Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weet je nog wel van toen? (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weet je nog wel van toen?
Afbeelding van Weet je nog wel van toen?Toon afbeelding van titelpagina van Weet je nog wel van toen?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.42 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weet je nog wel van toen?

(1905)–Henriette van Noorden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 46]
[p. 46]

Het zakmes.

illustratiech moe, ik zou toch zoo dolgraag een zakmes hebben. Toe, wanneer krijg ik er nu een? Het heeft al driemaal nummer één op mijn verlanglijst gestaan, ik ben nu toch wel al groot genoeg.’ ‘Kijk, als je net zoo lang spaart, tot je er zelf een koopen kan, en je me belooft er heel voorzichtig mee te zijn, dan zullen we verder zien,’ zegt moeder.

‘Ja maar, moe, dat kan nog zoo erg lang duren, een echt mes kost wel vijfendertig centen en elke week twee centen, dan moet ik nog wel haast vier maanden wachten.’ ‘Dat is niets, dan ben je net zoo wat jarig, dat treft mooi, dat komt juist uit zooals ik zei, tegen je twaalfden verjaardag, en dat vind ik nog vroeg genoeg.’

Elken Zondag werden nu netjes de twee centen in een doosje gelegd

[pagina 47]
[p. 47]

en telkens ging Jan ze natellen, al kon hij zoo ver nog niet zijn. Nu en dan kwam er wel eens een extra cent bij en na eenige maanden was hij zoo ver dat hij bijna het noodige geld bij elkaar had.

Voor elken winkel, waar zakmesjes te koop lagen, bleef Jan staan. Het was een toer om zijn keus te vinden, want hij wou er natuurlijk een hebben met zoo veel mogelijk mesjes er in. Eindelijk had hij er een gevonden en hij was al bang, dat het misschien verkocht zou zijn vóór hij de heele vijfendertig centen bij elkaar had gespaard. Nu nog maar een paar weken en dan moesten wat touwtjes en knikkers in Jan's zakken plaats maken voor het zakmes.

Juist in dien tijd werd Jan's grootmoeder gevaarlijk ziek, zóó erg dat de dokter heel bang was, dat zij nooit meer beter zou worden. Jan's moeder was den heelen tijd van huis om grootmoeder op te passen. Na een week van angstige, verdrietige dagen zei de dokter dat het gevaar gelukkig geweken was en grootmoeder waarschijnlijk Zondag weer uit het bed mocht en haar kleinkinderen haar even goedendag mochten komen zeggen. Dat was een vreugde, toen moeder Zaterdags

[pagina 48]
[p. 48]

zei: ‘Jongens, als jullie heel stil zult zijn, mag je grootmoe even goeien dag zeggen en feliciteeren met haar beterschap.’

Nu kwam er een heel moeilijke avond voor onzen Jan.

Bijna was hij er met zijn mesje, maar - grootmoeder hield zoo veel van bloemen, vooral van reseda's, en hij had juist bij den tuinman zulke prachtige potjes gezien. Wat zou hij doen? Moeder vragen? Och neen, hij moest het heel alleen met zich zelf klaarspelen. Maar erg moeilijk was het toch! 's Middags op school had hij nog, toen Frans zoo pronkte met zijn zakmes, gezegd: ‘Heb maar niet zoo'n drukte met je mes, hoor, ik ga er een koopen dat wel duizend maal mooier is.’ En nu - als hij vijf en twintig centen voor dat potje gaf, zou het weer zoo'n tijd duren eer hij ook een mes had. Maar - grootmoeder was toch weer beter en ze hield zoo veel van reseda, wat zou ze opkijken als hij zei: ‘Hier grootmoe, dat hebt u van mij, omdat ik u weer goedendag mag zeggen en omdat u weer beter bent.’ - Neen, hij zei er niemand wat van en morgen ochtend zou hij naar den tuinman gaan om het mooiste potje uit te zoeken.

[pagina 49]
[p. 49]

En vast besloten ging Jan naar zijn bed.

Niemand wist iets van zijn plannetje.

Den volgenden morgen, heel vroeg, ging hij naar den tuinman en na lang zoeken vond hij een potje dat het lekkerst rook en de meeste knoppen had. Vol verwachting van wat grootmoe er van zou zeggen, droeg hij heel voorzichtig zijn schat naar grootmoeders huis.

Op de teenen liep hij de trap naar de slaapkamer op, deed voorzichtig de deur open en zette zijn potje voor grootmoeder neer.

‘Dag grootmoe, ik ben blij dat u weer beter bent en dat krijgt u van mij omdat u zoo veel van reseda houdt,’ zei hij met een vuurroode kleur.

‘Ik dank je vriendelijk, jongen, het is prachtig hoor, en wat ruikt het heerlijk. Nu zal ik wel weer gauw heelemaal beter worden.’

Langer mocht Jan niet blijven. Moeder ging even met hem mee in de gang.

‘Dat vond ik nu echt aardig van je, dat je grootmoe zoo verraste met die prachtige reseda. Maar je zakmes?’

[pagina 50]
[p. 50]

‘Ja moe, 't was erg moeilijk, maar ik ben toch blij dat ik het heb gedaan. Ik heb toch niet alles uitgegeven.’

Een paar weken later was Jan jarig en ik hoef jullie zeker niet te vertellen dat hij van zijn grootmoeder een prachtig zakmes kreeg dat hij altijd zal bewaren.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken