Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 140] [p. 140] Schoonheid zonder Vreugde Waarom had ik medelijden met haar schoonheid? De naaktheid van haar armen was al haast te veel Voor mijn gevoel en 't blanke slachtvlees van haar keel, Waarin de ader klopte als een hooggedragen hart. Haar tong leek mij zo eenzaam in haar mond. Mijn blik zocht haar gezicht op elke korrel af. Ik zou verlammen als zij zich ontblootte En ook haar andere naaktheid aan mij toonde, Niet van begeerte maar van medelijden Met haar volmaaktheid waar de blijdschap aan ontbrak. Vorige Volgende