Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860
Afbeelding van Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860Toon afbeelding van titelpagina van Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Mimi Douwes Dekker



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860

(1890)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

LI.

Vrydag avond (28? Sept. 60).

Lieve beste! Ik heb uw brief van 26 Sept. Uw angst over het wegraken van de portretten zal nu wel voorby wezen. Ik ben maar half tevreden met die speculatie, want eene speculatie was het. Nygh in Rm schryft schoorvoetende dat hy anders zich met portretten niet ophoudt, maar dat hy om my te pleizieren wel proberen wil ze aan den man te brengen tegen f 1 't stuk. Dat valt my tegen. Ook Thieme te Arnhem zeide iets dergelyks. Hy wil wel, maar schoorvoetende. Ik weet nu nog niet hoe ik daarmee doen zal. Er is nog iets by. 't Portret is veel te mooi en te jong. Nu heeft het net den schyn of ik my daarin flatteren wil. En ik zelf vind ook dat het

[pagina 155]
[p. 155]

eigenlyk niet lykt. De uitdrukking kan ik niet beoordeelen, maar ik vind my wel 15 jaar ouder dan ik op de lithographie lyk. Nu had ik nog een idee. Om namelyk een tweede te laten maken van Sjaalman en dan die beide portretten in den handel te brengen als een stel, om dan juist te treffen door het onderscheid tusschen Havelaar en Sjaalman. Ik had daarop veel moed, maar daar Nygh en Thieme zonder van elkaer te weten zoo zeggen dat zoo iets zelden reüsseert, maakt my dit een beetje bang. Ik weet nog niet hoe ik doen moet. Ook zegt Thieme dat fr 600 zeer veel geld is. Hoeveel kwam er nog by, of is 't by die fr. gebleven? Je schreeft eens dat er nog wat moest betaald worden voor den steen, geloof ik.

Lees je nog altyd het Handelsblad? Dan moet je nazien de zitting 2de kamer. Lees de heele zitting van dingsdag. Je zult zien dat de Max behandeld is geworden. Van Hoevell zegt dat ik zelf den heer Myer wel zal antwoorden als ik dat goed vind. Voor ik daartoe besluit moet ik eerst het officieele verslag van de zitting hebben.

Het is wel verdrietig dat gy by den heer v. Vloten niet geslaagd zyt. Ik begryp volkomen dat het uw schuld niet is. Zulke dingen voelt men. Ik weet niet of gy na 't ontvangen van myn kort briefje met den telegram van Thieme

[pagina 156]
[p. 156]

op een betere manier hebt kunnen slagen, ik wenschte het wel, maar men kan zoo iets niet dwingen.

[Bedoeld briefje ontbreekt, maar het telegram is bewaard gebleven en luidde:
Arnhem 26 Sept. Dekker, Botermarkt, X 83 Amsterdam. Gisteren belangryke discussie over Max in tweede kamer. Met dezen trein schryf ik u. Thieme.]

't Is een waarheid dat ik geld zou moeten hebben om in den Haag te zyn. De zaak begint eerst te spoken en ik moet er by wezen, vooreerst om te doen wat te pas komt, en 2e om te kunnen laten wat niet te pas komt.

Daar heb je nu byv. dit. Niet wetende of de heer v.V. zal helpen, heb ik eene leesbeurt op my moeten nemen te Arnhem voor f 100. Ik zou dit als er hulp gekomen ware niet gedaan hebben.

Ook zou ik niet in den Tydspiegel schryven als 't niet ware om die ellendige f 25 pr 16 bladzyden.

Als ik aan zoo iets denk, kookt het my dadelyk tegen Jan. Die had my voor zoo iets moeten vrywaren. Kassian, ik hoor nu bepaald dat ze met Mei in den Haag gaan wonen, die arme menschen! Liefje, ik vind niet goed dat je aan

[pagina 157]
[p. 157]

Mary schryft. Het zou schynen alsof ik weer wou aanknoopen, en dat wil ik niet. Je weet niet hoe Jan my traitert. Ik had aan de meisjes A. wat papeterie gegeven (dat hy my in een koffyhuis verweten heeft) en kort daarop kreeg ik van Kees een briefje met verzoek aan zyne kinderen geen geschenken te geven ‘wyl ik myn geld beter besteden kon aan myn vrouw en kinderen.’ Dat had Jan my bezorgd. Ik noem zoo iets vervloekt laag.

De zaak staat zoo dat ik niet den minsten twyfel heb om te slagen, als ik maar van die vervloekte dagelyksche zorg bevryd was. Zoo'n Jan die in den Haag gaat wonen. Hy kon zyn geld beter aan my besteden. Maar dat is nu uit. Al wilde hy nu, nu ben ik er moe van. Ik zend u toch de Tielsche courant niet. Ik moet hem houden. En ik kan niet gelooven dat zy u geen gezonden hebben op myn verzoek. Dag kind.

Telegram van 12 Okt. '60.

Douwes Dekker Laeken chaussée d'Anvers 77 exprès Bruxelles Prolongez loyer quinze jours. J'ai expédié de l'argent. Dekker.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen

  • brief van Multatuli


datums

  • 28 september 1860

  • 12 oktober 1860