die zeker zwart moesten lijken van verre onder de lange, lichtbruine wimpers, die ze grotendeels overschaduwden, lagen diep, melankolies diep en droevig vragend onder de zachte, brede ‘wymbrouwen,’ die in een streep doorliepen boven de volle, wat gebogen neus.

Zij stonden wel een weinig te ver van

[pagina 18]
[p. 18]

elkaar, zijn donkerdiepe passieogen, en zijn oren staken aan weerskanten te veel uit, als die van een roofdier bijna. Maar men zag dit nauwliks onder de lange bronsbruine lokken, die laag neerhingen, recht en zwaar over de kraag van sabelbont.

Het schone, ovaallange hoofd was opvallend klein en boven het nekbeen veel te plat voor de zware, forse nek, die onmiddellik overging in de mollige, brede, van boven enigsins gekromde schouders.

En zijn baard was ijl, dun en donzig zacht om de volle kersrode lippen.

Beide portretten, ongetwijfeld het werk van een van de beste konterfeiters uit Quintens tijd, werden eilaas door een brokanteur opgekocht en door deze voor een prijsje aan een Amerikaans verzamelaar overgedaan.

Dit nu zag men het gehele schilderij aan: dat gezicht moest, zó als het was, een eigenaardige bekoring hebben voor alle -, maar wel het meest voor enigsins nerveuze,

[pagina 19]
[p. 19]

blonde vrouwen; - die soort van betovering, welke, vooral in onze vochtige, lage landen, alle vrouwen voelen en de meeste ook wel ondergaan, wanneer het toeval haar in aanraking brengt met zulke gemengde, half Kreoolse, half Noordelike verschijningen; - een gedeeltelik cerebrale, gedeeltelik zinnelike bekoring, als die van een kat of van een slang voor het kleine, vlugge vogeldier.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken