Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het bosken en Het theatre (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het bosken en Het theatre
Afbeelding van Het bosken en Het theatreToon afbeelding van titelpagina van Het bosken en Het theatre

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.14 MB)

XML (1.97 MB)

tekstbestand






Editeur

W.A.P. Smit



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het bosken en Het theatre

(1979)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bijlage IV Vermoedelijke bronnen der Bijbelcitaten in ‘Het Theatre’

Een onderzoek naar de Bijbeluitgave(n), die Jan van der Noot gebruikt kan hebben om er de in Het Theatre aangehaalde Bijbelteksten aan te ontlenen, heeft niet tot een duidelijk resultaat geleid. Het meest waarschijnlijk is, dat hij zich - met behoud van enige zelfstandigheid - voornamelijk richt naar het zogenaamde Biestkenstestament, maar daarnaast ook de Deux-Aesbijbel en de Vulgaat benut.

Het Biestkenstestament is een Doopsgezinde vertaling van het Nieuwe Testament, aanvankelijk gedrukt door Mattheus Jacobszoon in Keulen (1554), maar vooral bekend geworden door de edities van Nicolaas Biestkens van Diest (en naderhand Lenaert der Kinderen) in Emden. De Deux-Aes is een Gereformeerde Bijbeluitgave, samengesteld uit een vertaling van het Oude Testament door Godfried van Wingen (naar de Luthertekst) en van het Nieuwe Testament door Johannes Dyrkinus; zij verscheen voor de eerste maal bij Gillis van der Erven in Emden (1561-1562). Tussen 1562 en 1568, het verschijningsjaar van Het Theatre,

[pagina 363]
[p. 363]

kwamen er zowel van de Biestkenstekst als van de Deux-Aes diverse edities van de Emder persen; zij verschillen onderling echter zo weinig, dat het onmogelijk is nauwkeurig te bepalen welke druk(ken) Van der Noot vóór zich gehad zal hebben.

Uit de hieronder volgende weergave van Efeziërs 6:10-18 blijkt duidelijk, hoe de tekst van Van der Noot zich verhoudt tot die van Biestkens, Deux-Aes en Vulgaat. Men krijgt inderdaad de indruk, dat hij de ene versie aanvult en uitbreidt met gedeelten uit de beide andere.

I. Het Theatre (fol. M.7. verso; hiervóór pag. 350, re. kol., reg. 6 vv.)

Lieue broeders sterct v inden Heere ende inder macht sijnder crachten: trect ane de wapenen Gods, op dat ghy staen moecht teghen de listighe aenuechtinghen des duyuels, want wij en hebben niet te campen teghen vleesch oft bloet, maer teghen de ouerste, tegen de Vorsten machten ende gheweldighe deser werelt, de regenten der duysterheden deser eeuwen, teghen de gheestelycke boosheden, teghen de boose gheesten der locht onder den hemel. Hieromme nempt de gheheele wapen Gods, op dat ghy moecht wederstaen inden quaden dage, ende van alle quaet beschermt worden. Dus staet dan v lendenen omgort hebbende met der waerheyt, ende v borste bedect met den creeft der gherechticheyt, ende aen v voeten geschoeyt tot bereydinghe des Euangeliums des vredes. In alle saken ende tijden: grijpt ende hout den schilt des gheloofs met den welcken ghy alle vierighe pijlen des boosen vyants van v weiren ende wtblussen condt. Neemt ooc den helm der salicheit, ende het sweert des gheests, dat is, d'woort Gods, ende bidt ghestadelyck (in alle v aenuanghen) sonder ophouden, met bedinghe ende smeekinghe inden gheest.

II. Biestkens (Emden 1562):

Ten laetsten mijn broeders/ weest sterc door den Heere/ ende door de macht zijnder stercheit. Doet aen het harnas Gods/ op dat ghy staen moecht tegen den listigen aenloop des duyuels. Want wy en hebben niet met vlees ende bloet te campen/ mer tegen Vorsten ende geweldige/ tegen de heeren der werelt/ regenten der duysternissen deser werelt/ tegen de geesten der boosheyt onder den hemel. Daerom so neemt het harnas Gods/ op dat ghy moecht wederstaen inden quaden dach/ ende in alle dingen bereyt staen. So staet nv/ omgort uwe lendenen metten gordel der waerheyt/ ende zijt aengetogen metten creeft der gerechticheyt/ Ende geschoeyt aen uwe voeten dat ghy bereyt zijt totten Euangelium des vredes. Bouen alle dingen grijpt aen den schilt des geloofs/ metten welcken ghy cont wtblusschen alle vierige pijlen des bosen viants. Ende den helm der salicheyt neemt aen/ ende dat sweert des geests/ welc is dat woort Gods. Ende bidt altijt in allen aenleggingen met bidden ende smeecken inden geest.

III. Deux-Aes (Emden 1562):

Ten laetsten myne broeders/ wordet machtich inden Heere/ ende in de sterckte zijnder cracht. Doet aen alle wapenen Gods/ op dat ghy moecht staen teghen de listen des Duyuels. Want wy en hebben den strijdt niet teghen vleesch ende bloet/ maer teghen de Ouerste/ teghen de Machten/ teghen de Gheweldighe der werelt/ der duysternisse deser eeuwen/ teghen de gheestelicke boosheden inder locht. Hieromme neemt aen de gheheele wapen Gods/ op dat ghy moecht inden boosen dach teghenstaen/ al volbracht hebbende/ ende blijuen staende. So staet dan uwe lenden ommegort hebbende met der waerheyt/ ende de borst bedeckt met de rechtueerdicheyt: Ende de voeten gheschoeyt met veerdicheyt des Euangelij des vredes. Bouen al neemt aen den Schilt des geloofs/ waer mede ghy moecht alle de vyerighe pijlen des boosen wt blusschen. Ende neemt den Helm der salicheyt/ ende het Sweert des Gheests/ het welc is Gods woort. Met aller biddinghe ende smeeckinghe biddende te aller tijt inden Gheest.

IV. Vulgaat (Antwerpen 1561):

De caetero fratres, confortamini in Domino: & in potentia virtutis eius. Induite vos armaturam Dei: vt possitis stare aduersus

[pagina 364]
[p. 364]

insidias diaboli, quoniam non est nobis colluctatio aduersus carnem & sanguinem: sed aduersus principes & potestates, aduersus mundi rectores tenebrarum harum, contra spiritualia nequitiae, in coelestibus. Propterea accipite armaturam Dei: vt possitis resistere in die malo, & in omnibus perfecti stare. State ergo succincti lumbos vestros in veritate, & induti loricam iustitiae, & calceati pedes in praeparationem Euangelij pacis: in omnibus sumentes scutum fidei, in quo possitis omnia tela nequissimi ignea extinguere. & galeam salutis assumite: & gladium spiritus (quod est verbum Dei) per omnem orationem & obsecrationem orantes omni tempore in spiritu.

W. VERMEER


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Het theatre oft toon-neel

  • Het bosken en Het theatre


auteurs

  • W.A.P. Smit