Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen (1718)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen
Afbeelding van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschenToon afbeelding van titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Editeur

Wilhelmus à Brakel



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

(1718)–Sara Nevius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kapittel VIII.

VRage, wat is die liefde der kinderen Gods die voor Gods Geest in haere herten wort uitgestort?

Het is het voornaemste uitdrukzel van Gods beelt in haer, het byzonderste dat zy van de Goddelyke nature deelachtig worden, want in de liefde leit verborgen het fondament van alle ware heiligheit en troost der godzaligheit, de gront van de kracht der godzaligheit, en van die vrede des gemoets die te booven gaet alle verstant en zinnen: in geene heiligheit, noch door geene heiligheit en komt men de Heere in zyne nature en in zyne gunste nader, als in de liefde: de liefde is dat geestelyke dat 'er in Gods wet is, en dat zig door alle Gods geboden verspreit, het is dat inwendige beginzel daer al onze geestelyke betrachtingen uit moeten voortkomen, en daer uit zy inwendig in ons moeten voortkomen: zelfs de innige, ja de alderinwendigste bewegingen van het herte moeten bewogen worden door deze liefde, eer zy ons deugtzaem bewegen konnen tot eenig Christelyk werk, daerom en rekent d'Apostel alles niets, te weten, om een Christen te zyn, zonder deze liefde, en daerom wort de liefde toegeeigent de vervullinge van de wet, die geestelyke wet, en zoo is het einde des gebots liefde uit een rein hert, en ongeveinst geloove, en uit een goede conscientie: ja zelfs het geloove in Christo, zal het kracht hebben, en waerheit zyn, het moet werken door de liefde.

[pagina 43]
[p. 43]

Dit is die uitnemende weg, nochtans ook die smalle weg, die van zoo weinige gevonden wort, en nochtans ook die aengename, die zoete weg, in welke onzes Heeren gebooden niet zwaer en zyn, maer met lust onderhouden worden

Liefde is die dispozitie van het herte, waer door de ziele vast kleeft, en als gebonden is aen dat gene dat zy lieft, en alzoo met het zelve haer vereenigt, en als vereenigt is, en uit kracht van die naeuwe doch zoete bant doet zy dat gene dat de geliefde bevallen of dienen kan.

Daer is zoo iets verborgens in dat men beter gevoelen als uitdrukken kan: die liefde daer wy nu op zien, is die gestalte van het herte, die geestelyke hoedanigheit der ziele, waer door zy haer zoo dichte by de Heere voegt, en zoo naeuw met haer God vereenigt is, door de werkinge des Heiligen Geestes, dat zy als een met de Heere is: en door die vereeniginge verandert zy niet alleen haer wille na des Heeren wille, maer zy neemt een behagen in des Heeren wille, en om dat behagen dat zy in des Heeren willen neemt, daerom wil zy zoo als de Heere wil, en dat wil zy met het herte zoo, zy wil het alle tyt zoo, zy wil het in alle gelegentheden zoo; want haer wille is oprecht: En is die wille zomtyts, en in zommige gevallen flaeuw, of te zoeken, zoo zal zy des zelfs gebrek vinden in 't gebrek der liefde: deze liefde doet haer niet alleen willen zoo als de Heere wil, behagen nemen in des Heeren wille, en door dat behagen in des Heeren wille bewogen worden om te willen dat hy wil.

Maer die liefde doet ook dat zy haer geheel en al wil, en zoekt te schikken om in des Heeren wil hem behagelyk te zyn, en te leven: daer toe

[pagina 44]
[p. 44]

is haere alderinnigste lust, en daer hene strekken zig alle haere betrachtingen uitwendig allerwegen meer of min, na dat die liefde krachtiger of zwakker is, en werkt: en door die liefde tot God zoekt zy haer al hoe langer hoe nader met God te vereenigen, tot dat die bant zoo vast zal wezen dat zy niet vaster en kan, tot dat de liefde volmaekt zal zyn.

Deze liefde en dit geestelyke der wet leert de Heere Iesus zyne leerlingen voor al ter herten nemen en betrachten in al haer doen: dit moet de gront zyn door welke het geloove zig tot alle andere deugden uitstrekt en verspreit; al wat wy doen of denken uit kracht van Gods gebod, daer toe moeten wy bewogen worden uit kracht van deze liefde.

Door deze liefde tot God moeten wy bewoogen worden om ons zelven lief te hebben, om onze godzaligheit en eeuwige zaligheit lief te hebben, deze liefde moeste zoo verre overtreffen de liefde tot ons zelven, als God de Heere ons overtreft: zoo verre als het beminnelyke in God overtreft het beminnelyke in ons, namentlyk, het beginseltje van Gods beelt, indien dat onze beminnelykheit heten mach, want het is Godes: de liefde tot God moeste oneindig overtreffen de liefde tot ons zelven, wy moesten ons zelven maer lief hebben om Gods wille, zoo om dat dat Godes in ons is, als om dat God het ons gebiet.

Waer zult gy nu met uwe meeste liefde heen myne ziele? en wat is dat voor een liefde geweest, een liefde tot God, of een liefde tot u zelven? vernedert u, en dit moet verbetert zyn: verzoekt uw Heere, dat hy u dit nu leere verbeteren door zyn macht, want het komt op doen, op oeffenen,

[pagina 45]
[p. 45]

en practizeren aen, en hoe zult gy 't beginnen? de Heere die het begonnen heeft zal het al verder beginnen, en zal het door zyne hant gelukkelyk doen voortgaen, ja voleindigt en voltrokken doen worden: hoe weet gy dat? om dat zyne liefde zonder gebrek is, en hy door die liefde zyn begonnen werk voltrekken zal, hy is een rotsteen wiens werk volkomen is, kent hem als zoodanig en erkent hem, myne ziele, en zyne goetheit zal hem hier toe wel bewegen: op hem, en op die zyne goetheit hoop en wacht ik, tot dat het die gevallen en goetvinden zal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken