Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten (ca. 1840-1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten
Afbeelding van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten Toon afbeelding van titelpagina van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (16.55 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten

(ca. 1840-1850)–Gustav Nieritz–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 76]
[p. 76]

Achtste hoofdstuk.

Vrolijk uitzigt.

Den volgenden morgen opgestaan zijnde, telde de reizende kapel haren schat eens na, maar ach! er ontbrak menige stuiver, die op den spoorweg, bij den banketbakker, in den fruitwinkel, de komedie en tot andere uitspanningen, verteerd was. Derhalve werd eenstemmig besloten, door verdubbelden ijver en spaarzaamheid het verlies zoo mogelijk weder te vergoeden. Zij gaven elkander juist wederkeerig de hand hierop, toen ze te zamen bij den advokaat dieleman bescheiden werden, welke zijne hardheid, die hij gisteren tegen de kapel betoond had, weder goed wilde maken.

De ontvangst van heden verschilde dus hemelsbreed bij die van gisteren. Een ontbijt wachtte de kinderen, zoo als zij nog nooit gezien, veel minder gesmaakt hadden. Vooral vond de fijne tong van michel veldhorst gelegenheid zich aan nog nooit geproefde lekkernijen te vergasten. Dat een frissche, het gemoed opensluitende wijn er

[pagina 77]
[p. 77]

niet bij ontbrak, kan men ligt denken. De advokaat, sluw als regtsgeleerden meestal, liet de kinderen eerst een weinig bekomen, eer hij er een gesprek mede begon. Toen hij aan het hoogere rood der gezigten, de stouter schitterende oogen, de losser gewordene tong de werking van den opwekkenden drank bespeurde, begon hij tot willem aldus:

‘Mijn goede jongen! ik heb u gisteren zeer slecht behandeld, en dus verschooning voor een groot ongelijk te bidden. Ik beloof u ieder toegebragten slag met klinkende munt weder af te koopen.’

Hier werd willem bloedrood, en de lekkere hap, die hij juist deed, in gal gedoopt; want hij zag hoe zijne makkers hem met groote oogen aanstaarden, terwijl ze vernamen, wat hij wijselijk voor hen verzwegen had.

‘Ziet,’ vervolgde de advokaat, ‘ik zat gisteren juist over eene gewigtige regtszaak, die mij was opgedragen, te studeren, waarbij ik al mijne gedachten moest inspannen. Daar stortte uw onverhoeds getrommel het gansche gebouw mijner overpeinzingen op eenmaal weder ineen. Dit was de reden van mijn toorn, die echter te ver ging, zoo als ik nu gaarne beken. Vertel mij nu eens, lieve jongen, hoe gij heet, van waar gij zijt en wat u naar de hoofdstad gevoerd heeft.’

[pagina 78]
[p. 78]

‘Ik heet willem huiskamp,’ was na eenige aarzeling het antwoord, ‘en ben uit Klarenbron, waar mijne moeder nog leeft.’

‘Huiskamp? willem?’ sprak de advokaat verwonderd. ‘Zonderling: zeer zonderling: neen zelfs wonderbaar, zoo deze naam met de bewuste zaak in verband stond. Zeg mij, hebt gij hier ook een bloedverwant van denzelfden naam? Leest gij te Klarenbron de Leipziger krant ook?’

‘Neen,’ hernam willem; ‘de schoolmeester en de herbergier krijgen te zamen den Saksischen Trompetter, dien de rijke boeren voor geld mede lezen. En een bloedverwant heb ik hier niet; maar alleen een broer en eene zuster.’

De advokaat moes! om deze verklaring lagchen. ‘Dat is jammer, zeer jammer!’ sprak hij met spijt. ‘Ik zou u gaarne aan iets geholpen hebben, wat gij en uwe moeder kondet gebruiken.’

‘Mijne moeder heeft mij wel dikwijls verteld, dat mijn overleden vader een broeder in Dresden heeft gehad, die echter niets van ons wilde weten, dewijl hij kanselarijraad en mijn vader slechts een landman was.’

‘Mijn vermoeden krijgt grond,’ sprak de advokaat verheugd; ‘doch 't is de hoogste tijd dat de erfgenamen zich aanmelden, dewijl in drie dagen

[pagina 79]
[p. 79]

de termijn der dagvaarding verstrijkt. Hoor eens, mijn willem! De man, dien ik voor uw oom houd, was thesaurier alhier. Hij stierf voor een half jaar, en benoemde een wildvreemden en daarbij welgestelden man tot eenigen erfgenaam. Daar echter uw oom steeds zeer sober geleefd en zich armoedig gekleed heeft, en men verzekerde, dat zijne borgtogt niet eens voldoende was om zijne schulden te betalen, zoo deed de erfgenaam afstand van de gansche erfenis, dewijl hij vreesde de begrafeniskosten nog uit zijn eigen zak te zullen moeten betalen. Toen hierop de regtbank de beschikking der nalatenschap aanvaardde bleek het dat de overledene geenszins zoo arm geweest was als men meende. Derhalve werden de bloedverwanten des erflaters (zoo er die zijn mogten) in de couranten opgeroepen zich uiterlijk tot heden over drie dagen bij de regtbank aan te melden en hunne aanspraak op de erfenis te bewijzen. Er heeft zich echter nog niemand opgedaan, en doodjammer zou het zijn zoo het land de gansche nalatenschap inslokte. Ik ben bij u in schuld, lieve willem, en wil die daardoor trachten af te doen, dat ik uwe zaak zonder kosten behandel. Welligt zoudt gij eenige honderd daalders kunnen erven, die gemakkelijk waren mede te nemen. Zooveel bedraagt

[pagina 80]
[p. 80]

alleen de borgtogt, die ik gisteren, als curator des boedels, juist in papier ontvangen en in mijne portefeuille geborgen had, toen de door u herkende dief mij die afpoetste. Welligt hebt gij daardoor zonder het te weten uw erfdeel gered, en uzelven dus beloond, dat gij geenen wrok, wegens de ontvangene slagen, tegen mij betoond hebt. Ik moet nu in de eerste plaats uw doopschijn, alsmede dat van uwen broeder en zuster, en, zoo mogelijk, ook van uw overleden vader hebben. Ik zal dus terstond aan den schoolmeester of predikant van uw dorp schrijven, om de spoedigste toezending daarvan te verzoeken. Ook gij kunt van uwen kant hierom naar Klarenbron schrijven. Voorts wenschte ik uw broeder en zuster, die zich hier ter stede bevinden, eens te spreken, die mij welligt nog nadere inlichtingen dan gij geven kunnen.’

Hier sloot de advokaat zijne lange rede, welker woorden voor willem grootendeels onverstaanbaar geweest waren. Toen echter zijne makkers van eenige honderd daalders hoorden, die willem welligt bekomen zoude, dachten ze bij zich zelven dat zij daarvoor ook wel eens een pak slagen wilden hebben. Zij gevoelden eenige afgunst tegen den kleinen trommelslager.

Deze vatte nu moed en beklaagde zich tegen den

[pagina 81]
[p. 81]

advokaat, dat zijn broeder afwezig was, en hij zijne zuster niet konde uitvinden.

‘Daar zullen wij gaauw raad voor weten,’ zeide de advokaat, en zond een zijner klerken naar het dienstboden-kantoor, om te onderzoeken, waar en bij wie johanna huiskamp diende. Spoedig kwam deze terug, zijnen heer een briefje overgevende, 'tgeen hij las en daarop aan willem toereikte, zeggende: ‘Nogmaals wonderbaar! zeer wonderbaar!’

Willem zag echter niets wonderbaars in het briefje, maar alleen den naam, straat en nommer, waar hij zijne zuster te zoeken had.

Verzadigd en versterkt verlieten nu de medeleden der kapel den advokaat, welke zich zoo milddadig en liefderijk jegens hen bewezen had, en beloofde hen verder te zullen helpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken