Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Landschap Het landschap strekt zich in zijn luiheid uit: Breed in de flanken, teder in de verten. Twee naakte meisjes baden in een plas. Haar schouders blinken, haar stille bewegingen Brengen een lichte speelsheid in de dag, Die aan een later uur is voorbehouden, Wanneer de wind zijn traagheid overwint En vogels in de koelte van de wouden Ironisch fluiten en verwonderd zwijgen. Maar dan is het al bijna nacht. Vorige Volgende