Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1894)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

V.
Hansworst

 
Rínge-rínge-rínge-ringe-rínge-ringe-róm -
 
rinkelend schelt de belletrom.
 
Rínge-ringe-rínge-ringe-rínge-ringe-bons -
 
somber gonst het ketelbrons,
 
en vedel en fluit
 
schaatren het luid
 
hoog boven 't geluid
 
van de dansenden uit:
 
Memento, memento, gedenk de les:
 
memento quia pulvis es!
 
 
 
Loodrecht, in dikke lijnen
 
zwijmelt, met hoorbaar zuchten
 
door de windstille ochtendluchten,
 
de sneeuw over straat en pleinen.
 
 
 
Als hadden der engelen handjes
 
hun bedpeluw opengesneden,
 
vlokt en vlokt het beneden, beneden,
 
als gesterrende diamantjes.
 
 
 
O! Het sneeuwt...! En niet langer bij vlokken;
 
bij dwarlende, schomlende pákken
 
ziet men het vallen, zákken,
 
loom, zwáar, met grillige schokken.
 
 
 
En geen spoor van een voet, en geen stipje
 
dat die maagdlijke blankte bezoedel,
 
tot op éens, met uitdagend gedoedel,
 
Hansworst en zijn wijf, met een wipje
 
 
 
van achter den straathoek springen, -
 
hij, zwaaiend den klopper in 't ronde,
[pagina 67]
[p. 67]
 
zíj, latend haar lokken, de blonde,
 
uitwaaien als vlammende zwingen.
 
 
 
Sneeuw op sneeuw, wit op wit, met satijnen
 
mantel en hoed en sandalen,
 
doch met lippen, rood als koralen,
 
en met knoopen, die liefdappels schijnen,
 
 
 
nu houdend elkander omvangen,
 
loslatend dan plots, en als dwazen
 
ombuitelend, roezerazen
 
zij de guiligste dansgezangen...
 
 
 
Uitgelaten, ondanks den Vasten,
 
- want, Assche-Woensdag is 't heden -,
 
wiegewagend met slangige leden,
 
uitproestend als kermisgasten,
 
 
 
steken zij bloedroode tongen
 
uit tegen den straatlantaren;
 
of slaan, waar ze een ster nog ontwaren,
 
de ongelooflijkste bokkesprongen...
 
 
 
En het volle gelaat der mane,
 
dikke tronie, vol rossige sproeten,
 
lachelt goedig, als om hen te groeten,
 
van haar mistige hemelbane.
 
 
 
Rínge-ringe-rínge-ringe-rínge-ringe-róm -
 
rinkelend schelt de belletrom.
 
Rínge-ringe-rínge-ringe-rínge-ringe-bons -
 
somber gonst het ketelbrons,
 
en vedel en fluit
 
schaatren het luid
 
hoog boven 't geluid
 
van de dansenden uit:
 
Memento, memento, gedenk de les:
 
memento quia pulvis es!Ga naar eind(9)
eind(9)
Rínge-ringe-rínge-ringe-rínge-ringe-rôm.
De lezer gelieve de eerste lettergreep der onpare woorden telkens krachtig te beklemtonen. - Waaróm? Inhoud en rhythmus van het stukje zeggen het immers luid genoeg.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken