Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsche spraekkunst (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsche spraekkunst
Afbeelding van Nederduitsche spraekkunstToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsche spraekkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A.M. Schaars



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsche spraekkunst

(1988)–Arnold Moonen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het XIX. Kapittel.

ZOmmige deezer Zelfstandige en Byvoeglyke Naemwoorden, die met de Oirsprongkelyke of Stamwoorden hunnen Naemvallen en Buigingen onderworpen zyn, gelyk voorhene gezien is, zyn ook hunne Afleidinge onderhevigh, te weeten, de Afkomstige.

De Afleiding toont aen, hoe en op wat wyze de Afkomstige Naemwoorden van hunne Oirsprongkelyke of Stamwoorden uitspruiten, en rechtmatigh afgeleidt konnen worden.

[pagina 118]
[p. 118]

De Afleiding geschiedt door het hechten van zekere Aenhangselen, die ten meesten deele in zich zelven niet betekenen, aen het einde der Oirsprongkelyke Naemwoorden.

De Aenhangsels, die alle tweeëndertigh in het getal zyn, bestaen, alleen twee uitgezondert, uit eene enkele lettergreep, en luiden dus: ACHTIGH, AER, BAER, DE, DOM, EN, ER, ES, HAFT, HAFTIGH, HEIT, IER, IGH, IN, ING, ISCH, JE, KEN, LING, LOOS, LYK, NIS, SCH, SCHAP, SCHE, SEL, ST, T, TE, TJE, Y, ZAEM.

Wanneer een deezer Aanhangselen by een Naemwoort gevonden wordt, kan men onfaelbaer besluiten, dat dit een Afgeleidt Naemwoort zy, dat door het wechwerpen van zyn Aanhangsel tot zyne Oirsprongkelyke letteren of Stamnaemwoort weder gebraght kan worden; als in, Vruchtbaer, ydelheit, duisternis, manschap, diepte, ruitery, eenzaem; die na het verwerpen der Aenhangselen, Baer, heit, nis, schap, te, y, zaem blyven Vrucht, ydel, duister, man, diep, ruiter, een.

Zommige van deeze Afgeleide Naemwoorden zyn Byvoeglyk, zommige Zelfstandigh.

De Byvoeglyke gaen uit in de Aenhangselen Achtigh, baer, en, haft, haftigh, igh, isch, loos, lyk, sch, zaem; als Steenachtigh, dienstbaer, koperen, manhaft, zeeghaftigh, veenigh, afgodisch, vredeloos, heerlyk, hemelsch, eerzaem. In Ling gaen uit Ouderling, zonderling.

De Zelfstandige eindigen in de Aenhangselen Aer, de, dom, er, es, heit, in, ing, je, ken, ling, nis, schap, sche, sel, st, t, te, tje, y; als, Zondaer,

[pagina 119]
[p. 119]

liefde, rykdom, roeper, voogdes, wysheit, poortier, vorstin, meening, popje, manneken, huurling, vuilnis, weetenschap, meestersche, doopsel, dienst, dragt, diepte, starretje, voogdy.

De Afgeleidde Zelfstandige Naemwoorden zyn Vierderlei slagh; als Volknaemwoorden, Verkleennaemwoorden, Afgenoemde, en Werknaemwoorden.

De Volknaemwoorden beduiden 1. een huisgezin, 2. een vaderlant, en 3. eenigh volck; als, Madian- ner, Ismaëller, Nassauwer, Oranjer; Korinther, Rotterdammer, Enkhuizer, Londenaer; Batavier, Syrier, Hollander, Duitscher.

De Verkleennaemwoorden verminderen de betekenis der Oirsprongkelyke Naemwoorden door aenneeming van je met of zonder eene voorgaende t, en van ken met of zonder voorgaende s; als in, Knaepje, schaepje, straetje, steegje, hoekje, huisje, steentje, boomtje, beddetje, manneken, mondeken, hondeken, doeksken, boeksken, broeksken, jongsken, afgeleidt van Knaep, schaep, straet, steeg, hoek, huis, steen, boom, bed, man, mont, hont, doek, boek, broek, jong.

Waer in aen te merken staet, dat in de Verklaeringe der Naemwoorden, die in het Meervouwige Getal achter eenen enkelen Klinker den Medeklinker, L, M, N, R verdubbelen, of in het Eenvouwige Getal achter de Klinkers twee Medeklinkers hebben, voor tje of ken noch eene e gebruikt wordt; als in Balletje, lammetje, pennetje, starretje, handeken, beeldeken, paerdeken, maegdeken. Dit volgt ook hoedeken afgeleidt van hoet; gelyk de voorgaende van Bal, lam, pen, star, hant, beelt, paert, maegt.

Afgenoemde Naemwoorden, die noch Volk- noch

[pagina 120]
[p. 120]

Verkleennaemwoorden zyn, worden van de Oirsprongkelyke Naemwoorden afgeleidt door verandering van zommige letteren, of door aenneeming der Aenhangselen, en eindigen in Aer, de, dom, es, heit, ier, in, ling, nis, sche, ster, te, y; als Zondaer, liefde, rykdom, prinses, waerheit, tuinier, vorstin, jongeling, vuilnis, dienersche, vryster, hoogte, voogdy; alle afkomstigh van Zonde, lief, ryk, prins, waer, tuin, vorst, jong, vuil, diener, vryer, hoog, voogt.

De Werknaemwoorden spruiten uit Werkwoorden, en verschillen hier in van de voorgaende Afgeleidde, dat die tot hunnen oirsprong de Naemwoorden, deeze de Werkwoorden hebben; en deeze gaen uit in ER, ING, NIS, SEL, ST, en in zoo veele uitgangen, als de Wortelwoorden hebben, van welke door het voortzetten van de lettergreep GE, het Merkteken des Verleedenen Tyts in Werkwoordenen Deelwoorden ook eenige Werknaemwoorden gevormt worden; als in Leezer, leezing, gelees, van lees, roeper, roeping, geroep, van roep, kennis, schennis, van ken, schen, schraepsel, voedsel, van schraep, voed, dienst, gunst, van dien, gun.

Behalve deeze Afgeleide Naemwoorden, die door de Onscheidbaere Aenhangsels van de Naemwoordenen Werkwoorden gemaekt worden, zyn 'er noch andere, die van Deelwoorden, Bywoorden en Voorwoorden afspruiten, en daerom Deelwoordige, Bywoordige en Voorwoordige genoemt kunnen worden.

Deelwoordige Naemwoorden zyn, die, Deelwoorden in den aenvang, tot de betekenis van By-

[pagina 121]
[p. 121]

voeglyke Naemwoorden overgaen; als Geleert, gelieft, gepreezen.

Bywoordige Naemwoorden zyn, die van de Bywoorden worden afgeleidt; als Zeldzaem, huidigh, van zelden, huiden, anders heden uitgesprooken.

Voorwoordige Naemwoorden zyn, die van de Voorwoorden hunnen oirsprong trekken; als Voorigh, nederigh, overigh, onderling, zonderling, van voor, neder, over, onder, zonder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken