Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit mijne sportportefeuille (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit mijne sportportefeuille
Afbeelding van Uit mijne sportportefeuilleToon afbeelding van titelpagina van Uit mijne sportportefeuille

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.99 MB)

ebook (5.21 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit mijne sportportefeuille

(1899)–Frans Netscher–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Eerste klasse.

Éérste klasse ‘und kein Ende!’

Er is in onze sporttaal geen enkele technische term, die tot zooveel misbruik en begripsverwarring aanleiding geeft als de uitdrukking: ‘éérste klasse machine’.

En met reden!

Want er is mogelijk geen enkele term, waarvan begrip en omschrijving zóó vaag en voor zóó velerlei uitlegging vatbaar zijn, als juist deze reclame-benaming.

Wat is éérste klasse? En wat twééde klasse?

Wie zal 't u zeggen? Wie durft dit in een absolute formule te bepalen?

Niemand, nietwaar!

Zooveel fabrikanten, zooveel omschrijvingen en klassificaties van fabrikaat; zooveel hoofden, zooveel formules.

En daar bestaat een oorzaak voor.

A. zal als eerste klasse fabrikaat beschouwen de peperdure Engelsche luxe-machines; B. beweert dat zijn Amerikaantje van 100 dollars ook eerste klasse is; C. heeft een produkt onzer Hollandsche industrie, dat hij verklaart voor het beste in het buitenland niet te behoeven onder te doen; D. rijdt een machine uit een onbekende Belgische fabriek, die ook eerste klasse heet te zijn, enz.

Maar wie heeft nu gelijk? En wie spreekt onwaarheid?

Niemand, en allen!

[pagina 52]
[p. 52]

Want ieder legt zijn machine bij de beoordeeling een ánderen maatstaf aan, en hoe kan men ongelijke grootheden door middel van ongelijke maten vergelijken?!

Maar kan de prijs der machine ons dan ook soms iets doen leeren omtrent de klasse van het fabrikaat?

Immers ook niet.

Want zie maar, wat de een voor een zekeren prijs als éérste klasse verkoopt, wordt door den ander voor denzelfden prijs als twééde klasse verkocht. Ja, terwijl A. u een éérste klasse machine aanbiedt voor f 200, zult gij bij B. voor f 200 slechts zijn twééde klasse fabrikaat kunnen bekomen en voor zijn eerste klasse f 250 moeten betalen. En nóg sterker, de dorpssmid of reparateur, die in de wintermaanden zelf ook rijwielen uit gekochte onderdeelen samenstelt, zal u een machine van f 125 aanbieden en er tevens bijvoegen, dat hij ook nog een éérste klasse van f 150 maakt.

Is die smid een bedrieger? Tracht A. u voor uwe f 200 een minder kwaliteit machine te verkoopen? Bedingt B. u een fancyprijs?

O neen, allen zijn ter goeder trouw, en doen eerlijke zaken. Maar allen hebben van dezelfde zaak een ánder begrip en leveren mogelijk voor een publiek, dat verschillende eischen aan een éérste klasse machine stelt.

Maar wáár is dan de absolute waarheid? Wat is dan een absoluut éérste klasse machine?

In het gebruik van de duurste grondstof? Ook al niet! Want neem eens aan, dat het duurste staal f 2.50 per K.G., de duurste ketting f 3.50 per voet en de duurste buis f 4 per voet aan den fabrikant kost. Maar wie waarborgt u dan nog, dat er geen staal, ketting of buis van minder prijs is, dat in kwaliteit boven het duurdere staat, en dientengevolge de machine lager in prijs, maar hooger in kwaliteit maakt! En dan is er nóg iets. Het gebruik van het duurste of beste materiaal is op zich zelve nog geen waarborg van hooge kwaliteit van het afgewerkte product. Ook de kwaliteit van den arbeid, het gehalte der produceerende handen, de bedrevenheid van den werkman verhoogen of verminderen de waarde van de grondstof. En wie garandeert u, dat bij den kleinen eenvoudigen fabrikant niet één of meer werklieden worden aangetroffen, die supérieur zijn aan eenige werkkrachten, welke in de fabriek der peperdure luxe-machines aan de banken staan? Dat zou toch de eerste maal niet zijn, niet waar? Maar bovendien, wie zou de mogelijkheid durven ontkennen, dat de puike werkman van een minder soort

[pagina 53]
[p. 53]

grondstof een voorwerp maakt, waaraan zijn arbeid zooveel waarde heeft toegevoegd, dat het gelijk of beter is dan een voorwerp uit beter grondstof, waaraan de minder bekwame werkman door zijn slechteren arbeid eenige waarde heeft ontnomen!

Prijs is geen kwaliteit.

Ja, wij weten 't wel, er is een formule voor een absoluut éérste klasse machine te vinden, en men zou haar kunnen omschrijven als een rijwiel uit de beste grondstof door de beste werklieden met de beste werktuigen vervaardigd.

Maar wat zegt een dergelijke algemeenheid? Zij veronderstelt een exceptioneel, haast onmogelijk samengaan van drie factoren, die ook al weer, ieder op hun beurt, zeer vaag van omschrijving zijn, en zij verlangt een volmaaktheid in het goede, het excellente, welke de Schepping nabij zou komen.

Nu, waar wij tegenover een dergelijk ideaal van volmaaktheid staan, tegenover een bijna niet te omschrijven formule, tegenover een technische uitdrukking, welke voor zoovele opvattingen en uitleggingen vatbaar is, en dientengevolge zoo onbestemd en vaag dat zij alle absolute waarde mist, daar zouden wij willen aanraden het gebruik van de omschrijving éérste klasse zooveel mogelijk achterwege te laten.

Er is met den term ‘éérste klasse’ door het publiek, door de fabrikanten, in de prijscouranten en in de sporttaal zoo vreemd en verward omgesprongen, zoo gesold en geschermd, dat hij zijn beteekenis van supérioriteit al verloren heeft.

Wat wij daarom gaarne bereikt zouden willen zien, is dat het publiek bij de aanschaffing en beoordeeling van rijwielen geen speciale beteekenis of waarde aan de omschrijving van éérste klasse meer hechtte.

Laat het publiek eenvoudig vragen of een machine van goede kwaliteit is - afgescheiden van klassificatie - en of de prijs, welke er voor gevraagd wordt, evenredig is aan die kwaliteit.

Op die wijze zal men veel begripsverwarring voorkomen, een einde maken aan veel twijfel en wanbegrip bij het publiek, en alle mogelijke en onmogelijke vragen over eigenaardigheden en onderscheidingsteekenen van eerste en tweede klasse fabrikaat voor goed tot zwijgen brengen.

Onder nikkel en email kan de fabrikant slechte buizen verbergen.

Onder de benaming ‘éérste klasse’ kan afval van de fabriek als deugdelijke waar worden verkocht.

Weg dus met de eerste en tweede klasse onderscheiding!

[pagina 54]
[p. 54]

Men vrage alleen naar kwaliteit!

En bedenke dan tevens, dat prijs geen kwaliteit is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken