Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Samenvatting De wereld is plotseling helder geworden, De wolken zijn vertrokken, regen en nevel vervlogen. De hemel kijkt naar mij met grote blauwe ogen. Ik zie de bomen, bijna bladerloos en onbewogen, Gedrenkt in zichtbaarheid, terwijl er vogels Langzaam opvliegen van hun takken. Ik heb de stad uit oude dromen opgetrokken. Het is mijn jeugd in gevels, torens, water, licht vertaald. Een kind dat in de stilte draalt Heeft nog geen woorden voor dit oud verhaal Waarmee ik spelend ben vertrouwd geraakt. Vorige Volgende