Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wintersport (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wintersport
Afbeelding van WintersportToon afbeelding van titelpagina van Wintersport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wintersport

(1893)–Pim Mulier–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De Nederlandsche Schaatsenrijdersbond.

De belangen der Nederlandsche ijsliefhebbers waren eertijds in goede handen bij de voorname vereenigingen en de niet ten onrechte beroemde Leeuwarder IJsclub hield reeds hardrijderijen, toen we nog van geen Kampioenen of engelsche mijlen hadden gehoord. Doch het zou anders worden. Men wilde de belangen der ijsvrienden vereenigen en een Bond stichten, ten einde gezamentlijk groote internationale wedstrijden te kunnen geven. Op de eerste voorloopige bijeenkomst in dien zin, welke in Maart 1881 te Utrecht gehouden werd, deed reeds de IJsclub Kralingen en Omstreken een voorstel van dien aard, doch het werd voorloopig in den doos gedaan, zooals nog veelal met een beetje ‘ingrijpende’ voorstellen te doen gebruikelijk is. Op 1 Augustus 1881 had wederom een bijeenkomst plaats, te Amsterdam ditmaal, waar de heeren N. Wafelbakker, Y. Feenstra, Jhr. H. Bicker en S. Zeverijn de Amsterdamsche IJ. C., de heeren H. Beuker Andreæ, S. Salverda en J. Kutsch Loyenga de Leeuwarder IJ. C., de heeren Engelkes en Helder de Groninger IJsclub vertegenwoordigden. De heeren Andreæ en Zeverijn werden tot voorzitter en secretaris gekozen en namen dit aan. In hoofdzaak werd toen besproken òf en waar men Internationale wedstrijden zou kunnen

[pagina 52]
[p. 52]
houden, ook de finantieele bijdragen der Clubs en de inleggelden kwamen ter sprake. Ten slotte wordt de gewichtige vraag gesteld: Zal men reeds nu een Bond vormen? Doch ziet, alweer waren de afgevaardigden het er niet over eens. Eerst in December 1882 werd in een te Amsterdam gehouden, derde vergadering, de Bond definitief opgericht, (ook de Haarlemsche IJsclub was toen vertegenwoordigd, en tot Bestuur gekozen de heeren M.J. Waller, president) Mr. S. Salverda, Leeuwarden, vice-president, Mr. J. van Buttingha Wichers, Leiden, secretaris, Jacob J. van Vollenhoven, Rotterdam, penningmeester, G. Baron de Salis 2e secretaris, Mr. M.M. van Heloma, Heerenveen en H.J. Diephuis te Groningen. De heer van Vollenhoven, die een goed en ijverig thesaurier van den bond was geweest, trad in 1884 af en de beer H. Kolff kwam in diens plaats, hetgeen

illustratie
Mr. J. v. Buttingha Wichers, in leven 1e Secr. van den N.S.B.


geen slechte ruil bleek te zijn, want diens beheer was steeds zuinig en bezorgde den bondskas menig voordeeltje. In 1887 trad de heer Waller af en werd de heer Zeverijn gekozen, die in 1889 wederom door den heer Jhr. E. Barnaart werd vervangen. Was de heer Herman Kolff tot in den zomer van 1892 een ijverig, ja een onmisbaar en bij uitstek actief bestuurslid, een woord van oprechte hulde en dankbaarheid behoort zeker in een Nederlandsch zoowel als in een buitenlandsch werkje over ijssport thuis aan de nagedachtenis van twee mannen, die zoo ontzachlijk veel tot de ontwikkeling van onze vaderlandsche sport hebben bijgedragen. Mr. J. van Buttingha Wichers en Baron de Salis zijn voor allen die hen gekend hebben onvergetelijk, doch mocht eens de herinnering aan hunne
[pagina 53]
[p. 53]

persoonlijkheid vergeten zijn, hun streven en werken is voor de toekomst van blijvend nut. De door hen uitgevonden verschillende systemen van schaatsen hebben er toe bijgedragen om onze hardrijders te vormen, en voornamelijk aan hun energie hebben wij den bloei en het welslagen onzer eerste internationale wedstrijden te danken. Aan hen vooral de eer van de uitstekende wedstrijd-bepalingen te hebben gegrondvest, die nog heden van kracht zijn en bijna onveranderd door de Unie zijn overgenomen.

De Bond is thans lang niet zoo welvarend als voorheen. Het aantal leden (vereenigingen) bedraagt circa 25, en de donateurs gaan de 200 niet te boven. Vereenigingen als Hoorn, Zwolle, Alkmaar, Utrecht, Arnhem, Kampen, Zutphen, Sneek, Harlingen, Franeker, Edam, Gorcum enz., hebben bedankt! En waarom? ‘Omdat men er zoo weinig genot van had,’ zegt men algemeen. Men zou er de vraag tegenover kunnen stellen: ‘Zouden die Clubs niet even goed hunne groote feesten kunnen geven, wanneer zij op de hoogte waren van hun tijd en verstand hadden van het aanleggen van banen enz.?’ Oogenschijnlijk ja, doch ik meen te mogen veronderstellen, dat de Bond meer propaganda zou maken, wanneer hij zich wat meer voor deze kleine clubs interesseerde en b.v. wat meer werk maakte van een vaste verdeeling van: Een Kampioenschap van Noord-Holland, Friesland, Zuid-Holland enz., in stede van te wachten totdat òf de Amsterdammers, die energisch en ‘bij het hek’ zijn, hun Kampioenschap kalm uitschrijven, òf de Haarlemsche IJsclub, die dit op mijn aanraden verleden jaar deed. Men wekke die kleine Clubs op, men zij hen behulpzaam in het inrichten van banen, die aan de eischen van den tegenwoordigen tijd beantwoorden; doch het is van de zijde van een lichaam hetwelk het schaatsenrijden in het algemeen bevordert, m.i. niet juist gezien, om steeds hunne wedstrijden aan de ijverigste vereenigingen te geven. Van een ander standpunt gezien, is de

[pagina 54]
[p. 54]

Amsterdamsche (Sport-Club) IJsclub de kranigste ijsvereeniging en de beste baancommissie, die zich slechts denken laat, en de Heerenveensche en Leeuwarder IJsclubs zijn even berekend voor hun lastige taak, zoodat hetgeen ik hierboven zeide, slechts een plan, een idée is, hetwelk allerminst beoogt aan de Vereenigingen, die het flinkst optreden een verwijt te maken. Mijn idée is dat de Bond door het uitschrijven van andere wedstrijden dan diegene, waaraan men reeds gewend is, ook andere en meerdere Clubs in de gelegenheid stellen kan hun Bondsfeest te hebben. Zoo zoude men behalve de Internationale nummers, (de Wereld- en Europa-Kampioenschappen voor amateurs, worden door de Unie gegeven, evenals de Wereld-Kampioenschappen der beroepsrijders) een paar nummers als Kampioenschap van een provincie, lange baan, en korte baan, voor amateurs en beroepsrijders aan vereenigingen kunnen geven, die dat jaar b.v. geen internationale wedstrijden op hare banen hebben. Gesteld het Kampioenschap van Europa wordt in Nederland verreden; het lot beslist dat dit te Heerenveen zal zijn, dan zou men b.v. op een anderen datum aan de Amsterdamsche IJsclub het Kampioenschap van Nederland voor beroepsrijders lange baan kunnen aanbieden, aan Deventer het Kampioenschap van Nederland voor amateurs op de korte baan, (b.v. het winnen van 2 uit de 3 voor te schrijven afstanden, als b.v. 160, 250 en 400 Meter) aan Haarlem het Kampioenschap van Nederland voor beroepsrijders korte baan (eveneens op 3 afstanden), aan Leeuwarden b.v. een in te stellen Gouden Eerekruis voor den liefhebber rijder (Nederlander) die van 3 afstanden als 250, 1500 en 5000 Meter er twee onder zekere voorwaarden wint. Verbind hieraan een sjerp met den titel van Kampioen-Schaatsenrijder van Nederland op alle afstanden voor het jaar 18.... Zoodoende zal elk jaar zijn, wat danslustige jongelui ‘geanimeerd’ noemen en zullen de andere ijsclubs ook gaarne zulke feesten in de stad harer inwoning vieren.

[pagina 55]
[p. 55]
Tevens zal het aantal goede 2e klasse rijders enorm toenemen. Men noeme al die wedstrijden ‘bondswedstrijden om....’ (volgt de titel), en de Bond trede meer op als

illustratie
[v.l.n.r.] G. Baron de Salis, 2e Secr. N.S.B. Sax, Pres. Amerik. S. Ass. V. Son tot Gellicum, Baancom. (bestuur Amst. Sportcl.) Goodman, Pres. Nat. Sk. Ass. Dudok de Witt, (Bestuur Amst. Sportcl.)


bestuurder en verdeeler der titels, dan als gever van medailles. De kas blijve zooveel mogelijk ten bate der nationale vertegenwoordiging tegenover het buitenland. Ook
[pagina 56]
[p. 56]

de provinciale Kampioenschappen neme de bond in beheer en verdeele ze volgens rooster onder de vereenigingen. Ook door het uitschrijven van afstandsritten kan de Bond menig plaatsje met een flinke ijsclub en ruime baan tot een centrum van ijssport promoveeren, door zoo'n stad of dorp tot uitgangs- en reuniepunt te kiezen. Dan zal spoedig de dag aanbreken, dat alle ijsclubs van eenige beteekenis lid zijn en hun Bondswedstrijden hebben. Door verspreiding van circulaires is wellicht nog veel in deze richting te doen. De groote invloed, die de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond op onze nationale ijssport heeft geoefend is onloochenbaar; door zijn krachtig voorgaan is de internationale ijssport ontstaan. Dè verschillende kampioenen ontmoeten elkander thans op de spiegelgladde banen aller noordelijke landen en het kleine Nederland, waar de amateurs en beroepsrijders zoo'n kranig corps goede rijders hebben gevormd, is ontegenzeggelijk de bakermat van internationale hardrijderijen op schaatsen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken