Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomervlammen (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomervlammen
Afbeelding van ZomervlammenToon afbeelding van titelpagina van Zomervlammen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (5.82 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomervlammen

(1922)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

XI

 
Ik zie u steeds, als ik van nacht u zag...
 
't Was maar een droom, mijn Lief, niets dan een droom.
 
En 'k droomde, dat ik in een weide lag
 
in 't luwe lommer van een appelboom.
 
En meidag was het, en een sneeuw van blank
 
gebloemte sneuwde rond en op mij neer.
 
Hoog van de hemel sprankelde gezang
 
van leeuwriken naar de aarde, heinde en veer.
 
En vóór mijn voet, doorschijnend spiegelblad,
 
louter azuur gelijk de hemel zelf,
 
lag, rimpelloos, het wijde vijverbad
 
en in zijn schoot het zonnediep gewelf.
 
En een misterie, onuitspreeklik zoet,
 
zweefde als een geur van verse rozen rond...
 
De lucht was één belofte! Zonnegloed
 
streelde als een kus mijn wangen en mijn mond.
 
Toen, alsof ál de glans van Lente viel
 
te samen in mijn hart, - gelijk een roos,
 
die meizon openzwachtelt, sloeg mijn ziel
 
haar vleugels uit. - Verlangen, eindeloos,
 
kwam over mij naar u, mijn Lief, naar u,
 
mijn Zonnelief, mijn lente- en zielezon.
 
En tot één zucht smolt dat verlangen nu:
 
‘O kom nu, kom! Zo 'k tans u kussen kon!’ -
 
En zie, o zie, de lucht nam vormen aan,
 
vorm kreeg ze en kleur... Ik zág het: vorm en kleur.
 
Als Adam Hevah eens, zag ik u staan,
 
als geur van rozen waaide uw lokkengeur...
 
En weder was het zesde scheppingsdag
 
en Eden was 't: daar rees de levensboom...
 
- O! 'k Zie u steeds, als ik van nacht u zag... -
[pagina 14]
[p. 14]
 
Waarom was 't maar een droom? Waarom een droom?
 
In reine naaktheid, rein als 't lentazuur
 
stondt gij vóór mij, met dijen breed en mals,
 
de borsten vol, toch jong, en smetloos puur
 
de mooigeronde buik en donze hals...
 
En naast mij knielend op het jonge gras,
 
sloegt gij uw armen om mijn hals,... en toen
 
sloot gij uw lippen op de mijn, en 't was
 
me als vlood mijn ziel daarheen in deze zoen...
 
En ik ontwaakte. Een grauwe regendag
 
schreide in mijn kamer als een groot verdriet...
 
Ik zie u steeds als ik van nacht u zag...
 
Een droom, 't was maar een droom... Ach, anders niet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken