Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1894)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 196]
[p. 196]

IX.
Maanlicht

 
Weg zweeft de dag op wieken, vlammend rood
 
en wijd ontplooid. - In éen gegons van gouden
 
en roze torren treedt nu, loom als lood,
 
de zwoele zomeravond uit de wouden.
 
 
 
De zoete vogelkens, de pootjes in
 
den koelen nachtmist badend, kwinkeleeren
 
nog hier en daar hun eeuwig lied van min,
 
dauwpereltjes afschuddend van hun veeren.
 
 
 
Daar steekt, in 't Oost, zijn krommen zilverhoren
 
uit rozen nevelkring, het maantje thans,
 
spreidt over burgslot, walkanteel en toren
 
gelijk een sluier zijnen zilverglans,
 
 
 
wekt vlammenschijn in 't gotisch torenvenster,
 
zendt schimmen uit, als wachten, achter poort
 
en schans; wekt, in den koopren weerhaan genster
 
op genster; spookt en danst langs 't hofplein voort
 
 
 
tot in het park. - Dáar, op een sfinks van steen,
 
haar scherpe nagels in de klimplant hakend
 
die welig woekert om het monster heen,
 
treft hij drie blanke pauwen, half nog wakend...
 
 
 
En geen geluid, van ver of van nabij...
 
De pauwen zitten, als versteend, daar neder...
 
Als marmren pauwen, roerloos, zitten zij:
 
staalachtig glimt en vlamt hun witte veder.
 
 
[pagina 197]
[p. 197]
 
Doch, als de maan nu, langzaam voortgedreven
 
langs hooge azuren baan, haar kille klaart
 
vol neer laat stralen op de vogels, leven
 
zij plotsling op, loswaaîerend wiek en staart...
 
 
 
Traag schuiven zij de lange pennen open,
 
- een stil geruizel als van zijden stof...,
 
en fladderen weg, luidruischend, gansch bedropen
 
van zilverglans, ver, in den donkren hof.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken