Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Claribella (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Claribella
Afbeelding van ClaribellaToon afbeelding van titelpagina van Claribella

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Claribella

(1893)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]


illustratie

't Hi-ja van mijn ezelken

Seguidilla's

I.

 
Naast mijn ezel, wiens bellekens klonken,
 
daalde ik fluitend het bergpad af.
 
Vogeltjes piepten in heesters en stronken,
 
leutig stapte mijn ezel op draf.
 
 
 
Tusschen de bergen - tandarada!
 
werkte in den wijngaard het lieflijkste meisje... -
 
‘Ezelken, groeten wij 't meisje?’ - Hi-ja!
[pagina 82]
[p. 82]

II.

 
In 't schemergoud der middagzon,
 
den zonhoed op het hoofd,
 
stond zij, en perste in kuip en ton
 
het purperbloedend ooft.
 
 
 
Veel bijtjes snorden rond....
 
Zij wisten niet, waar 't lekkerst ooft was,
 
de druiven of haar mond.

III.

 
Door zooveel schoon bewogen,
 
stom, bleef ik staan.
 
De rechter boven haar oogen,
 
keek zij mij aan.
 
 
 
Zacht naderde ik....
 
Mij was 't, of heel de hemel
 
straalde uit haar blik.
[pagina 83]
[p. 83]

IV.

 
In koelende schaduw, op 't malsche kruid,
 
liet ik mijn ezelken grazen.
 
Luid bulkte het dier zijne blijheid uit....
 
Ik hoorde het kauwen en blazen!
 
 
 
‘Heisa! Bitter op lip en mond’,
 
dacht hij vast, daar hij distlen scheerde,
 
‘dát maakt immers het hart gezond!’

V.

 
Tot de plukster trad ik nu.
 
Hoflijk boog ik neer....,
 
stamelde zacht: ‘God vordere u....’,
 
mompelde ook iets van 't weêr!
 
 
 
Ach! Op mijne lippen lag
 
't zoetste woord, dat een mond ooit uitbracht... -
 
Kon ik, durfde ik? Ach!
[pagina 84]
[p. 84]

VI.

 
't Zweet droop van mijn voorhoofd neder,
 
hijgend joeg mijn borst.
 
‘Pablo,’ vroeg ze, en ach! hoe teeder
 
klonk dat, ‘hebs du dorst!’
 
 
 
Lachend bood zij mij
 
trossen, die bloedend van rijpheid, kerfden!
 
‘Laaf U,’ suisde zij....

VII.

 
En toen ik uit haar handen
 
éen trosje nam,
 
voelde ik haar vingers branden
 
gelijk een vlam.
 
 
 
Als goud zoo geel,
 
spoot mij het sap der bessen
 
in mond en keel.
[pagina 85]
[p. 85]

VIII.

 
Fluks lei ik om haar volle leden
 
den rechterarm, en sprak aldus:
 
‘Dat wordt een echte kermis, heden,
 
kruidt gij dat wijntje nu met een kus!’
 
 
 
Wat maakte mij op eens zoo driest? -
 
‘Hatsji!’ deed Grauwtjen, en lachend zeide ik:
 
‘Gij hoort het, kind, het is beniesd!’

IX.

 
‘En - wat beniesd is - móet geschiên,’
 
sprak stout ik voort.
 
‘Is dat geen wet van kristen liên?
 
Zoo dus - als 't hoort....’
 
 
 
Zij lachte noo,
 
streek met haar vinger langs haar neusjen
 
en zei: ‘Zoo! zoo!’
[pagina 86]
[p. 86]

X.

 
Boos hief zij 't vuistjen op:
 
‘Nu ga....!
 
Bij Satans horenkop.
 
Ik sla....!’
 
 
 
Ik sloot
 
snel, met een kus, haar rooden mond,
 
en - vlood.

XI.

 
Doch, eer nog Grauwtje, op mijn bevel,
 
weer verder trad,
 
had reeds de deerne, bliksemsnel,
 
mijn hals omvat.
 
 
 
‘Dáar,’ keef zij, ‘dáar!
 
Ik zal u leeren meisjes zoenen!’ -
 
Zij kuste maar....
[pagina 87]
[p. 87]

XII.

 
Naast mijn ezel, wiens bellekens klonken,
 
daalde ik al fluitend het bergpad af.
 
Vogeltjes piepten in boomen en stronken,
 
leutig stapte mijn ezeltje op draf.
 
 
 
Tusschen de bergen - tandarada! -
 
plukte maar, plukte steeds 't liefelijk meisje!
 
‘Ezeltje, huwen wij 't meisje?’ - Hi-ja!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken