Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Universele fonologie (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Universele fonologie
Afbeelding van Universele fonologieToon afbeelding van titelpagina van Universele fonologie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.79 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Universele fonologie

(1991)–Anneke Neijt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina IX]
[p. IX]

Voorwoord

Ooit gehoord van het woord pasnalabisch? Of van komolabisch? Nee, waarschijnlijk, maar toch spreken Nederlanders die woorden in de gegeven context op dezelfde manier uit: pas-na-lá-bisch en kó-mo-la-bisch. Dat illustreert dat taalgebruikers een bepaald systeem hanteren bij het uitspreken van woorden, ook van woorden die ze nog nooit gehoord hebben, en waarvan ze dus niet de passende vorm kunnen imiteren.

Dat systeem schrijft nogal wat voor. In bovenstaande context was het ondenkbaar geweest dat iemand de accentverdeling omdraait: pás-na-la-bisch en ko-mo-lá-bisch. Iemand had eventueel wel een andere lettergreepverdeling van pasnalabisch kunnen kiezen: pa-sna-la-bisch, maar dan zou beslist de eerste a als een lange klank worden uitgesproken, zoals in naslaan. Misschien zijn er taalgebruikers die pasnálabisch even hebben overwogen, maar bij het lezen van komolabisch toch die uitspraak verworpen hebben.

Over het systeem dat bovengenoemde voorbeelden van hun klankvorm voorziet, de klankleer, gaat dit boek. De taalwetenschap ontwikkelt zich snel en het onderdeel dat de klankleer betreft, de fonologie, blijft niet achter. In dit inleidende boek wordt een overzicht gepresenteerd van de gehele fonologie, inclusief de recente ontwikkelingen, waarvan overigens alleen de hoofdlijnen geschetst worden. Ook aan spelling zijn enkele hoofdstukken gewijd, omdat de Nederlandse spelling grotendeels gebaseerd is op de uitspraak en om die reden een nauwe relatie heeft met de fonologie. Verplichte lektuur dus voor wie iets over de spelling van het Nederlands wil zeggen. Het boek heeft de vorm van een leerboek, maar beoogt tevens belangstellenden buiten de lesbanken op de hoogte te stellen van uitkomsten van fonologisch onderzoek.

Het boek is zowel een inleiding in de Nederlandse fonologie als een inleiding in de fonologie in het algemeen. De voorbeelden zijn meestal Nederlands, maar de beschrijving van die Nederlandse voorbeelden is universeel, in zoverre dat gebruik gemaakt wordt van representaties die toepasbaar zijn op alle natuurlijke talen. Er wordt verder veel aandacht besteed aan terminologie, uit recent en vroeger taalkundig werk, zodat dit boek tevens als naslagwerk kan fungeren.

De bibliografische aantekeningen bij ieder hoofdstuk geven aan op

[pagina X]
[p. X]

welke publikaties de uiteenzetting gebaseerd is, en waar nadere informatie over het betreffende onderwerp gevonden kan worden. Eigenlijk geldt, dat de genoemde auteurs indirect meegewerkt hebben aan dit boek, soms zelfs door bepaalde dingen in discussies te verduidelijken: fonologen plegen elkaar enkele malen per jaar te ontmoeten op bijeenkomsten van uiteenlopende aard. Marjan Grootveld en Anneke Pot hebben het manuscript ontdaan van storende fouten; ongetwijfeld zullen andere lezers de overige missers ontdekken, wat ik dan graag verneem. Colin Ewen heeft me geleerd hoe lettertekens naar believen bijgemaakt kunnen worden. Aan deze drie helpers ben ik dus extra dank verschuldigd, maar de grote groep van niet bij name genoemde fonologen wil ik bij deze ook dank zeggen.

Het manuscript is twee maal uitgeprobeerd in colleges voor eerstejaarsstudenten Nederlands in Leiden. Het blijkt dat de stof in twaalf colleges van één uur behandeld kan worden, maar dat het programma dan wel wat overladen is, vooral omdat er aandacht besteed moet worden aan de opdrachten. Het is waarschijnlijk beter om een selectie te maken. De volgende opmerkingen kunnen een keuze vergemakkelijken:

- Hoofdstuk 1 plaatst het taalkundig onderzoek in een ruimer kader. Dit hoofdstuk kan overgeslagen worden, en kan ook eventueel ná de andere hoofdstukken behandeld worden.
- De hoofdstukken 2, 3 en 4 kunnen beschouwd worden als basiskennis, noodzakelijk voor het juiste begrip van een aantal termen.
- De ‘echte’ fonologie staat in de hoofdstukken 5, 6, 7 en 8, die elk afzonderlijk behandeld kunnen worden, maar die wel de basiskennis van tenminste hoofdstuk 3 en 4 veronderstellen.
- De drie hoofdstukken over spelling, hoofdstuk 9, 10 en 11, kunnen als apart blok bestudeerd worden. De in deze hoofdstukken geïntroduceerde termen worden meestal opnieuw toegelicht. Eventueel bestrijkt zo'n blok over de spelling ook hoofdstuk 3, het hoofdstuk over het fonetische schrift.

De uitgever kan een antwoordenboekje leveren bij de opdrachten van dit boek.

 

Anneke Neijt


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken