Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
Afbeelding van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theaterToon afbeelding van titelpagina van Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.51 MB)

Scans (30.23 MB)

ebook (12.53 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Moiren

(Lat. parcae of fata). Het woord moira betekent ‘deel’ en duidt op het de mens toekomende aandeel in het geluk. Homeros spreekt van één Moira: personificatie van een ook door de Olympische goden niet te beïnvloeden lotsbestemming en levensduur die ieder mens vanaf de geboorte krijgt toebedeeld. Bij Hesiodos vindt men voor het eerst drie Moiren. Hij voert hen op de ene plaats op als dochters van de Nacht, elders als dochters van Zeus en Themis. Gaandeweg worden deze drie ‘schikgodinnen’, verwanten van de Erinyen en van de godin van de zwangerschap en bevalling Eileithyia, steeds meer verbonden met het beeld van de levensdraad - een associatie die overigens ook al bij Homeros is te vinden. Klotho is aanwezig bij de geboorte en houdt het spinrokken vast; Lachesis spint de draad van onze lotgevallen; de ‘onafwendbare’ Atropos knipt of snijdt de draad door.

De Romeinen kenden aanvankelijk één Parca, godin van de geboorte. Uit deze gestalte ontwikkelden zich naar analogie van de Griekse Moiren drie zusters, de Parcae, ook wel de Tria Fata genoemd, die dezelfde namen droegen als hun Griekse zusters.

 

In de Griekse beeldende kunst treft men hen hoogst zelden aan. Op Romeinse sarkofagen treden ze soms op bij een geboorte of bij de schepping door Prometheus van de eerste mens uit klei. In grafschilderingen in Ostia (2e-3e eeuw n.C.) zijn ze samen of alleen met hun attributen aanwezig.

Na enkele keren te zijn voorgesteld in de literatuur en beeldende kunst van de middeleeuwen worden ze in de nieuwe tijd meestal afgebeeld als vreeswekkende gestalten, bijvoorbeeld door Il Sodoma ca. 1530, Eckersberg 1808, in de reeks ‘zwarte schilderijen’ van Goya 1820-23 (Prado Madrid) en door Moreau 1890 (Parca met de Engel des doods). Baldung Grien laat in een houtsnede 1513 de

[pagina 196]
[p. 196]

drie gestalten zelf de tekenen dragen van de bloei en het verval van het vlees: een afgetakelde Atropos snijdt de levensdraad door.

Ook als dit sinistere vanitas-element ontbreekt, herinneren ze er meestal aan dat het leven ook voor de machtigen der aarde eindig is en dat levensgang en levensduur worden bepaald door hogere machten. Zo laat Rubens aan de ingang van de zaal met 24 allegorische voorstellingen van het leven van Maria de Medici 1623-25 (bestemd voor het Palais de Luxembourg te Parijs, thans in het Louvre) de Moiren onder toezicht van Zeus de levensdraad van Maria weven. Een soortgelijke functie vervullen de Moiren in het allegorische fresco van G. da San Giovanni 1635-36 in het Palazzo Pitti en dat van Giordano 1683 in het Palazzo Medici-Riccardi, beide te Florence, betreffende de bloei van het Medici-geslacht. Een voorbeeld van hun aanwezigheid in de grafkunst is een reliëf van Schadow 1790 in de Berlijnse Dorotheenstädtische Kirche. De Moiren als symbool van de levenscyclus zijn ook aanwezig in een Amsterdams herenhuis (nu Toneelmuscum) in een wanddecoratie van De Wit & De Moucheron 1729-31. Welhaast uniek is het beeld ‘Die singende Parze Atropos’ 1794 van Carstens, bestemd voor een nooit voltooide groep van de Moiren. Deze gestalte was eerder geschilderd door Reni ca. 1630-40.

Als symbolen van levensloop en vergankelijkheid worden ze vele malen geëvoceerd in de dichtkunst: Spenser 1596, Schiller 1782, Hölderlin 1798, Foscolo 1814, Valéry 1917.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken