Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen (1718)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen
Afbeelding van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschenToon afbeelding van titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Editeur

Wilhelmus à Brakel



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

(1718)–Sara Nevius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kapittel XVI.

ALs gy dan nu bewogen zynde door liefde tot Gods eere zoekt van uw' Heere zelfs te leeren, om in alle oprechtigheyt te doen wat hy uw ook daer toe leeren zal, 't zy dan met of tegen uw zin, dat gy zoo gezet zyt op die eynden, dat gy 't al evenwel en in alles wilt gehoorzamen, zoo komt dan tot uw' Heere om van hem geleert te worden in alle eerbiedigheit, en diep ontzag voor zyne Hoogheyt, hy is de Konink der Koningen, en de Heere der Heeren, drukt dat uw zelve ter dege diepe in.

Doch komt met een hertelyke en innerlyke liefde tot hem, en tot zyne onderwyzingen, om door het ontzag niet van hem verschrikt te werden: ontzie hem gestadig uyt liefde tot hem en zyne leeringen, achtet voor een onbedenkelyke eere, en voor een onbegrypelyk geluk, indien hy uw verweerdigt zelve te leeren door hem zelfs[.]

[pagina 74]
[p. 74]

't Is een zeer groot voordeel zulken uytstekende leermeester te mogen genieten, ziet deze zyne hoogheyt aen, op dat hy niet en toorne, en uw ledig weg zende: erkennet wel ter dege uwe nietigheyt en onweerdigheyt, om van hem zelve geleert te worden, en zyt zeer begerig na zyne onderrichtingen, of gy krygtze niet: ontfangt het minste onderwysje met dankzegginge, en blydschap, en onthoud het wel ter dege.

En begin het al dadelyk, en terstont te doen; want daer ziet hy na, zoeket de occazie om het te doen, is zy 'er niet: vergeetet dit voor al niet, myne ziele, gy moet zoo veel op hebben met deze heylzame onderwyzingen, of gy zultze minder, of niet verkrygen, en alzoo zondiger en niet minder genade, en met minder vertroostinge leven, en dommer sterven: daer gy in het tegendeel nergens door beter voortgank zult maken in de weg ten hemel, en door geen middel uw beter schatten vergaderen aldaer, als door deze onderwyzingen hoog te achten, en te doen, terstont, ja occazie te zoeken om het ten eersten, en zeer gewillg alzoo te doen.

En vertrouwt het zyne liefde, dat hy u altyt ('t zy dat gy 't verstaet of niet verstaet) het beste voor u leeren zal, en dat ook op de beste maniere, zoo in beleyt van omstandigheyt der zaken, als des tyts: en weest derhalven ook niet te voorbarig, dat gy zoo ras, of zoo haestig iets zoudt willen leeren, als 't uwe Heere anders verstaet.

Gy beoogt iets byzonders, en wat groots van hem te leeren, en goet werk wil tyt hebben, het en mishage u dan niet daer wat op

[pagina 75]
[p. 75]

te wachten, zettet u maer na leeren, gestadig; en laet het uw' Heere u doen verstaen en practizeren, als hy het goet vint, en dat zal dan ook voor u de bequaemste tyt wezen.

Maer allenkskens, zoo plotzelyk en wil het niet zyn, ook niet altemael te gelyk, zoo te weten, dat gy alle geestelyke hoedanigheden en bequaemheden en uytwerkingen even veel zoudet beoogen: uw gebrek is aen de eene zyde meerder als aen de ander, zoo moet gy ook aen de eene kant meerder trachten te leeren als aen de ander.

Ook moet gy niet zoo van 't een op het ander zoeken te springen, zoo ras, eer gy 't eene recht verstaen of gevat hebt, dan vergeet men 't een met het ander, of eer men 't ander weer leert, en men vordert niet veel, dat raekt niet genoeg, dat is het niet: die woorden moeten in het herte gaen en aldaer bewaert worden; en wy moeten al ons leve dage in deze schoole blyven.

En echter door deze gewoone en gemeenzame ommegank met deze Heere der heerlykheyt, en deze lief-hebbende vrient geenzins verachteren in ontzag en eerbiedigheyt ontrent zyne hoogweerdige Majesteyt: dit kan ook niet wezen, myne ziele, want hoe gy uw Heere meerder en nader zult zien, hoe gy meerder ontzag voor hem zult krygen, en hoe gy meerder eerbiedigheyt ontrent hem zult betoonen; want dat gy nu noch niet meerder eerbiedigheyt en ontzag ontrent hem betoont, dat is om dat gy hem niet meerder kent, noch niet dichter by hem zyt.

Och myne ziele wierd gy zoo gelukkig door dit leeren van uwe Heere, dat gy [dich]ter by

[pagina 76]
[p. 76]

hem quaemt, en dat gy hem klaerder zien mocht, en uw zelven verliezen in ontzag, eerbiedigheyt, en liefde ontrent hem: och dat het leergierig herte dit gewenste succes bequam! waer by zoude dat geluk te waerderen zyn!

Nu komt dan, myne ziele, zet u eens na leeren, zet u na stilte, zet u na verlocheninge, zet u na eerbiedigheyt en liefde tot uw' Heere, en na levendige begeerten tot zyne onderwyzingen: uw heyl van aenwas in genade hangt 'er aen, ja uwe eeuwige heerlykheyt.

Schortet dan op de lendenen uwes verstands, zyt wakker, myne ziele, zyt levendig, schrander u op, scherp op uw begryp, uw oordeel, uwe memorie, uwe overleggingen, trachtet dat het alles wel geschikt en werkzaem zy, trachtet uw' herte wel bereyt te houden, en dat gestadig, dat het altyt gedisponeert zy om te vatten 't gene u geleert zal worden, zet u na leeren, als eene die 't meent, dien 't ernst is, die 't zoekt met moeyte en met verlangen, en luystert in die wakkerheyt al gestadig of u niet iets te binnen komt.

Want uw' Heere leert zoo subtyl, zoo inwendig, zoo geestelyk, en zomtyts of dikmael zoo onverwacht, en zoo schielyk, dat het een domme, of slaperige, of achtelooze ziele geenzins verstaen zoude, of begrypen kan: en daerom wetet, dat hy niet leeren wil, noch dat men hem niet hooren kan, ten zy dat men wel ter dege opmerkende is, en lettet wanneer hy leert: ja men moet zomtyts in 't vragen zelfs al eens stil staen, en luysteren naeuw of hy ook iets leert, en of hy ook iets antwoort: ja al wat moeyte doen om te l[uis]teren, of hy ook begint te spreken

[pagina 77]
[p. 77]

letten op ieder woortje, zien of 'er niet een byzonder licht komt, arbeiden wakker te zyn, vlyt te besteden, werkzaem te zyn om zyn zin te vatten, om zyn meeninge te verstaen: dat moeten wy ons al vry wat moeite laten kosten, na die zin moetmen graven als na verborgene schatten, en als dan zyne onderwyzingen wel acht slaen, en onthouden wel ter dege wat hy zegt, en hoe hy 't meent.

Zeit hy, myne schapen hooren myne stemme, zyn zin is, zy hoorenze geerne, en verstaen myn meeninge, die vatten zy, die gehoorzamen zy, daer doen zy na, en op dat wy dat vertoonen waer te zyn, moeten wy altyt zyne leeringen in gebeden veranderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken