Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lentesotternijen (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lentesotternijen
Afbeelding van LentesotternijenToon afbeelding van titelpagina van Lentesotternijen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lentesotternijen

(1881)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

5.
‘Een zaaier ging uit zaaien.’

 
Nog eer der zonne gloeiende kus
 
van berk en brank heeft dauw gedronken,
 
treedt moedig de stevige landman, flus
 
naar 't veld, in nevels nog verzonken.
 
Daar trekt, den eedlen kop omhoog,
 
de zwarte ruin de lange voren,
 
snuift blij den wind, en - vuur in 't oog,
 
laat, stapvoets, luid gehinnik hooren!
 
 
 
‘Jutho, mijn paerd!’ - de djakke knalt,
 
‘Jutho!’ ziet eens dat ploegmes blinken,
 
‘Jutho! mijn bles!’ - de djakke valt:
 
't geweldig ros trilt op zijn schinken
 
en snuift en stampvoet. ‘Juth! steeds los
 
vooruit!’ - 't Dier schudt zijn maan, de zwarte:
 
daar baadt de zonne het machtig ros
 
in goud, van uit de hooge verte.
 
 
 
‘Jutho!’ - En achter paerd en ploeg
 
fier treedt de zaaier: struische jongen;
 
borst bloot, - is de uchtend koud en vroeg,
 
en in die borst twee ijzeren longen!
 
En, stap op stap, daar spreidt zijn hand
 
mild, door de diepe, bruine voren
[pagina 11]
[p. 11]
 
het kostbaar zaad, de gouden plant:
 
het vruchtenbrengend voedzaam koren!
 
 
 
Dan - akker op en akker neer,
 
den noen door, tot in 't avondgloeien,
 
daar gaat hij, zaaiend, over en weer,
 
de korrels goud die straks gaan bloeien!
 
‘Rust zacht, mijn zaad. Gij, zonnegloed,
 
warm, week de harde, kille kluiten,
 
en gij, o Aerd, bebroei het goed,
 
en doet het hoog en welig spruiten!’
 
 
 
Doch eer hij 't doomend land verlaat
 
in d' avondglans, dan blijft hij stille
 
een pooze, en over 't kiemend zaad
 
aanroept hij Godes besten wille.
 
‘Goedheil, mijn werk! voorspoedige lucht
 
moog u, zweet van mijn aanschijn, hoeden!
 
Groei op, word brood: mijn eigen vrucht,
 
mijn' eigner liefde zoetst genucht,
 
mijn eerstgeboorne - zult gij voeden!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken