Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brahman. Deel 1 (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brahman. Deel 1
Afbeelding van Brahman. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Brahman. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brahman. Deel 1

(1919)–J.A. Dèr Mouw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 184]
[p. 184]

[Wie aan het strand zit - en hij trok zijn stoel]

I

 
Wie aan het strand zit - en hij trok zijn stoel
 
Tot dicht bij 't water; 't welvend vlechtwerk snijdt
 
Een halve kegel uit de oneindigheid;
 
De wind perst naar de top zich, bol en koel.
 
 
 
Eerst kijkt hij half bewustloos, zonder doel:
 
Ginds, ver, een scheepje, dat ook doelloos glijdt
 
Langs middellijn van grondvlak; vóór hem smijt
 
Zich golf na golf plat tot kroezig gewoel.
 
 
 
Het kripgefrommel rafelt; met froufrou
 
Zwieren de cirkels sputt'rend naar hem toe,
 
En rimp'len weg over glad spieg'lend zand.
 
 
 
Soms stuwt een haast'ge golf de afvloeiende op:
 
Dan staat een richel, streep van goud. Een top,
 
Die hooger is, breekt door met kromme rand.
[pagina 185]
[p. 185]

II

 
Hij zit en kijkt, doez'lig. Het water wast.
 
Vlak bij in 't zand, al nat, driedubb'le ringen.
 
In 't midden is een berg; de golven dringen
 
Tegen de wal: ja, juist; een vesting was 't.
 
 
 
'T is aan 't verbrokk'len al, want telkens plast
 
Een golf iets glad en stroomt door openingen;
 
En nauwlijks houden half zichtbare dingen,
 
Een vlaggetje, een schopsteel, de resten vast.
 
 
 
Daar komt een hooge golf: zal 't hem gelukken,
 
Die eene dunne wand omver te drukken?
 
Hij spoelt een gracht in, door die gleuven. - Nee,
 
 
 
Hij staat nog recht. Kijk: dat papieren schuitje
 
Raakt haast - toe! nog iets verder! - aan dat kluitje.
 
lets schrikt hem op. Hij ziet de groote zee.
[pagina 186]
[p. 186]

III

 
Aan wereldoppervlak kleeft iemand's blik,
 
In beuz'lige nieuwsgierigheid verloren;
 
De wind van de eeuwigheid waait in zijn ooren:
 
Hij hoort alleen 't dichtbije golfgeklik.
 
 
 
Het levensvestinkje van ieder Ik,
 
Elk met zijn vlag van hoop op zand'ge toren,
 
Stuk knabb'len ziet hij 't door het steeds herboren,
 
Onsterfelijk aanrimp'lend oogenblik.
 
 
 
'T is alles zoo natuurlijk, dingen, menschen,
 
Geluk, verdriet, wel-, niet-vervulde wenschen,
 
En zoo word je oud; dan komt het angstig slot.
 
 
 
Voor alles weet hij de eenvoud'ge verklaring.
 
Dan plots'ling bliksemt in hem de openbaring,
 
'T heilig IK BEN. En hij ziet niets dan God.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken