Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Arnesto (1594)

Ontstaan

Zie inkoomste

Inhoud

-Verklaring van de betekenis der planeten (5-28)
Elk van de planeten schenkt aan de nieuwe landvoogd zijn - of haar - kenmerkende goede eigenschappen.
-Inscriptions (98-161)
Een reeks allegorische figuren evenals de dichter worden aan het woord gelaten om een heilwens ter ere van Ernst uit te spreken.

Bronnen

86-93 = farneze 307-313
94 = Joachim du Bellay, Poésies françaises et latines, avec notice et notes par E. Courbet, Paris, 1918, II, 453, nl. de titel zelf Inscriptions.
101   Inscriptions. Le roy catholique, II, 2 (ed. Courbet, II, 455)

103-106 Le roy treschrestien, III   453-454
108-111 Le roy-daulphin, I   456
113-116 La royne treschrest., II   454
118-121 Sur la paix et sur les mariages, I 463
123-126   VII 464
128-131   II 463
138 Monsieur de Savoye, III, 2   458

Varianten

Voor 86-93 leert ons de vergelijking met farneze 307-313 dat

1)op twee plaatsen het citaat verbeterd werd: 91 (sententiarumque) en 92 (ornat, nonne)
2)een fout onveranderd overgenomen werd: 86 (commandatissimi).
[pagina 162]
[p. 162]

Verklarende aantekeningen

4 Capiteyn general: zie inkoomste 8
5 DE Planeten: zoals reeds gezegd in inkoomste rept Bochius met geen woord over de opstelling van deze beelden ter gelegenheid van Ernsts blijde inkomst. Daarentegen weten wij dat zij de Antwerpse Grote Markt versierd hebben op 27 aug. 1585 bij Farneses triomftocht door Antwerpen. Het meest volledige verslag hiervan vindt men bij Emmanuel van Meteren, Historie der Neder-landscher ende haerder Na-buren Oorlogen ende geschiedenissen, s'Gravenhaghe, 1614, 240v b; over het tafereel dat ons hier aangaat luidt zijn versie als volgt: ‘Van daer is de Prince gecomen in de groote Kercke / aldaer te Deum laudamus gesongen wert. Van daer is hy op de Marct ghecomen / daer waren voor het Stadthuys gestelt seven statuen van seven Planeten / van Coper gegoten by Jacques Jongelingh / ende eenen Coperen Bacchus in de middel van de Marckt’. Van Meterens verhaal wordt bevestigd door Papebrochius, IV, 202: ‘Hinc [uit de kathedraal] egressus vidit in foro septem Planetarum statuas, a Iacobo Iongelinx aere fusas, aeneumque Bacchum in medio foro’. Een plaat van Frans Hoghenberg in Michaël Aitsinger, De leone belgico, eiusque Topographica atque historica descriptione liber, [Keulen, 1596], pl. na 387, stemt volkomen overeen met Van Meterens weergave van de volgorde der opgestelde decoraties over het gehele verloop van de gevolgde weg. Daarbij ziet men duidelijk de zeven beelden der planeten parallel met de gevel van het stadhuis op een rij gerangschikt. Hoghenbergs gravure is afgebeeld in Irmengard von Roeder-Baumbach, Versieringen bij blijde inkomsten gebruikt in de zuidelijke Nederlanden gedurende de 16e en 17e eeuw, Antwerpen, 1943, 171 fig. 89. Dezelfde plaat is als model genomen voor de illustratie in Pieter Bor, Oorspronck, begin ende vervolgh der nederlantsche Oorlogen, Leyden-Amsterdam, 1621, III, Boek 20, 53r.
Deze zeven beelden zijn niet speciaal gegoten voor Farneses intocht, maar wel te dien einde door de stad aangekocht; zij waren reeds besteld bij Jacques Jonghelinck door zijn broer Nicolaas op 17 mei 1570; zie AA, 2de reeks 3 (1928), 196.
Van der Noot vermeldt hier slechts zes planeten (Jupiter, Mars, de zon, Venus, Mercurius en de maan), de enige overblijvende (Saturnus) komt eveneens aan het woord in de volgende Inscriptions (97 e.v.). De eigenschappen, die door de planeten worden toegekend, stemmen overeen met de traditionele astrologische voorstelling van zaken; zie F. Lippmann, The seven planets. Translated by Florence Simmonds, London..., 1895, 3-4. Dat Van der Noot niet onkundig was van deze wetenschap had hij reeds bewezen in de LvB; zie verder de toelichting van prof. Zaalberg in LvB, XXVI-XXIX.
8 Jouen: lees Jouem
9 Maertem: lees Martem
10 sy: lees syn
11 Phebum: voor de zon
16 recht op: oprecht WNT, XII, 3de stuk, 607 (s.v. Rechtop)
17 cloec: verstandig WNT, VII, 4183 (s.v. Kloek)
hooghe: buiten bereik van het gewone verstand WNT, VI, 1010 (s.v. Hoog)
18 scherp-sinningh: lees scherp-sinnigh
21 Cyntiam: epitheton voor Artemis, aldus genoemd naar Cynthus, een berg op het eiland Delus, waar zij samen met haar tweelingbroer Apollo geboren is. Artemis (Diana) is o.a. godin van de maan.
24 te bat: zoveel te beter WNT, II, 1067 (s.v. Te bat)
27 Doende: bepaling bij Godt (26)
spreken: aankondiging van 98 e.v.
28 De Hemelsche: De planeten (lett.: de bewoners van de hemel) WNT, VI, 563 (s.v. Hemelsche)

[pagina 163]
[p. 163]

29 Nach dem: Da, weil; de spelling in twee woorden is nog gewoon in de 16de eeuw DW, VII, 34 en 35 (s.v. Nachdem)
wollet: imperat. mv.; de vorm met -e- is gewoon DW, XIV, 2, 1328 (s.v. Wollen)
30 Vberlendish: het Duits tegenover het Nederlands DW, VII, 1095 (s.v. Oberländisch)
31 werflushighe: lees überflushighe
tughendt vnd gnaden:
‘soweit die tugenden von gott eingegossen sind (virtutes infusae) haben sie zusammenhang mit der gnade’ DW, XI, 1, II, 1595 (s.v. Tugend)
32 durchluchtigen: durchlauchtigen; tot in de 18de eeuw was de spelling durchleuchtig de meest voorkomende DW, II, 1639 en 1646 (s.v. Durchlauchtig)
ond: geen drukfout DW, XI, 3, 405 (s.v. Und)
vberflusigh: ‘adverbiell in der bedeutung “reichlich” seit dem 16. jahrh. verwendet’ DW, XI, 2, 226 (s.v. Ueberflüssig)
34 Destins: vermoedelijk identiek met de schikgodinnen
Perqnes: lees Perques, de drie Parcae of Moerae die het lot van de mens bepalen
die Zaichen des Zodiacx: de twaalf sterrenbeelden van de dierenriem, die in de astrologie een grote rol spelen bij het trekken van de horoscoop.
36 miltigleich: freigebig, reichlich DW, VI, 2215 (s.v. Mildiglich)
37 bequemer: geschickter DW, I, 1481 (s.v. Bequem)
daer...sur (38): wozu DW, II, 876 (s.v. Dazu)
38 ansherwellet: lees ausherwellet
haet:
‘gegenüber diesen formen [2de en 3de pers. enk. met -a-] haben sich solche, in denen der vocal e lebt, in die oberdeutschen mundarten zurückgezogen’ DW, IV, 2, 47 (s.v. Haben)
des: deshalb, daher DW, II, 1027 (s.v. Des)
39 fur mits: wegens, om MNW, VIII, 2148 (s.v. Vermits)
wolfart: de schrijfwijze zonder h in wo(h)l overweegt in de 16de eeuw DW, XIV, 2, 1026 (s.v. Wohl)
40 scheoner: lees schoener
anch:
lees auch
41 ertzlicher ontsterbliche: etliche Götter DW, III, 1178-1179 (s.v. Etslich); vgl. 61 en 79.
sententiosa: Lat. leenwoord, rijk aan gedachten
Epigrammata: 98 e.v.
42 warlich: ‘früher wird wahrlich als nachdrückliche bekräftigung empfunden’ DW, XIII, 931 (s.v. Wahrlich)
43 wil: optatief DW, XIV, 2, 1338 (s.v. Wollen)
froomen: tüchtigen; ‘nhd. schriften des 16. jahrh. gewähren noch häufig...from, mit einfachem m’ DW, IV, 1, I, 240 (s.v. Fromm)
gebeu: lees geben
45 most: ‘müssen häufig in positiven wunschsätzen, in denen ein optativ kräftiger hervorgehoben wird, als es durch das sonst an dieser stelle stehende mögen geschehen kann’ DW, VI, 2752 (s.v. Müssen); wat de schrijfwijze betreft: ‘...im 17. jahrh. aber schrieb der süden noch den diphtong...můste’ DW, VI, 2749
est: ‘im 16. jahrh. nicht selten noch die volle schreibung ess...sogar verstärktes etz’ DW, III, 1104 (s.v. Es)
wollet: zie 29
46 schoone: ‘wie im mnd., so widerstrebt das wort auf md. sprachgebiet lange dem umlaut...unumgelautete formen halten sich...bis in die nhd. zeit hinein’ DW, IX, 1464 (s.v. Schön)
47 Wairlich: ‘im 16. jahrh. ist warlich die herrschende form, doch haben manche werlich daneben’ DW, XIII, 926 (s.v. Wahrlich); zie verder 42
49 Franciscus Patritius Episcopus Senensis: Francesco Patrizi (oSiëna 20 feb. 1413 †Gaeta 1492) Hij was een geleerde en politicus, werd bevriend met Aeneas Silvio Piccolomini, en verwierf

[pagina 164]
[p. 164]

  grote bekendheid om zijn enorme kennis der Latijnse en Griekse cultuur. Hij speelde een rol in het politieke leven van zijn geboortestad, raakte in een samenzwering verwikkeld en werd in 1457 verbannen uit Siëna. Patrizi moest zich vestigen in Verona, maar door tussenkomst van Piccolomini, toen reeds paus Pius II, werd de verbanning herroepen. Hierop trad hij in de geestelijke staat en werd tot bisschop van Gaeta gekozen in 1461; tevens was hij tijdelijk gouverneur van Foligno. Gedurende de rest van zijn leven wijdde hij zich aan de studie, en ondernam hij eveneens enkele gezantschapsreizen in dienst der Aragonezen. Zijn twee voornaamste werken, De institutione reipublicae en De regno kenden in de 15de en 16de eeuw een enorme verspreiding door hun politiek realisme. Voor onze eigen vroege renaissanceliteratuur is hij van belang, doordat zowel Lucas d'Heere als Jan van der Noot uit zijn werk geput hebben.
Lit.: Enciclopedia italiana, XXVI, 521-522 (Felice Battaglia); Grande dizionario enciclopedico, IX, 870; D'Heere, XIX; Antoinette Huon, ‘Le Thème du Prince dans les Entrées parisiennes au XVIe siècle’, in Les fêtes de la renaissance. Etudes réunies et présentées par Jean Jacquot, Paris, 1956, 21 en noot 1 aldaar.
50 hie: ‘die gekürzte form zu hier; bei zusammenrückung mit adverbien...ist [hie] auch in älteren quellen gewöhnlich gebraucht, wenn das adverb...vocalisch beginnt’ DW, IV, 2, 1305 en 1306 (s.v. Hie)
80 verdaderamenete: lees verdaderamente
86-93: ontleend aan farneze 307-313
97 Satvrne: eerst komen de zeven planeten aan het woord, daarna Minerva, vervolgens de drie Charites, daarop Antwerpen en ten slotte de dichter zelf.
101 la boule ronde: la terre Littré, I, 1162 (s.v. Boule)
103 tres-bon & tres-grand: vertaling der gewone epitheta bij Jupiter: Optimus Maximus; zie matthias 93 en roelandts 97
106 vne Pais nouuelle: Ernst heeft gezanten naar de Staten-Generaal in het noorden gestuurd om te onderhandelen op basis van de Pacificatie van Gent; zie NNBW, III, 355 (Haak).
108 Vne cité: Plutarchus verhaalt in zijn Vita Alexandri, cap. LXXIII, dat Alexander door orakels gewaarschuwd werd, de stad Babylon niet binnen te trekken. De koning sloeg deze raad in de wind en stierf kort na zijn intocht in de stad.
110 Cesar Romain: Rudolf II (o1552 †1612), oudste zoon van Maximiliaan II, broer van Matthias en Ernst, regeerde als keizer van 1576 tot 1612.
115 ensuiure: suivre Huguet, III, 482 (s.v. Ensuivre)
les faits Alcidiens: de twaalf werken van Hercules (Heracles); deze laatste voert het epitheton Alcides als kleinzoon van Alcaeus.
De vergelijking van Ernst met Hercules heeft Van der Noot uitgewerkt in de decoratie van de triomfboog der Florentijnen; zie damant 274.
120 de Ianus: bep. bij au temple; de tempel van Janus te Rome werd in vredestijd gesloten. In historische tijden is dit slechts viermaal gebeurd, waarvan driemaal onder de regering van Augustus (121); zie De katholieke encyclopaedie, XIV, 560-561 (Witlox).
123 S': Si ‘On emploie encore souvent I'ancienne forme se...Dans se, e s'élide devant une voyelle’ Huguet, VI, 789 (s.v. Si)
124 aussi: le plus Huguet, I, 408 (s.v. Aussi)
125 fier: cruel Huguet, IV, 98 (s.v. Fier)
126 encor': à cette heur Huguet, III, 409 (s.v. Encores)
saison: époque Huguet, VI, 676 (s.v. Saison); bedoeld is de Gouden Eeuw; zie maes 88.
128 deueulgueront: répandront Huguet, III, 235 (s.v. Divulguer) en Huguet, III, 235 (s.v. Divulger); onderw.: les termes (129)
129 traict de temps: temps, durée Huguet, VII, 300 (s.v. Traict de temps)
les termes: imposante bouwwerken; ‘thermae...memorantur, non balnea solum publica indicari, sed aedificia plane admiranda’ Forcellini, VI, 90 (s.v. Thermae)

[pagina 165]
[p. 165]

130 fauçe: perfide Huguet, IV, 55 (s.v. Faux)
creuez: imperat.
131 Dedans: Dans Huguet, II, 738 (s.v. Dedans)
133 danra: donnera Huguet, III, 249 (s.v. Donner)
134 Heros: Ernst; zie voor de keuze van dit woord 115
136 L'outrepasse: La supériorité Huguet, V, 568 (s.v. Outrepasse)
139 trop: très Huguet, VII, 354 (s.v. Trop)
141 esmoy: trouble Huguet, III, 657 (s.v. Esmoy) en Huguet, III, 649 (s.v. Esmay)
la plus belle d'Europe: ontleend aan halmale 307
143 l'Exces: la violence Huguet, III, 763 (s.v. Excès)
144 Repriment: Blâment Huguet, VI, 518 (s.v. Reprimer)
149 debançez: lees debauçez
155 tout Grand...: zie 103
156 debonaire: généreux Huguet, II, 718 (s.v. Debonnaire)
158 Ce grand tout: het heelal
que: voor qui (ond.) Huguet, VI, 269 (s.v. Que)
160 Ernrste: lees Erneste


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken