Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
Afbeelding van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theaterToon afbeelding van titelpagina van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.51 MB)

Scans (30.23 MB)

ebook (12.53 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Iphigeneia,

dochter van Agamemnon en Klytaimnestra; zuster van Elektra en Orestes. Als Agamemnon de Griekse vloot met bestemming Troje heeft verzameld bij Aulis, wordt die door een hardnekkige windstilte afgehouden van vertrek. De waarzegger Kalchas geeft als verklaring dat Artemis verbolgen is, omdat Agamemnon haar in zijn offers heeft verwaarloosd of op andere wijze heeft gekwetst. De godin vergt van Agamemnon het offer van zijn dochter Iphigeneia.

Agamemnon lokt, na veel aarzelingen en onder druk van het leger, zijn dochter naar

[pagina 162]
[p. 162]

Aulis onder het voorwendsel dat zij de vrouw van Achilleus zal worden. Volgens een onder meer door Aischylos in zijn Agamemnon verwoorde versie komt Iphigeneia ook werkelijk door slachtoffering op het altaar aan haar einde. In Euripides' Iphigeneia in Aulis vervangt Artemis haar op het laatste moment door een hert en wordt Iphigeneia weggevoerd naar Taurië. Achilleus verschijnt ten tonele als iemand die vooral beledigd is, omdat zijn naam is misbruikt als huwelijkskandidaat om Klytaimnestra en Iphigeneia naar Aulis te lokken.

In Taurië, waar Thoas de scepter zwaait, wordt zij priesteres in een tempel, gewijd aan Artemis. Alle vreemdelingen die het land betreden, worden geofferd voor het daar opgestelde houten beeld van de godin. Vele jaren later arriveert haar broer Orestes met zijn neef en vriend Pylades in Taurië. Hij is na de moord op zijn moeder Klytaimnestra met waanzin geslagen en moet als boetedoening het houten beeld uit Taurië halen. Zoals alle vreemdelingen wordt ook hij, samen met zijn metgezel Pylades, gevangen genomen en voor Iphigeneia bij de tempel gevoerd om te worden geofferd. Iphigeneia en Orestes herkennen elkaar en ze weten met medeneming van het houten beeld samen te ontsnappen.

Bij Euripides eindigt het leven van Iphigeneia in Brauron in Attika, waar zij een belangrijk Artemis-heiligdom sticht. De tragedie beschrijft dus de mythische voorgeschiedenis van deze cultusplaats. Hyginus vermeldt op basis van een verloren gegane tragedie van Sophokles latere lotgevallen van Iphigeneia te Delphi. Elektra heeft te horen gekregen dat haar broer Orestes in Taurië om het leven is gebracht, gaat in Delphi raad vragen aan het orakel en ontmoet er een vrouw, de door haar niet herkende Iphigeneia, die aan de dood van Orestes schuldig zou zijn. Als ze op het punt staat deze vrouw te doden, komt Orestes tussenbeide en herkennen de zusters elkaar.

De gebeurtenissen in Aulis en Taurië zijn door Euripides behandeld in Iphigeneia in Aulis en Iphigeneia bij de Taurirs. In het eerste stuk toont zij, een meisje nog, zich een dapper slachtoffer van de manipulaties en belangenafwegingen. In de tweede tragedie is Iphigeneia de rijpe, bedachtzame hoofdpersoon en houdt zij beschouwingen over de perfiditeit van de Grieken, het lijden, de positie van de vrouw, de godsdienst en de familiebanden.

De antieke voorstellingen zijn gebaseerd op de tragici en beelden de hoofdmomenten uit: het offer in Aulis en de herkenning van broer en zus in Taurië. Een beeldengroep in Kopenhagen, 2e eeuw v.C., toont Artemis die Iphigeneia optilt van het altaar. De episode in Taurië is vaak uitgebeeld op vazen, Etruskische askisten en op Romeinse sarkofagen en wandschilderingen. Orestes en Pylades zijn dan met geboeide handen voorgesteld, terwijl Iphigeneia soms het cultusbeeld van Artemis in haar handen houdt. In het heiligdom van Brauron zijn wijreliëfs met Iphigeneia en beelden van haar priesteressen (de zogenaamde arktoi, berinnen) gevonden uit de 5e eeuw v.C. en later.

Vertalingen en bewerkingen van de drama's van Euripides zijn er vanaf de 16e eeuw: een vertaling door Erasmus in het Latijn 1506, een bewerking door Dolce ca. 1545, een vertaling door Vondel in het Nederlands 1666; bewerkingen door Rotrou 1640 en Coster 1617 (een ‘sleutelstuk’ van anti-klerikale strekking, dat betrekking heeft op de strijd tussen calvinisten en vrijzinnigen). Bij Rotrou is Iphigeneia een offerbereide heldin. In de tragedie van Racine 1674 wordt het Aulis-verhaal vooral een liefdesgeschiedenis tussen Achilleus en het meisje. Belangrijke Duitse werken zijn er van F. Schlegel 1737 en Goethe 1787. In diens Iphigenie auf Tauris is Iphigeneia een edele gestalte die haar vrijheid herkrijgt, niet door Thoas om de tuin te leiden maar door hem de waarheid te vertellen.

