Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1894)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 163]
[p. 163]

XXI.
Bij een Gentiane

 
De schoonste der gentianen vond ik,
 
eenzaam ontbloeid, heel diep in een woudravijn.
 
 
 
Hoe schoon zij door 't sparrengetakte
 
schemerde met haar blauwe, prachtige klokjes!
 
Hetzelfde woudpad langs
 
kom ik nu dag aan dag
 
gewandeld, en stijg naar omlaag in de diepte,
 
en staar de schoone bloeme diep in 't oog.
 
 
 
Schoone bloeme! Wat wiegt ge u toch
 
vóor mij, in de onberoerde lucht, zoo schuw,
 
zoo angstig? Is dan een menschenoog niet waard,
 
te blikken in een bloemenaanschijn?
 
Stoort de adem uit een menschenmond
 
den heiligen vrede Gods,
 
waarin gij ademt?
 
Ach! Steeds drukt schuld, drukt knagend schuldbewustzijn
 
der stervelingen borst, maar gij, o bloem, gij wiegt
 
in hemelsche levensonschuld
 
de wonderbare krone.
 
 
 
Blik echter niet al te verwijtend mij aan!
 
Zie - iets toch heb ik vooruit op u:
 
ik heb geleefd, ik heb gestreefd en geworsteld,
 
ik heb geweend, ik heb bemind en gehaat,
 
ik heb gehoopt, ik heb gesidderd...
 
De prikkel des kwaads, der verleiding heeft
 
in mijnen vleeze gewoeld.
 
Alle sidderingen des Levens en des Doods zijn
 
door mijn zinnen gegaan:
[pagina 164]
[p. 164]
 
met engelkoren heb ik gespeeld - ik heb
 
gestreden met Daemonen.
 
Gij rust - een droomend kind -
 
op den zoom van des Hoogsten mantel, - doch ik,
 
ik heb mij opgewerkt
 
tot Zijnen boezem;
 
ik heb getrokken aan Zijne sluiers,
 
ik heb Hem geroepen bij Zijnen naam;
 
opwaarts geklauterd
 
ben ik op een ladder van zuchten,
 
en ik heb Hem in het oor geroepen: ‘Erbarmen!’
 
 
 
O bloeme, heilig zijt gij,
 
zalig en rein.
 
Doch heiligt, wat hij treft, ook niet
 
de brandverwekkende bliksem?
 
O! Blik niet al te verwijtend mij aan,
 
gij kleine droomster:
 
ik heb geleefd, - geleden heb ik!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken