Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen (1718)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen
Afbeelding van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschenToon afbeelding van titelpagina van Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Editeur

Wilhelmus à Brakel



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een aendachtig leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van menschen

(1718)–Sara Nevius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kapittel XXXVI.

OOk denk ik wel, uwe Heere mochte het goet vinden ons dochtertje ook zelfs na uw' doot noch te leeren, en op te wekken, door die zelve leringe, en opwekkingen, die hy aen my doet: en misschien ook door die of diergelyke wegh tot hem te leiden, als hy my doet: en als dan ook misschien te vertroosten en op te wekken en sterken, door deze vertroostingen, die hy aen my doet: immers exempelen trekken: zy mochte, ziende dat gy uwe Heer zoo hertelyk gezocht haddet, hem ook te hertelyker zoeken, en te baerblykelyker vinden.

Immers het is uwe plicht om over haer geestelyk wel-leven uwe zorge zoo wel te zenden tot haer goede jaren, ja gedurende haer leven,

[pagina 182]
[p. 182]

na uw' vermogen, als dat gy zoo verre hene om haer lichaem moet denken: ja zoo veel weerdiger als hare ziel is boven haer lichaem, zoo veel heerlyker zal uwe zorge zyn voor haer ziel, als voor haer lichaem, en zoo veel meerder moet gy u verplicht houden om voor haer ziel te zorgen als voor haer lighaem.

Past het vryelyk op beide, de ouders vergaderen schatten voor de kinderen, maer meest op de ziele; want door 't lichaem mosten en willen wy zelfs met voetzel en dekzel alleen te vrede zyn: zoo dan ook daerom gebruik ik uwen dienst door schryven of uw teder beminde dochtertje, (zynde haer eenigh kindt, en doe dit geschreven wierdt ontrent acht jaren oudt) dat noch zoo jonk is, en gy niet weet hoe lange gy het zult konnen uwe Heere leeren kennen, en hoe lange uwe dagen noch zyn zullen, op dat het, zeg ik, ook noch na uw' doot van u leeren mocht den weg des Heeren kennen en bewandelen, en daer toe opgewekt worden door uw' exempel.

Want zy zal na u geen moeder vinden na het lichaem, en wie weet ofze 't ook voor haer ziel zoo vindt, als 't uit uwe genegentheit tot haer voortkomt.

Och myn Heere, weest gy doch en nu, en dan, en eeuwiglyk haere Heere, en leertze u kennen gelyk gy uw dienstmaegt hebt leren u kennen, met een kennisse der liefde, ende der onderdanigheit, houdet doch ook uwe opzigt en bewaringe over haer, gelyk gy over uwe dienstmaegt al hare dagen gedaen hebt, en geleidtze insgelyks door uw' Geest, ja doe alle deze dingen noch veel overvloediger aen haer, op dat zy u

[pagina 183]
[p. 183]

overvloediger verheerlyke, geleidtze alzoo na uwen rate, en neemtze ook daer na tot u in heerlykheit op: hoort doch dit hertelyk verzoek hares moeders voor haer o onze Heere, die gy het begeren haeres grootvaders (Johannes Nevius) voor haer moeder dezen aengaende zoo goediglyk gehoort hebt: gy zyt nu en eeuwigh de zelve Godt, en uwe goedertierentheit blyft de zelve altoos en eeuwiglyk: laetze dan doch van u aengenaem en nimmermeer verlaten worden, weest haer Godt, en geleidt haer tot de doot toe, op dat wy malkanderen by u weder vinden mogen eeuwiglyk: en uwe goedertierentheit ook hier over pryzen, zonder ophouden u verheerlykende.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken