Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wintersport (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wintersport
Afbeelding van WintersportToon afbeelding van titelpagina van Wintersport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wintersport

(1893)–Pim Mulier–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Tochten maken.



illustratie

Dat de ouderwetsche, goedlachsche gastronomen en strenge deftige sinjeurs, die ons van uit hunne zwarte lijsten in de stedelijke musea aanzien, alsof ze zeggen willen: ‘Het begint mij hier knapjes te vervelen,’ niet altijd even kalmpjes aan de regententafel of schuttersmaaltijd zaten, is wel te zien aan hunne respectabele, in roode of zwarte zijden hozen gevatte kuiten. Het waren stevige heerschappen en dat ook hun het gedraai en het gezwaai
[pagina 115]
[p. 115]

op een stadsgrachtje niet altijd bevredigde, bewijzen de vele verhalen van de stoute tochten, die ze ondernamen. Zoo trokken op den 29. Januari 1573 drie personen uit Haarlem de Meer over, en twee dagen later zonden de Burgemeesters opnieuw aan Zijne Hoogheid den Prins van Oranje twee boden met brieven. Deze reden terug en namen buitendien nog een Duitschen ruiter gevangen, die naar den Haag op weg was. Dezelfde boden bonden 's avonds weer de ‘schuiverdijnen’ onder en togen andermaal op weg naar den Prins: ‘Een wonder in des Spanjerd's mond, Die dat met bloed'ge schaade sach, Wanneer hij Haarlem's muur belagh.’ (Dit verhaal komt voor in een oud boekje, getiteld: Cort en waerachtigh verhaal van alle gheschiedenissen enz. voor der stadt Haerlem. Leiden 1573). Behalve dat in 1673 menigmaal de burgers van Weesp, Oudewater, den Haag en Dordt zich onverhoeds op de Franschen wierpen, alles doodschoten en eens 300 sleden met proviand buitmaakten, togen eens 12 man uit Weesp naar Utrecht en doodden 3 Franschen, terwijl zij er onderweg nog 7 gevangen namen. Een bekende tocht is die van het jaar 1676, ondernomen door vier burgers van de Roog. De oorspronkelijke beschrijving luidt: (Wichers, Schaatsenrijden) ‘Den 19 Dec. 1676 stilkens, de wint O. en S. (Saterdag, volle maan den 20.) ben ick Claes Aris Caeskoper in Comp met Mayndert, Jacob Blau en Jacob Buar op scaets uitgereden van ditto M. Arentses, de cloc 's morgens 4 uur in heldere maeneschijn tot Harlem. Van daer tot Wesop, van daer tot Naerde: van daer tot Muiden, van daer over Pampoes tot Munkedam, van daer tot Eedam en Purmerend, van daer op Ouwendijc, daar wij de 1e mael playsterde, sijnde omtrent de cloc een uur, van daer tot Hoorn, van daer tot Enkhuyz, van daer tot Medenblick, van daer tot Alcmaer, daer nogh eens playsterde en van daer naer huis; doen wij even van Alcmaer af ware begos te snouwen en quame soo thuijs omtrent de cloc half 9

[pagina 116]
[p. 116]

saves, hebbende bovengemelde 12 stede besoght op 1 dag.’

In 1822 deden Klaas en Willem Oostindie over dezelfde tocht 8 uur langer, daar zij de Zuiderzee niet over konden, alsook door een stuk bomijs, hetgeen eveneens een uur oponthoud veroorzaakte.

Een beroemd man is de Bolswarder Burgemeester Pieter Koopman, die in den winter van 1763/64 op één dag van den Haag naar Leeuwarden reed om een brief van Willem IV aan Maryke Mui te bezorgen. De afstand was 30 à 40 uur gerekend over de Zuiderzee, die van Enkhuizen tot Stavoren goed berijdbaar was. Hij was te half 5 te Leeuwarden.

Volgens de Provinciale Friesche Ct. van 16 Jan. 1848, zou hij ook teruggereden zijn en te 6 uur vertrokken zijn om te 9 uur weder thuis te komen; ook wilde hij, na den weg naar 's Hage in 13 uur te hebben afgelegd, 's avonds nog naar Bolsward rijden, hetgeen men hem afried?? Het eerste is zeer gemakkelijk uitvoerbaar, het tweede is bijna onmogelijk. Hoe zeer men oudtijds op dat ‘tochten maken’ verzot was, blijkt wel uit het feit, dat op den 26 Februari van den kouden winter van 1840 meer dan 160 sleden en 3000 schaatsenrijders van uit Friesland. Enkhuizen bezochten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken