Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lentesotternijen (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lentesotternijen
Afbeelding van LentesotternijenToon afbeelding van titelpagina van Lentesotternijen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lentesotternijen

(1881)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

III.
Derde krans.
Intermezzo.

[pagina 87]
[p. 87]

Intermezzo.
1.

 
Nu heb ik van de lentgodin
 
een wonder liedje leeren zingen.
 
Al wie het hoort ontblaakt de zin
 
naar lustig minnen, dansen, springen.
 
Voorwaar, dat is een aardig lied!
 
Maar, of gij mij heel de aerde biedt,
 
mijn schat, en nog een kus daarbij!
 
- 'k Aanvaerd het niet!
 
Gij moogt mij vrij
 
verstooten, bedreigen, bezweeren!
 
Ik zal u mijn liedje niet leeren! -
 
Mijn lied, het is mijn zoetste vreugd....
 
O zoete lente, lachende jeugd.
 
 
 
Laatst, toen ik kwam aan den waterkant,
 
toen vond ik daar twee oude kwenen.
 
Zij droegen beide eene krukke in de hand,
 
en hinkten voort op kreuple beenen.
[pagina 88]
[p. 88]
 
‘Sa, lustig! Oudjes; ziet gij niet
 
hoe 't lover bot, het koren schiet?
 
Daar hoefde wel een dansje bij!’ -
 
Frisch op, mijn lied!...
 
Daar sprongen zij
 
door dik en dun, door beken en heiden,
 
betoovrend genoeg om den droes te verleiden!
 
 
 
Én toen ik kwam in 't groene bosch,
 
toen trof ik daar een grijzen Sater,
 
de horens krom, de vlechten ros,
 
den bokspoot badend in het water.
 
Woudfeeën strekten, rank ende slank,
 
naast hem op 't mos hun leden blank.
 
Ik dacht: ‘dat hier gezongen zij!
 
Frisch op, mijn lied!’
 
Op een, twee, drij,
 
langs hier, langs daar, rond berken en linden.
 
daar zwenkten zij allen, als jeugdige hinden.
 
 
 
Maar wat ik 't laatste heb ontmoet,
 
dat is voorwaar het best van allen.
 
Daar kwam de Dood, zoo rood als bloed,
 
en wou mij schielik overvallen.
 
Geduld! Daar dacht ik aan mijn lied
 
en zong!... Daar vlogen zeis en spriet
 
in 't gras; en Jonkver trad tot mij:
[pagina 89]
[p. 89]
 
‘En walst gij niet?’
 
Zoo vraagde zij?
 
En wip! daar nam ik haar lustig in de armen
 
en walste zoolang, tot ze kreet om erbarmen!
 
 
 
Het lied, het is mijn zoetste vreugd!
 
De fleur mijner lente, gansch mijn jeugd!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken