Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetorica, dye edele const van welsegghene (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene
Afbeelding van Rhetorica, dye edele const van welseggheneToon afbeelding van titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetorica, dye edele const van welsegghene

(1553)–Jan van Mussem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Van die Insinuacie.

INsinuatie, dat es een bedecte voorredene. Want ghelijckerwijs datmen duer die gemeente Prologhen oft voorreden, die auditeurs ende iugen met claren woorden ende opene redenen goetwillich, toehoorende, ende verstandele maect, also moetmen ooc somtijts dit selue doen met bedecten woorden, sonderlinghe als die audituers oft iugen anders ghesint, oft selue partije zijn, want wil men dye Prohemie van saken dye si haten met claren ende opene redenen exponeren, tes verre van haer goetwillicheyt te vercrijgen, maer veel eer salmen haet ende afionstich-heyt dobbeleren, daeromme moetment al van verre andersins by brenghen, simulerende in anderen manieren, ende van anderen saken oft personen te willen spreken dan die auditeurs oft iugen gepresumeert hadden. En dese maniere van Voorredene heeten die oude gheleerde Rhetorisienen een Insinuatie, de welcke Insinuatie gebruyct wordt om drie saken wille. Ten eersten als die sake odieux ende leelijck es, oft dat die persoon vanden welcken wij spreken willen, benijdt ende suspect es. Exempel yemant es geaccuseert van een leelijc fayt, en hi oft sinen Procuruer wil hem voor iugen ende audituers excuseren. Hi sal ten eersten gaen spreken van andere personen, of ander saken

[Folio 13v]
[fol. 13v]

die si beminnen oft geerne hooren. En hi sal hem dissimuleren als niet te willen excuseren tghene dat si meenen dat hi excuseren sal. Dan als hy denct dat si wat te passe gecomen zijn, hi sal luttel ende luttel tot zijnder defensie comen, seggende datmen die sake ende niet den persoon, oft den persoon ende niet die sake aenmercken sal. En dat hem ooc seere mishaecht tgene daer af hi van sine wederpartije gheaccuseert es. Als quade ende onbehoorlijcke fayten de welcke hi gheensins en soude willen excuseren. Als hi dan beseft, dat si wat safter ende goetwilliger werden, en beginnen audientie te geuen, hi sal betooghen hoe hy onbeschuldich es, oft dat hi sulcke saken nyet ghedaen en heeft, alsmen van het segt: comparerende tgene dat hi ghedaen heeft, tegen tghene datmen van hem segt, by min ende meest, betooghende wat van ghelijcken saken, oft mindere oft meerdere geingieert heeft gheweest. Aengaende sinen accuseerder (want hi moghelijck vanden iugen ende auditeurs bemint es) hi sal seggen dat hi dien niet belasten en wil, noch ooc van hem noch van sinen saken cleen noch groot spreken sal. Nochtans sal hi met bedecten woorden zijn wterste beste doen, om den voornoemden accuseerder wt haer gratie te stekene, en huer vrientschap ende goetwillich-heyt van hem te verureemdene.

Ten tweeden sullen wij ghebruycken Insinuatie als wij dincken dat die auditeurs ende Iugen ghepersuadeert zijn vanden ghenen die voor ons gheseyt hebben, oft van ons wederpartije,

[Folio 14r]
[fol. 14r]

ende dat si die selue gheloouen, ende seer prijsen, als wel ghedaen ende gheseyt te hebbene: als wij dat beseffen, wij sullen van dat selue point, van twelcke si aldermeest ghepresen zijn, belouen te gaen sprekene, oft wij sullen van haer vroomste fundament beghinnen, oft van dat si laetst gheseyt hebben, oft segghen met een verwonderinge, hoe wij daer op so vele hebben te segghene, dat wij qualijck weten waer eerst beghinnen, dan sullen die auditeurs hem laten duncken dat si selue ghedoolt hebben, siende ons so stoutelijc bereet om te sprekene, daer si meenden dat wij cleynmoedich ende versaeft souden hebben gheweest, duer tfraye spreken vanden eersten. Ten derden sullen wij Insinuatie ghebruycken, als ons dunct die auditeurs ende iugen vermoeyt te wesen van hem lieden te hooren, die voren gesproken hebben. Dit beseffende wij, sullen segghen, dat wij al wat anders, oft in andere manieren segghen sullen, dan wij geproponeert hadden, oft dan si die daer eerst ghesproken hebben, oft wij sullen beghinnen met een fabele, ghelijckenesse, cluchte, sotternye, oft eenighe andere vreemdicheyt, naer heesch vanden tijt, saken ende personen. Nv hebben wij van die Prologhe, ende ooc van die Insinuatie ghesproken van elck bisondere. Voorts sullen wij bescrijuen sommighe condicien int generale, nopende so wel deene als dandere.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken