Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën VI (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën VI
Afbeelding van Ideën VIToon afbeelding van titelpagina van Ideën VI

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën VI

(1878)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]
Een zaaier ging uit om te zaaien.
Jezus.

De keerzy van den roem. Wouter's begrippen over kommanditair wereldbestuur. Oorzaken van 'n ergernis die, viâ Missolunghi, uitloopt op Femke en 'n Idee over dichters en genien.

1081.

Het plan om in den handel te gaan, lachte Wouter toe. Misschien wel omdat-i niet recht wist wat het was. Hij vroeg 't aan Stoffel.

 

- Wel, begryp je dát nu alweer niet? ‘In den handel’ beduidt zooveel als... koopman worden.

- Maar... wàt moet ik dan verkoopen? En hoe kan ik weten wat de menschen noodig hebben?

- Och, je moet je dit nu niet zóó voorstellen alsof je langs de huizen liep met 'n pak koopgoed, en overal moest aanschellen om te vragen of iemand wat van je hebben wil. Je bent en blyft toch altyd even dom. ‘In den handel’ zieje, beduidt zooveel als...

 

Stoffel begon te hakkelen. Hy was de eerste niet die over 'n definitie struikelt, en zal de laatste niet wezen. Maar weinigen hebben by zulke gelegenheden terstond 'n bondgenoot

[pagina 6]
[p. 6]

by de hand, die hen zoo flink uit den nood helpt als hier geschiedde.

 

- Hoe kan je toch altyd zoo dwarsdryven, Wouter! riep juffrouw Pieterse. Daar heeft nu Stoffel je de zaak zoo duidelyk uitgelegd, en je houdt je weer net of je 'r niks van begrypt. Wie ter-wereld heeft je toch gezegd dat je langs de deuren loopen zou met 'n pak op je rug, als 'n oliekoop of 'n mersan de la perreplu? Heb ik je daartoe opgebracht, en je de eerste van je school laten worden? Je bent 'n ondankbaar kind. Wat helpt het nu of je-n-al zooveel weet, en mooie trekletters zetten kan, als je telkens je moeder zoo veraffrenteert!

 

Lezers die op rechtvaardigheid gesteld zyn, zullen 't vreemd vinden - en onbillyk misschien - dat Wouter hier begraven werd onder 'n stortvloed van verwytingen. Onbillyk? Zeker! Maar... vreemd? O, neen. Ik beweer exakt te zyn in de teekening van zekere manier waarop nu-en-dan gepolemizeerd wordt, en waarin juffrouw Pieterse 'n ware virtuoze was. Aan de stiptheid die ik my tot regel stel, heeft dan ook 't woord parapluie in haar mond het vrouwelyk geslacht te wyten. Ze volgde hierin zeker straatlied van die dagen, waarvan de door haar gebezigde uitdrukking 't onvervalscht refrein was.

Maar... als nu Wouter eens ‘in alle bescheidenheid’ de opmerking gemaakt had, dit-i geen aanleiding had gegeven tot deze preek? Wel, dan had men hem bedolven onder 'n tweede predikatie over de verregaande brutaligheid van 't gelykhebben, wat dan ook in zekere omstandigheden inderdaad 'n fout is.

Niet zoozeer omdat-i dit inzag - daartoe is dieper wysheid noodig dan hem gegeven was! - als wel uit ongewoonte om z'n meening te zeggen, die toch nooit werd aangenomen, besloot hy zwygend by de eerste gelegenheid de vereischte inlichtingen te vragen aan z'n Egeria, aan... Femke.

Dat hy, in-weerwil van z'n onkunde niet ontevreden was met het vooruitzicht ‘in den handel’ te gaan, is niet onnatuurlyk. In de eerste plaats zou 't vervelende school-gaan 'n eind nemen. Dit was 'n zékere winst. De minder stellige voordeelen eener verandering van standpunt, mat-i af naar z'n hoop, en naar den wensch om iets te zyn, wàt dan ook! 't Zou dan toch al heel slecht geschapen staan met ‘handel’ wanneer daarin niet iets beters te bereiken was dan 'n geminacht schooljongensschap, dat hem meer begon te drukken

[pagina 7]
[p. 7]

naarmate hy hooger stond aangeschreven in Pennewip's achting. Het was namelyk ten-zynent 'n tic geworden - en z'n by uitstek domme zusters deden dapper mee - hem z'n arithmetische, aardrykskundige, grammatikale en kalligrafische kennis of bekwaamheid aanterekenen als 'n verpletterend servituut. De geringste fout tegen huis- of fatsoentucht werd door verrekte armen vaamsgewys uitgemeten, en in bezwarend verband gebracht met z'n veronderstelde schoolwysheid. Z'n onoverwinnelyke tegenzin in zuurkool, byv. ‘paste geen jongen die zooveel boekjes van-buiten kende’ en als-i na 'n wandeling wat later thuiskwam dan hem genadig was toegestaan, moest-i de vraag hooren: of dàt nu 't goede gedrag was van iemand die zoo'n uitstekend onderwys te danken had aan z'n moeder, en zulke mooie krulletters maken kon in één trek?

De bespottelyke ingenomenheid met Wouter's vermeende gaven, maakte hem die schoolkennis tot nacht- en dagmerrie, en 't had er veel van of men hem by-voorbaat wilde genezen van mogelyke roemzucht.

Natuurlyk kende hy zichzelf volstrekt niet, en had dus niet den minsten grond om aan die laatste veronderstelling 'n plaatsje te gunnen in z'n overwegingen. Ook wanneer dit anders geweest ware, zoud-i tot het besluit gekomen zyn dat de onwelwillendheid zyner omgeving 'n veel minder wysgeerig-liefderyken grond had, dan voortydige bezorgdheid voor z'n zedelyk welzyn. De zaak kwam eenvoudig neer op de onsmakelyke stroefheid die, naar zeker soort van burgerlyke opvatting, de gezellin behoort te zyn van 't goede.

 

De oorzaken van zoodanig genotbederf zyn niet ver te zoeken. Ze liggen in bekrompenheid van verstand en hart. De Bybel en 't christendom - vooral het dor protestantismus! - hebben er geen goed aan gedaan.

 

Is 't wonder dat de Pietersens niet weten omtegaan met kinderen, zy die 'n God dienen, wiens hoofdbezigheid eeuwen lang schynt bestaan te hebben in vloeken en razen tegen de menschen die hyzelf gemaakt had? Het eeuwige vitten van Wouter's moeder was alzoo goddelyker dan zyzelf wist, en ook sprak ze meer waarheid dan haar bekend was, toen ze op den plechtigen salie-avend verzekerde: ‘ik doe daar m'n godsdienst mee!’ Wel zeker!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken