Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wintersport (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wintersport
Afbeelding van WintersportToon afbeelding van titelpagina van Wintersport

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wintersport

(1893)–Pim Mulier–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 142]
[p. 142]

IJsjachten.

IJsjachten zijn de snelste middelen van vervoer, die de mensch in zijn bereik heeft en tevens volkomen in zijn macht. Reeds zeer vroeg waren een soort ijsjachten in Finland bekend en ook in Holland wist men de met snijwerk versierde boeiertjes 's winters op ijzers te zetten en er ijsbooten van te maken. Verbeteringen zijn echter aangebracht en de ijsjachten, die men nu heeft, kunnen in geen vergelijking komen met de Zweedsche of Amerikaansche. De onzen schijnen dan ook meer voor het pleizier dan voor wedstrijden gebouwd. De pleizierjachten die wij op het oogenblik hebben, ziet men het meest op

illustratie
IJsschuitje van den Heer P. Schouten, op het Brasemermeer.


de Gouwzee te Monnikendam, te Kralingen op de Plas, op de Friesche meren en een enkele op het Brasemeren het Kagermeer. Op de Ångermann rivier en op de Oostzee, in de Skjärgårds voor Stockholm bij Helsingfors, om de Deensche kusten en ook, hoewel in mindere mate, in de Noorsche fjörden, zooals bij Christiania en Drammen, ziet men de snelste wedstrijd-jachten, die allen min of meer naar het zelfde model gebouwd zijn. Het geraamte is niet beter te vergelijken, dan bij een vlieger. Even vóór het kruispunt staat de mast, en onder de uiteinden der dwarshoutjes zijn de ijzers aangebracht. Aan het achterste gedeelte van het
[pagina 143]
[p. 143]

vaartuig is een rond bakje, waarin de stuurman zit, die het roer bestuurt; het roer rust stevig op een draaibaar soort schuitje in den vorm van een schaats. Draait men het roer, dan geeft deze scherpe stalen schaats de richting aan. De eerste Amerikaansche club was de Poughkeepsie Ice-Jacht Club (opgericht 1861). Kort daarna ontstonden de New-Hamburg C., de Hudson River C., de Carthage C. en de N. Schrewsbury C.; dit zijn de voornaamste. Op de uitgestrekte meren als de Champlam en Ontario Lake vliegen zij daar heen als reusachtige witte zwanen. Reeds spoedig zagen de Amerikanen in, dat men met de kleine jachten slechts een matige snelheid kon bereiken, daar zij bij gebrek aan tegenwicht omwaaiden. Nu begonnen de Hudson R. en de Schrewsbury R. Clubs grootere jachten te bouwen. De Icicle was 68½ voet lang en had niet minder dan 1007 voet zeil in top; deze zeilen bestonden uit een fok en een groot zeil. De groote wedstrijden worden het meest tusschen de twee bovengenoemde vereenigingen gehouden. Zij zijn voor de Amerikaansche ijssportmannen van evenveel beteekenis, als voor ons een nederlaag van Hanje tegen Dekker, of om een beter voorbeeld te kiezen een overwinning van de Volunteer op de Mayflower. De Heer Joseph E. Backhout te Poughkeepsie is de schepper van al die prachtige jachten. De mast wordt tegenwoordig een paar voet meer naar voren gezet en dus een voet of 2 à 1½ voet voor het kruispunt. Eerst bouwde men de booten op 4 ijzers, doch sinds de Schrewsburysportsmen al hunne wedstrijden met de op 3 ijzers gebouwde jachten wonnen, worden nu nog slechts deze gemaakt. Ook bracht men in plaats van fok en grootzeil, een reusachtig grieksch of latijnsch zeil aan, hetwelk van voren langs een boom liep en van onderen aan den boegspriet, van boven aan den mast was bevestigd. Ook maakte men de kruishouten niet meer met houten versterkingen, doch met sterke dunne ijzeren kabels vast. Het wegkomen is