In onze eeuw neemt Hauptmann een Aulis-bewerking op in zijn Atriden-tetralogie (voor het eerst compleet opgevoerd in 1947,

[pagina 163]
[p. 163]


illustratie
Iphigeneia wordt geofferd op het strand van Aulis, 1e eeuw n.C., wandschildering, 118 × 100 cm, uit het Huis van de tragedieschrijver te Pompeii, naar een werk van Timanthes (4e eeuw v.C.). Museo Nazionale, Napels. Odysseus en een helper slepen het meisje aan onder toezicht van de ziener Kalchas. Links staat de treurende Agamemnon bij het beeld van de godin Artemis, terwijl deze rechtsboven als Selene verschijnt. Linksboven wordt Iphigeneia op een hert weggevoerd.


[pagina 164]
[p. 164]

een jaar na zijn dood), waarin hij ook de episode in Delphi behandelt. Beide stukken, zoals ook de twee overige in de tetralogie (Agamemnons Tod en Elektra), staan in het teken van de onkenbaarheid van en de onmacht tegenover het lot. In Nederland is er een bewerking van Euripides' Taurië-tragedie van Nijhoff met muziek van Badings 1951.

In de Engelse en Duitse literatuur van de 19e en 20e eeuw is er enige belangstelling voor de lotgevallen van Iphigeneia in Delphi, nadat al Goethe in 1786 aan een, onvoltooid gebleven, toneelstuk had gewerkt: tragedies van o.m. Halm 1856 en Garnett 1890. Zoals gezegd is deze episode onderdeel van de tetralogie van Hauptmann.

In de opera-geschiedenis spelen de gebeurtenissen in Aulis en in Taurië een prominente rol vanaf de eerste helft van de 18e eeuw. Zo werd een libretto over Iphigeneia in Aulis van Zeno op muziek gezet door Caldara 1718 en Porta 1738, een libretto over Iphigeneia in Taurië van Duché & Danchet door Desmarest & Campra 1704. Enige werken die van belang zijn in de vernieuwing van de opera in de tweede helft van de 18e eeuw, handelen over Iphigeneia. Dat geldt al enigszins voor de Taurië-opera van Jommelli/Verazi 1771, maar vooral voor twee van de drie ophefmakende ‘Reform-Opern’ van Gluck: 1774 (een Aulis-libretto van Le Blanc du Roullet) en 1779 (een Taurië-libretto van Guillard), in de ‘opera-oorlog’ beantwoord door Piccinni/Congé Dubreuil 1781. In veel van deze neoclassicistische opera's - te noemen is ook nog de Aulis-opera van Cherubini/Moretti 1782 - wordt teruggegrepen op Euripides. Voor zover het gaat om het Taurië-verhaal dient als ‘tussentekst’ soms het neoclassicistische toneelstuk van La Touche 1757, bij het Aulis-verhaal is de schakel veelal de genoemde tragedie van Racine.

In de beeldende kunst van de 17e en met name de 18e eeuw treedt Iphigeneia regelmatig naar voren. G.B. Tiepolo maakte twee frescocycli met haar lotgevallen: 1736 in het Palazzo Cornaro di San Maurizio in Merlengo, 1757 in de Villa Valmarana in Vicenza. Vooral het offer in Aulis is een veel geschilderd thema: bijv. Bramer ca. 1625-30 (Prinsenhof te Delft), Steen 1671 (Rijksmuseum Amsterdam), Jouvenet ca. 1683, C.-A. Coypel 1737, herhaaldelijk Pittoni tussen 1730 en 1740, Maulbertsch ca. 1750, Carlo van Loo 1757 en G.D. Tiepolo ca. 1760. Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit een tapijtserie ca. 1651, mogelijk naar een ontwerp van Salomon de Bray, dat het Taurië-verhaal uitbeeldt. Lastman 1614 (Rijksmuseum Amsterdam) en West 1766 schilderen Orestes en Pylades als gevangenen voor Thoas en Iphigeneia. Tischbein schilderde Iphigeneia en Orestes in 1788, toen Goethe hem zijn tragedie voorlas. Een doek van David 1819 is een van de weinige uitbeeldingen van de woede van Achilleus als deze verneemt welk lot Iphigeneia is toegedacht. Feuerbach 1862 en 1871 stelt Iphigeneia als priesteres in Taurië voor, weemoedig over de zee starend.

Dowley 1968; Fazio 1932.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken