Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brahman. Deel 2 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brahman. Deel 2
Afbeelding van Brahman. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Brahman. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brahman. Deel 2

(1920)–J.A. Dèr Mouw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 405]
[p. 405]

[Wit hing en stil de dauw over de weiden.]

I

 
Wit hing en stil de dauw over de weiden. -
 
Onwereldlijk, onwezenlijk, een schim,
 
Stond, hoog, in 't west wit licht boven de kim.
 
Niets werk'lijks was er meer, niets dan wij beiden.
 
 
 
En op die heuvel, op die bank van ons,
 
Boven de dauw, zaten we als op een eiland;
 
En 't wit doorschijnend licht, het witte weiland
 
Leek stilte; en de stilte was als dons.
 
 
 
Boven de wereld zaten we; en we schrokken,
 
Als om ons in besliste vaart een tor
 
Een kromme draad trok van donker gesnor,
 
Wegbuigend in dempende nevelvlokken.
 
 
 
Jouw haar, rood in de schem'ring, aaide ik glad:
 
Mijn ziel was in mijn lippen en mijn handen,
 
En deed mijn handen en mijn lippen branden
 
Op jou, die ik het diepst heb liefgehad.
[pagina 406]
[p. 406]

II

 
Je haar was vochtig: toen je door de weiden,
 
Verlangend, mijn verlangen stillen kwam,
 
Had 't nevelvolk - nachtvlinders om een vlam -
 
Van 't roodstralende blond niet kunnen scheiden:
 
 
 
En kleine dropjes lagen, wit en koel,
 
Over je haar, net dunne zilv'ren koordjes:
 
'T rood lichtte erdoor, zooals door kleine woordjes
 
Heen licht 't vergeefs verborgen groot gevoel.
 
 
 
En 'k aaide 't met mijn handen en mijn lippen
 
Tot gouden spiegel, en mijn droomend oog
 
Zag een wit lichtplekje, als ik 't hoofd bewoog,
 
Net als een duif langs zonnig koornveld glippen.
 
 
 
En 't scheen, alsof in 't schimmig westen hing
 
Een geest, die stil keek over vroegere aarde;
 
En 't scheen, ik was al oud, heel oud, en staarde
 
Terug naar dit - heiligstillustratieerinnering.
[pagina 407]
[p. 407]

III

 
En 't scheen, ik was aan 't einde van mijn leven,
 
En jij was dood, mijn liefde, lang lang dood.
 
En 'k dacht: Dat zachte haar, hoe is 't zoo rood
 
In schemering van dag en tijd gebleven?
 
 
 
En 't wit werd grijs; en 't grijs zonk naar de kim. -
 
De werk'lijkheid hield op, toen, voor ons beiden:
 
Je ging. - Wegnev'len zag 'k je over de weiden,
 
Onwereldlijk, onwezenlijk, een schim.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken