Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten (ca. 1840-1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten
Afbeelding van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten Toon afbeelding van titelpagina van Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (16.55 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten

(ca. 1840-1850)–Gustav Nieritz–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

Tiende hoofdstuk.

De beloonde liefdedienst.

‘Zoo als ik u zeg,’ sprak de majoor op non-activiteit, de heer van bergen, tot zijnen broeder, den artillerie-kapitein, ‘de grap had zeer gek voor ons kunnen afloopen. Men had mij in den slaap overrompeld als eene muis in den val; het ware misschien met vrouw en kinderen gedaan geweest, om niet eens van het verlies van goederen te spreken. Ik lig en droom juist van de laatste revue, toen mij iets aan den baard krabbelt. Ik word wakker en zie eenen kleinen kabouter voor mijn bed staan, die mij van dieven en roovers revelt. Ik spring uit het bed, en grijp naar degen en pistolen! Het spijt mij echter nog altijd dat ik niet eenige van die vermetele kerels heb neergeschoten. Maar ik moet mij schamen, dat in mijn kleinen redder niet beloond, zelfs niet bedankt heb. Hij is mij ongemerkt uit het gezigt gekomen, zonder dat ik er aan dacht. Om mijn onregt eenigzins weder goed te maken heb ik mij het arme meisje

[pagina 91]
[p. 91]

aangetrokken, dat men in 't rooverhol gevonden heeft. De kleine is bij mij te huis; is gehoorzaam, vlijtig en belooft een goed wezen te worden, waarom ik ze ook niet wil verlaten. Desniettemin zou ik den kleinen jongen, die om mijnentwil menige kwelling heeft uitgestaan, ook gaarne mijne dankbaarheid bewijzen.’

‘Heer kapitein!’ meldde de binnentredende oppasser, ‘een kleine knaap wenscht u te spreken. Hij heeft eene trom op den rug.’

‘Als hij misschien tamboer wil worden,’ sprak de kapitein, ‘wendt hij zich tot den verkeerde. De artillerie heeft geene tamboers meer. Laat hem binnenkomen.’

‘Allergenadigste heer kapitein of generaal,’ begon hij, ‘ik wilde u alleronderdanigst verzoeken mijnen broeder, zoodra hij van het transport terug komt, dat, zoo ik gehoord heb, heden avond zal zijn, voor acht dagen verlof te geven. Er staat ons een onmenschelijk groot geluk te wachten, als, namelijk, de advokaat dieleman geen windmaker is; en nu wilden wij onze goede moeder langzamerhand een weinig voorbereiden, opdat ze van te groote blijdschap niet ziek worde, namelijk: ik, hanne en mijn broeder herman, die er zelf nog niets van weet. - Als het rad loopen zal moet het

[pagina 92]
[p. 92]

gesmeerd worden, zegt onze herbergier, die er zelf een wagen op nahoudt, en het dus wel weten zal. Allergenadigste heer kapitein of generaal! merkt gij nog niet wat ik bedoel? Ruikt gij nog niet waarmede ik uwe gunst wil koopen, opdat gij mijn broeder naar Klarenbron zoudt laten gaan? Het is de schoonste geitenkaas, zoo als de boer stronk zelfs geen betere heeft - zij kost twaalf stuiver en ik heb hem nog tien mijlen gedragen buitendien. Neem hem genadig aan. Zooveel komijnkorrels er in zijn, zooveel jaren moogt gij nog leven, opdat gij eindelijk nog korporaal wordt.’

Deze rede miste geheel haar doel. De kapitein zette een stuursch gezigt en zeide streng: ‘Zwijg met uwe zotheid! Ik laat mij niet voor den gek houden, en 't allerminst door u, neuswijze knaap. Hoe heet uw broeder, dien gij voor eene geitenkaas van de dienst denkt vrij te koopen?’

‘Herman huiskamp heet hij,’ sprak willem zachtkens en aarzelend.

‘Dat is, gelukkig, een wakkere jongen,’ hernam de kapitein, ‘om zijnentwil zal ik uwe malle boodschap vergeven. Maar scheer u nu dadelijk van hier niet uwe geitenkaas.’

‘Met verlof, broeder adolf,’ fluisterde de majoor, ‘laat mij voor eenige oogenblikken kapitein

[pagina 93]
[p. 93]

in uwe plaats zijn. Ik hoop, dat gij zult goedvinden 't geen ik als zoodanig doe.’ Hij trad vóór willem en hem stijf aanziende, vroeg hij: ‘Kent gij mij nog, knaap?’

Willem beschouwde den vrager opmerkzaam, en zeide na korte bedenking: ‘Ik zou willen wedden, dal gij de heer waart, die zich den knevel opgebonden had, toen ik -’

‘Moet gij dit terstond uit de school klikken?’ sprak de majoor, vlugtig blozende. ‘Zulks geschiedt niet meer, verzeker ik u, daar ik door u geleerd heb, dat men zelfs in zijn bed en des nachts niet eens voor vreemd bezoek veilig is. Dus, gij kent mij nog. Ik u insgelijks. Hoor nu! Uw broeder herman zal geene acht, maar veertien dagen verlof hebben, en dat om uwentwil. Maar zeg, welk een onmenschelijk geluk gij te wachten hebt?’

‘De heer advokaat verzekert,’ antwoordde willem, ‘dat wij rijk zullen worden, verscheiden honderd gulden zullen erven, en daarvan eene boerenplaats kunnen koopen, die mijn broeder herman en zuster hanne zullen besturen.’

‘Dan moest hij zijn ontslag nemen,’ zeide de majoor. ‘Hoe lang dient uw broeder al?’

‘Drie jaren,’ antwoordde de kapitein in willems plaats.

[pagina 94]
[p. 94]

‘Dus zou hij zich voor honderd daalder vrij kunnen koopen,’ merkte de majoor aan. ‘Nu, willem, wordt uwe hoop vervuld, dat gij eene boerenplaats krijgt, dan koop ik uw herman van de soldaten vrij. Honderd daalder is de dienst wel waard, die ge mij en de mijnen in dien nacht bewezen hebt. Wanneer zal de reis geschieden?’

‘Vrijdagmorgen,’ antwoordde willem verheugd, ‘opdat wij zaturdag avond te Klarenbron kunnen aankomen.’

‘Nu,’ sprak de goedhartige majoor, ‘ik zal u met mijn grooten mandewagen laten wegbrengen, dan hoeft ge den verren weg niet weder te voet te loopen. Toegestaan, broeder adolf?’

‘Toegestaan,’ antwoordde deze glimlagchend. ‘Uwen redder mag ik toch niets weigeren! - Maar daar ik niet van kaas houd, moogt gij ze met uwen broeder herman op mijne gezondheid gebruiken. Zoodra hij van avond aankomt zal ik hem bij u zenden.’

Dit was alles wat men slechts wenschen kon, en meer dan willem gehoopt had. Met de vurigste dankbetuigingen verliet hij de beide broeders. ‘Wanneer wij tegen kermis werkelijk eene boerderij hebben en koeken bakken,’ deed hij bij zichzelven de gelofte, ‘dan zal de heer kapitein eene krentenkoek

[pagina 95]
[p. 95]

hebben; die hij zeker niet zal verachten, zoo als mijne geitenkaas.’

Vrijdagmorgen vroeg hield de mandenwagen met twee fraaije bruine paarden bespannen en door een koetsier geleid, werkelijk voor den Ossenkop stil. Hij was ruim genoeg om niet alleen het drietal broeders en zuster, maar bovendien de gansche reizende kapel met hare bagaadje op te nemen. Op raad des advokaten had hanne hare wonderlijke mevrouw vaarwel gezegd en voelde zich als uit de slavernij verlost. Willem liet er zich niet weinig op voorstaan naast een knappen artillerist te zitten, wiens ster op de chako als die van een prins schitterde. Volgens eenstemmig besluit maakte men een kleinen omweg en reed door de straat waar hermans kapitein woonde, om dien van uit den wagen een lof- en danklied voor te musiceren, 't welk hij met een vriendelijken groet en den wensch voor eene goede reis beantwoordde. Hartelijk verheugd reden zij verder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken