Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Titelvel 1588

Ontstaan

Het eerste titelvel van deze nieuwe reeks is zeer functioneel opgevat: men treft er enkel loftuitingen aan ter ere van Jan van der Noot zelf. In dezen vormt het een trouwe navolging van het titelvel 1584-1585, waarvan het ook de titelplaat overgenomen heeft, evenals de plaatsing van een portret van de auteur op f 2v.

Inhoud

-Griekse verzen van Winandus Catharinus Palaeopolitanus (13-24) en Latijnse vertaling ervan (26-37) door Jacob Roelandts Jr.
Zie dennetieres 81-92 en 94-105.
-Lofdicht van Etienne de Walcourt (39-50)
Pindarus en Homerus gelden als de voornaamste Griekse dichters, de eerste in het lyrische genre, de andere in het epische. Bij de Romeinen geldt dezelfde appreciatie t.a.v. Horatius en Vergilius. In de Nederlanden echter is zulke verdeling overbodig: Van der Noot is onovertroffen in beide genres.
-Verzen van Godfrid Upherten (53-70)
Zie dennetieres 144-161.
-Lofdicht van Albrecht van den Velde (74-89)
Nadruk op het stichtelijk karakter van Jan van der Noots poëzie; vergelijking met Pindarus en Homerus.
-Sonnet van Luis Franco (92-105)
Van der Noot is gelukkig door weergaloze gaven: de schoonheid van Olympia en het dichterschap dat hem door Apollo zelf verleend is. Als lyricus is Van der Noot de gelijke van Pindarus en Horatius. Zijn dichterlijk talent verzekert hem de onsterfelijkheid, waarin tevens zijn lofdichter deelt.
-Sonnet van Nicolo Artusino (107-120)
Van der Noot wordt geprezen om zijn deugd en om het talent, dat hij van Phoebus ontvangen heeft en waardoor hij voor zijn vaderland roem verwerft. Daarom moet Antwerpen zich verheugen, dat de hemel haar zulke genade geschonken heeft: door hem zal de stad ontsnappen aan vergetelheid, tijdsverloop en dood.

Bronnen

Is reeds de conceptie van dit titelvel weinig oorspronkelijk, een deel der opgenomen teksten is het evenmin.

[pagina 135]
[p. 135]

11-37 = dennetieres 79-105
51-71   140-162
72-89 = D. Aelbrecht van den Velde...(OE, [135])

De sprekende regel op f 2v is overgenomen van de titelplaat van Ext.

Varianten

In titelvel 1588 zijn de volgende wijzigingen vrij stelselmatig uitgevoerd tegenover dennetieres en OE, [135]:

1)hoofdletters weg: 78, 79.
2)spelling -dt op het einde van een woord: 80, 81, 85.
3)actualisering van de tekst: 79.
4)verbetering van het vers: 33, 83.
5)nieuwe drukfouten: 53, 62, 64, 67, 80.

Verklarende aantekeningen

Voor de titelhoutsnede zie men de Analytische bibliografie.

2 poeticsche: zie titelvel 1580-1581 2
Magnanimos...(sprekende regel op f 1r) kan een aanpassing zijn van een vers uit een lofdicht aan Van der Noot (maes 123-124).
11-37: zie dennetieres 79-105
37 Pax pia probis: deze leuze van Etienne de Walcourt is een regel te hoog geplaatst, waardoor men abusievelijk zou kunnen denken dat deze spreuk het devies is van Jacob Roelandts Jr.
38 VVaclovrt: lees VValcovrt; zie voor deze auteur voorwerk 1580-1581 87
40 Gregeois: Grecs Huguet, IV, 368 (s.v. Gregeois)
42 Ausoniens: de Romeinen; Griekse benaming voor de bewoners van midden-Italië.
Calabrois: Horatius was geboren te Venusia in Apulië; het zuidoostelijk schiereiland van Italië heette in de oudheid Calabria (het huidige Calabrië duidt daarentegen het zuidwestelijk schiereiland aan); zie Pauly-Wissowa, III, 1325-1326 (Hülsen).
43 lire: voor lyrische poëzie
44 Mantôuan: Vergilius wordt net als Horatius in 42 aangeduid door zijn geboorteplaats Andes bij Mantua.
45 Harpeur: poète Huguet, IV, 448 (s.v. Harpeur)
48 sons: chants Huguet, VII, 29 (s.v. Son)
49 sus: au dessus de Huguet, VII, 151 (s.v. Sus)
Belgiens: de inwoners der Nederlanden, afgeleid van de Latijnse naam Belgium voor het gehele gebied.
50 sola spes devs: niet de spreuk van Walcourt, maar misschien van Jacob Roelandts Jr.?
51-71: zie dennetieres 140-162
53 en 64: wiet: lees weit
62 fer: lees ser
67 Daun: lees Dann
72 Aelbrecht van den Velde: de enige verwijzing aangaande deze figuur vindt men in OE, [236].
79 v werken: wijziging in de tekst tegenover Ext en CB/Abr, om het gedicht ook voor de PW te laten gelden.
80 verheuhdt: lees verheughdt
84 Son': Gods zoon, Christus, verlicht al het aardse, net zoals Apollo (76-77); vermoedelijk om dit ver doorgedreven parallellisme is in alle versies van dit gedicht (Ext, CB/Abr en hier) ‘zoon’ gespeld als Son'.
85 v (1ste maal): lijd. vw. van seyndt (84)
88 Pindarus en Homerus (89) kunnen in deze aanvullende verzen ingelast zijn in navolging van de voorstelling bij De Walcourt (39, 41).

[pagina 136]
[p. 136]

  hoot: hoofd; Brabantse vorm, die nog elders bij Van der Noot voorkomt; zie vrouwen 188.
105 ser. de. v.s.l.: servidor de vuestra señoria Luis (Franco); zie over deze dichter Smit-Vermeer, 110.
106 Poëta Laureato: op al zijn portretten wordt Van der Noot inderdaad gelauwerd voorgesteld.
120 Servitor...: Servitor di vostra signoria Nicolo Artusino; deze lofdichter is elders onbekend.
123 Dei: hiermee zijn de godsdienstige stukken bedoeld in slotvel [1] en [2].
124 Duces: men zie de opdrachten van Het Bosken, Stammbuch en Theatrum.
verae Virtutis alumnos:
de gewone betiteling die Van der Noot aan zijn publiek verleent. Deze Latijnse uitdrukking kan hij ontleend hebben aan Du Bellay, die eveneens de ‘uerae virtutis alumni’ toespreekt in Ad Ianvm Avansonivm, 1; zie Joachim du Bellay, Poésies françaises et latines, avec notice et notes par E. Courbet, Paris, 1918, I, 468.
127 Aonidum: de muzen, aldus genoemd naar de oude stam der Aones; zie Der kleine Pauly, I, 417.
131 claris Virtute viris: identiek met de verae Virtutis alumnos (124)
136 Waer onder: Onder welke gedaante
dry: de drie godheden zijn afgebeeld op de titelhoutsnede.
139 sijns Liefs: dit gegeven ontbreekt in de Latijnse versie.
140 padden: dit beeld is wel gekozen omdat padden volgens het volksgeloof gevaarlijke, giftige dieren zijn WNT, XII, 125 (s.v. Pad)
142 bat: beter WNT, II, 1066 (s.v. Bat)
143 ons: van de muzen
144 croondt: zie Sap. 5:17; II Tim. 4:8


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken