Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1894)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 156]
[p. 156]

XVII.
Stervende Bloemen

 
Ik heb hem lief, den stillen dood der bloemen,
 
wegwelkend traag, ô! niet op d'eigen stam,
 
liefst in wat karig water van een vaas
 
op 't Japansch tafelken in 't prachtsalon...
 
 
 
Hebt gij hem lief? -
 
Zie, in den tuin! - De rozen
 
- de witte gelen, en de roode tanen,
 
en treurig krullen hare blaadjes om,
 
en vallen af, weemoedig, éen voor éen,
 
en waaien henen - wijd - door zand en modder...
 
De lelies - zie! Wit, rood, gevlekt, weemoedig
 
hangen zij op haar stengel; slap, onmachtig
 
zich op te richten, hangen ze, afgemat,
 
zwaar naar den grond, verkleurd, besmeurd, verhakkeld,
 
tot straks, geheel ontbladerd, enkel nog
 
de stamper rest, zijn schaamle manlijkheid
 
- nutloos voortaan - reikend aan alle winden,
 
dat zij ze medeslcuren door het slijk!
 
 
 
Onschoon is zulk een dood, onschoon en wreed!
 
Niet éen dood sterven zij, de droeve bloemen,
 
maar duizend dooden. Stuk vóor stukje wordt
 
haar schoonheid weggemaaid; en snik vóor snik
 
waait heen de bloemenziel in bitterheid...
 
 
 
In fijngeslepen beker van kristal,
 
op 't Japansch guéridon van fijnsten laque,
 
waarop een vlucht van vlinders klapperwiekt,
 
omringd van rozen, staat een iriskelk.
[pagina 157]
[p. 157]
 
In 't mooie glas blijft nog een teugje water
 
- wat geel-groen water. Teug na teuge slurpten
 
de zoete bloemen 't lavend, frissche nat...
 
Het harterood der rozen werd tot bruin,
 
der iris vorstlijk mauve tot vaalwit,
 
- héel bleef de kroon en ongeschonden 't hart!
 
 
 
En rijker wordt de kleur: - gevlekt met goud
 
zijn nu de rozen, rooddoorwaterd de iris.
 
Subtiele geuren zweven, als een walm
 
van zaligheid, om haar, en - ín die geuren
 
ademt heel zacht, nog eer zij zelve 't weet,
 
de bloem haar ziel uit -
 
louter in genot.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken