Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomervlammen (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomervlammen
Afbeelding van ZomervlammenToon afbeelding van titelpagina van Zomervlammen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (5.82 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomervlammen

(1922)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

III

Rammentati
Een Dag van Mei

 
Gelijk een plas gesmolten zilver lag de vijver
 
in lome middagsluimer vóor ons. Langs zijn boord
 
- ginds, langs de veldkant, in het volle licht der zon,
 
hier, aan de boszij, onder groen verwulf van takken,
 
liep, voor twee voeten nauwliks breed genoeg, het pad,
 
bezaaid, als was 't met duizend ogen, met de vonken,
 
die nederdropen door het dikke dak van loof,
 
een heldre regenval van louter gulden glorie.
 
Een ruwe houten bank stond op den vijverrand,
 
half overgroeid door eiloof en door wingerdgroen.
 
Daarover boog een lindeboom zijn brede kruin,
 
en ongetelde bijen gonsden er van wellust
 
om heel de schat van bloemen, die hem bukken deed.
 
 
 
En ver in 't waterlis, nu links van ons, dan rechts weer,
 
sjirpte de rietmus luid haar spottend ‘'k zit in 't riet’;
 
hoog in de beukentoppen snapte een spottende ekster
 
en in de lage struiken zong de merulaar
 
in volle, diepe klanken zijn verruklik lied!
 
 
 
Hoort gij dat lied nog? Ik... ik hoor het... immer...
 
Vaag enkel hoor ik het, half sluimrend, wakend half
 
op uwe zachte borst... Ik hoor het immer,
 
en om uw middel spant nog steeds mijn arm,
 
onder mijn kussen gloeit nog steeds uw wang,
 
op beî mijn lippen trilt weerom uw zoen,
[pagina 117]
[p. 117]
 
en vlak vóor ons loopt immer 't zelfde wegje,
 
bezaaid, als was 't met duizend ogen, met de vonken,
 
die nederdruipen door het dichte dak van loof:
 
een heldre regenval van louter gulden glorie.
 
 
 
Sluit even de ogen! O! Ik bid u: sluit éen stond
 
uw diep-bruine ogen, vochtig van herinnering...
 
Ziet gij het ook, diep uit uw hart, u tegenstralen,
 
dat enig lapje grond zo klein, zo stil, zo heimlik,
 
van God vergeten en de mensen, en toch mooi
 
genoeg, om, voor één uur, aan kranke mensenzielen
 
te ontsluieren al 't genot van de eerste Scheppingsdag.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken