Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Claribella
Toon afbeeldingen van Claribella

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,75 MB)

ebook (3,21 MB)

XML (0,18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Claribella

(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

VI.

 
Dát was de slaap, o mijn Elaine, die
 
U aan mijn liefde ontstal... Daar stond ik eenzaam,
 
verlaten als een wees... Want vruchtloos troostte
 
mij vader, kuste moeder oog en wang
 
weer droog, en vlocht mijn zusje bei heur armkens
 
met dringend zoete woorden rond mijn hals...
 
Hoe lang ik U betreurd heb, is me ontgaan. -
 
'k Weet ook niet meer, wat wilde jonkheidsstormen
 
mij naar het woest gewoel der wereldstad
 
voortzweepten, en de reine 'erinnering
 
aan U allengs verflauwen deên, tot ze eindlijk
[pagina 136]
[p. 136]
 
de trekken van uw beeld, dat in mijn ziel
 
nog nú te pralen staat, als op een outer
 
een Sant van 't fijnste goud, voor maand en jaar
 
verduisterden als met een nevelfloers...
 
 
 
En heden hoor ik, zie ik, heb 'k U weer...
 
In 't volle bloeien van uw schoonste schoon
 
komt Gij tot mij, geen kind, geen maagd ook meer,
 
tot vrouw ontwikkeld nu, en - o! aanbidlijk
 
als een godin, betoovrend als slechts Gij
 
alléen... En thans! Thans mocht ik, o mijn Lief,
 
al kostte 't ook mijn leven en mijn ziel,
 
de Schoone Slaapster in uw binnenst wekken,
 
mijn zuster in Elaine doen herleven,
 
U henen voeren, gansch het leven door,
 
naar Noord of Zuid, waar 't U maar lusten zou:
 
naar d' avondtrans of naar den morgenluister,
 
naar 't ijs der Pool of 't vuur des Evenaars,
 
steeds op mijn borst en op mijn kloeken arm,
 
uw leden hullend in mijn eigen kleed,
 
ik slechts in úw, Gij slechts in míjn hart levend,
 
en niets meer wenschend, niets meer wetend dan...
 
dat ik U liefheb, liefheb, en Gíj mij...


Vorige Volgende