[pagina 144]
[p. 144]
soms lastig, daarom is het goed, dit te bespoedigen, door het jacht eerst voort te duwen; als de zeilen zich dan vullen, kan men geen moeielijkheden ondervinden. Soms moet het jacht plotseling stilhouden om een ongeluk te voorkomen. Dit kan op 2 manieren geschieden. Ten eerste door een weinig op te loeven tot de snelheid iets verminderd is en dan het roer plotseling naar stuurboord om te gooien. Dit is echter een manoeuvre, waarvan het roer zeer te lijden heeft. De 2e methode is, over stag te gaan en als de kluiverboom over komt zwaaien, juist als het de soort van schok geeft, die deze beweging te weeg brengt, vlug het roer omleggen naar lij. Zoodoende kan men een jacht op 2 lengten (jachtslengte) tot stilstand brengen. Een der vreemdste gevoelens, die men ondervinden kan, is wanneer het jacht opgelicht wordt. Men heeft dan een gevoel alsof men vliegt, totdat de man aan het roer, langzamerhand

illustratie

weer zorgt, dat beide loopers op het ijs komen. Lukt hem dit echter niet, dan vliegt de equipage, mitsgaders de man aan het roer, gewoonlijk door de wijde, wijde wereld, voor dat zij weten, waar het jacht gebleven is. Het is een gevaarlijke, doch een heerlijke sport. Alles vliegt als in een kaleidoscoop onze oogen voorbij. Bergen, bosschen, dalen en heuvels, steden en dorpen, het is alles in een ijzingwekwekkende vaart verdwenen, voor wij tijd hebben gehad, het goed te kunnen zien. Daar komt een exprestrein uit een tunnel. Een wending met het roer en weldra is het jacht langs zij. De passagiers in den trein wuiven, de machinist fluit met de stoomfluit en de wedstrijd begint, alle reizigers zitten voor de raampjes opeengedrongen. De trein
[pagina 145]
[p. 145]
snort ons eerst voorbij, doch bij een bocht van de rivier, komt de volle wind in de zeilen en het jacht vliegt den trein vooruit, totdat deze weer in een tunnel verdwijnt. Als weer de rook zichtbaar wordt, is de trein mijlen achter en het idee van een wedstrijd, dat op

illustratie
De ‘Avalanche’.


het eerste gezicht aannemelijk leek, wekt nu den lachlust op. Dikwerf racen de bliksemtreinen met de ijsjachten op de Hudson, doch steeds winnen de laatste. Men heeft eens getracht te controleeren hoe vlug een jacht kan loopen. Om tot dit doel te geraken liet Kolonel Sanford (een autoriteit op dit gebied) een halve mijl nauwkeurig opmeten en kwam toen tot het authentique resultaat van over de 107 mijl in een uur. Daar de wind echter niet zóó sterk was, als wel meer het geval is geweest, verklaarde Kol.
[pagina 146]
[p. 146]

Sanford, dat jachten dikwerf een snelheid van over de 90 mijl per uur bereiken. Denk u een snelheid, die zoo groot is dat men daarmede in een paar uur tijds de elf steden van Friesland zou kunnen bezoeken. Het is met recht een ‘ijzig’ gezicht, (‘eng’ noemen de N. Hollanders dat) om zoo'n vaartuig in vollen gang te zien naderen. De ‘Ixicle’ en de ‘Avalanche’ behooren met de ‘Phantom’ tot de snelste jachten in Amerika. De ‘Phantom’ deed op 5 Maart 1881 57 min. 14 sec. over 12 mijl, de ‘Jack Frost’ deed over 25 mijl 1 uur 14 min. 35 sec. De ‘Ixicle’ over 12 mijl 54 min. 1 sec. De eerste klasse jachten zijn die, welke boven de 600 □ voet zeil voeren, de tweede klasse, die tot 450 □ voet voeren en de derde klasse, die 300 □ voet zeil in top hijschen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken