Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wintersport (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wintersport
Afbeelding van WintersportToon afbeelding van titelpagina van Wintersport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wintersport

(1893)–Pim Mulier–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Het hoofdstuk Vooroefeningen in het werk Schaatsenrijden van Mr. J. van Buttingha Wichers.

Zeer ongaarne bespreek ik de daarin gegeven wenken, omdat ik niet gaarne den schijn op mij wil nemen, van iets uit betweterij tegen te spreken, hetgeen door een zoo kundig beoefenaar en beschrijver van schaatsenrijden als Wichers was, gezegd en geschreven is. Na een onderhoud met Pander ben ik evenwel toch tot de overtuiging gekomen, dit wel te moeten doen en wel omdat daarin voorschriften vermeld staan, die, wanneer zij werden opgevolgd, een

[pagina 71]
[p. 71]

bepaald verkeerde uitwerking zouden hebben. Daarom zet ik er mijne opinie tegenover. Op blz. 308 staat: ‘men sta 's morgens niet te laat op en neme gedurende een korten tijd een koud bad, na het lichaam met een ruwen doek goed afgedroogd te hebben, wrijve men de beenspieren met een stuk flanel, gedoopt in anrica of hippacea.’

Terwijl ik den geintresseerden lezer verzoek bij het volgende steeds de voorafgaande hoofdstukken over training na te slaan zou ik hiertegenover het volgende willen aanraden.

Men neme geen koud bad, tenzij men zulks steeds gedaan heeft. Men make eerst de kniebuigingen, daarna vooraf de borst met koud water wasschen. Men wrijve zich voor het ontbijt hoegenaamd niet. Ik raad het gebruik van hippacea af of ook heb wrijven met flanel; arnica gewreven met de bloote hand. ‘Na het bad gebruike men een glas melk met droog brood en daarna de loopoefeningen.’ Vooral geen melk, een kop thee met veel suiker, daarna den mond uitspoelen, daarna inwrijven met arnica of kamfer-spiritus.

Wichers zegt verder: ‘bij het ontbijt niet te sterke thee zonder suiker.’ Juist veel suiker raden wij aan. Donoghue gebruikte een massa suiker. Chocolade is nog beter dan thee. ‘Elken dag mag men niet meer drinken dan twee liter wijn.’ Dit is veel te veel. Een halve flesch wijn aan tafel is rijkelijk genoeg. ‘'s Avonds omstreeks 2 uren na het middageten herhale men de loopoefeningen en wrijve na afloop het lichaam goed droog en de spieren met hippacea in.’ Dit is zeer verkeerd. Zoo loope men vóór het middageten, men wrijve zich met iets in, doch droge zich, thuis gekomen, met een ruwen handdoek goed af en late zich met schuier-handschoenen (te verkrijgen bij de Gruijter & Co. te Amsterdam) flink rood wrijven, vooral de lendenen, de heupen en den rug.

‘De loopoefeningen worden langzamerhand over een grooteren afstand uitgestrekt.’ Dit is evenmin goed; men ver-

[pagina 72]
[p. 72]

moeit zich veel te veel; men houde zich aan 1500 meter, hetgeen voor het ontwikkelen van den adem voldoende is.

‘Men begint met den 1sten dag 25 kniebuigingen en vermeerdere het tot 100, 200 en meer.’ Dit is veel te veel en veel te zwaar, om dagelijks te doen. ‘Dagelijks make men groote tochten enz.’ Ook dit komt mij zeer verkeerd voor, ten eerste is de oefening al weer te zwaar, ten tweede moet men op een tocht steeds uitwijken en van streek veranderen, men houde zich aan het trainen op een baantje, zooals hiervóór beschreven. ‘Men rijde op den 2n of 3n dag zoo hard mogelijk den afstand waarvoor men zich bekwaamt of nog liever een paar honderd meter meer, indien de afstand groot is.’ Die 200 meter leggen op een grooten afstand geen gewicht in den schaal, zie verder hierover het voorgaande. ‘In den eersten tijd, wanneer men begint met schaatsenrijden, gevoelt men stijfheid in verschillende spieren.’ Dat is onmogelijk, als men zich doelmatig geoefend heeft. ‘De rijders moeten zoodanig op hunne schaatsen staan, dat de volle breedte van den schenkel op het ijs rust.’ De Noren slijpen hunne schaatsen niet geheel ijshoudend, alleen in het midden houden zij 15 cM. ijs. Evenals M. Castelein dit reeds veel vroeger heeft begrepen, zijn zij van meening, dat men zich al te veel vermoeit door die verbazend lang ijshoudende ijzers. ‘Onze hardrijders zwaaien met de armen meer op zijde uit dan de Engelsche en Noorsche rijders enz.’ - ‘als het spant zwaaien Hagen en Paulsen even lustig met de armen als onze corypheeën’ - ‘alleen wanneer zij b.v. 25 mijlen op tijd in hun eerste rijden, leggen zij de handen op den rug.’ Ook dit is wel wat overdreven. Alleen in de 500 meter ziet men alle mededingers in de eindspurt de armen gebruiken. De 1500 en alle afstanden daarboven worden met de armen op den rug gereden. Het zwaaien der armen, wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt, doet elkeen op zijn eigen manier. Er zijn Engelsche rijders, die hun

[pagina 73]
[p. 73]

armen recht vooruit brengen, ik ken er ook, die zich in 't geheel niet aan de ‘Fen Stile’ houden. Donoghue maakt een beweging of hij hardt wandelt en brengt ze kruiselings naar voren. Pander brengt ze zeer sterk in actie, Eden, hoewel hij ze bijna altijd op den rug houdt, zelfs in de mijl, in de bochten, zwaait ze met enorme kracht naar voren en zet de ellebogen hoog naar achteren evenals Pander reed; doch alleen voor een kort oogenblik of wanneer het spant, zooals in de 500 M. tegen Halvorsen. Tegenwoordig rijden Godager, Norsing, Hagen, Thomas, Donoghue en zijn broeder, Ehrhorn en Underborg, Seiler, Erickson, Fjaestedt, Grunden, Halvorsen en Eden voor het grootste gedeelte van de baan met de armen op den rug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken