Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomervlammen (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomervlammen
Afbeelding van ZomervlammenToon afbeelding van titelpagina van Zomervlammen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (5.82 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomervlammen

(1922)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

XVIII

 
Gelijk Tannhäuser in den Hörselberg
 
in Venus' arm, zo lig ik in uw armen,
 
en laat mij koestren, willoos, door uw warmen
 
verliefden adem, die tot in het merg
 
van mijn gebeente brandt, en in de vaten
 
van 't fris ver-jongde hart het rode bloed
 
met machtiger slagen draven, steigren doet,
 
- een jong en vurig hit, dat door de straten
 
vooruitholt, ongetemd, ontembaar....
 
Zie, uw haar,
 
uw goudgeglansde kroeshaar -, als een regen
 
van donkre stralen valt het allerwegen
 
om -, over mij....; uw donzig armenpaar,
 
gelijk een band van leliewitte bloemen,
 
houdt mij omsloten, en ik hoor uw mond
 
met zoet gevlei mij ‘Zanger, Ridder’ noemen,
 
verzaad van kussen, en toch immer weer,
 
toch immer weer gereed tot kussen geven
 
en kussen plukken....
 
Van heel 't bonte leven
 
ginds, buiten deze grot, dringt niets, niets meer,
 
geen stem van man of vrouw, geen vogelzangen,
 
geen klokgelui tot ons. Uw kus, úw woord
 
is alles, alles wat mijn oor nog hoort,
 
en niets meer weet ik, niets dat mijn verlangen
 
zou kúnnen wekken, niets, - dan gij alleen,
 
gij, en uw kussen, die als vlammen branden....
 
Ginds ligt mijn luit, ontglipt, lang, aan mijn handen,
 
toen 'k pas de grot betrad.... Daarnaast, met steen
 
en gruis bedekt, mijn zwaard, met stompe snede.
[pagina 26]
[p. 26]
 
Doch bloemen, bloemen bloeien rond ons: blank
 
gelijk uw vlees, de lelies; dan, aan rank
 
bij rank opslingrend, hoog, als hete liefdebeden,
 
de rozen, als ons kussen rood....
 
En goud
 
is boven ons de lucht. Avond noch morgen
 
kennen wij meer... Geen plicht meer, arbeid, zorgen...
 
Niets, niets bestaat, dan - die me in de armen houdt,
 
mijn schone Duivelin, Vrouw Venuzinne!
 
Geen vrienden, magen, volk noch vaderland....
 
Niets dan uw stem, uw mond, uw zachte hand
 
en 't wonderzoet misterie van de Minne.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken