Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetorica, dye edele const van welsegghene (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene
Afbeelding van Rhetorica, dye edele const van welseggheneToon afbeelding van titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetorica, dye edele const van welsegghene

(1553)–Jan van Mussem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Anders seuen conditien, diemen so wel in die Prologhe, als in die Insinuatie schouwen moet.

TEn eersten wij moeten obserueren dat die Prologe oft Insinuatie niet also wel ooc op anderen causen dienen mach als op ons eygen Cause. Ten tweeden, dat wij niet en proponereen, tgene dat ons wederpartije so wel voor hem soude moghen nemen, als wij doen voor ons. Ten derden dat wij int beghinnen niet bi en stellen tghene dat ons wederpartije lichtelijck ter contrarien tonser preiudicie voor hem seluen soude moghen allegieren. Ten vierden dat die prologhe niet te seer lanc en si, oft met vele versierde gheaffecteerde woorden als voorseydt es.

Ten vijfsten dat Prologhe oft Insinuatie niet te vreemt en si, niet ten propooste dienende, gelijc alsmen spreken soude van Ghendt, datmen sprake van Brugghe Ten sesten datse niet verkeert en si, ghelijc alsmen soude willen die auditeurs goetwillich maken, daermense behoorde verstandele te maken, oft ter contrarien datmense ver-

[Folio 15r]
[fol. 15r]

standele oft neerstich toehoorenden maken wilde, daermen dye selue eerst behoorde goetwillich te makene. Oft datmen soude Prohemie of opene voorredene maken, daer Insinuatie dient &c. Ten seuensten moeten wij toesien ende wachten van geheelijc wter const te gaen. Te wetene dat wij ons cause niet en beghinnen so te segghene, als dat wij die auditeurs ende iugen noch goetwillich, noch neerstich toehoorende, noch verstandele en maken, maer by gheualle (twelc ander archste es) ghelijc ter contrarien doen. Dit is nv genoech gheseyt van die Prologhe ende Insinuatie, als voor het eerste deel vander Inuentie, voorts sullen wij spreken van die Narratie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken