Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sweerdts (1592-1593)

Ontstaan

Dit vel is bestemd voor de inheemse welvarende koopmansstand: vier leden ervan worden hier, telkens op één blz., en a.h.w. in dezelfde mate gehuldigd: het Nederlandse gedicht te hunner ere neemt in het uitvoerigste geval de bovenste helft van de pagina in beslag, waarna de polyglotte commentaren en begeleidende verzen volgen. Deze laatste categorie bestaat uit een citaat naar Magny en uit vier lofdichten voor onze auteur, die aldus binnen deze vier bladzijden niet minder gehuldigd wordt dan de geëerde personages zelf.

Inhoud

-Epitalameon voor Diederik Sweerdts en Elizabeth vander Piedt (4-23)
De bruidegom wordt geloofd omdat hij dit huwelijk gesloten heeft ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden. Daarop volgen de obligate heilwensen.
-Ode voor Arnoud Coesart (104-112)
Arete heeft de dichter aangeraden de ondeugden te schuwen en aldus het eeuwig heil deelachtig te worden. Ook Coesart volgt deze raadgeving.
-Frans (157-170) en Nederlands (175-188) sonnet van Thomas Anraet
Iedereen rept zich om zoveel mogelijk aards bezit bijeen te scharrelen, en niemand verkiest de deugd, tenzij Van der Noot.
-Ode aan Hans de Hoppenbrouwer (192-205)
Van der Noot vraagt zich af of Hoppenbrouwer - gezien zijn naam - niet stamt uit het geslacht van koning Gambrinus. Verder wenst hij Hoppenbrouwer nog een gelukkig huwelijksleven toe.
-Sonnet van Clement Vidtsendonck (259-272)
Zie voorwerk 1580-1581 71-86.
-Ode aan François Pelgherom (277-297)
De dichter verheerlijkt zijn geliefde Olympia in een terminologie die sterk beïnvloed is door de taal der rederijkers.
-Sonnet van Jan de Maes (336-349)
Van der Noots poëtische kwaliteiten verplichten De Maes diens lof te zingen, hoewel hij weet dat zijn verzen geen adequate lofprijzing van zijn bewonderd voorbeeld kunnen betekenen.
[pagina 335]
[p. 335]

Bronnen

78-101 = Magny, A Nicolas Compain, 37-48, 61-72 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 117-118)
257-274 = voorwerk 1580-1581 69-86  
282 = Refreyn. Noyt lieflic lief en ha lief so lief, 20 (De refreinenbundel van Jan van Doesborch. Uitgegeven door C. Kruyskamp, Leiden, 1940, II, 44)
284   22
285   21
287   23
288   25
289   24
290   26
292   27
293   28
294   30

Varianten

Tegenover voorwerk 1580-1581 is enkel in 274 een verbetering in de tekst aangebracht. Elders zijn slechts varianten inzake spelling opgetekend.

Verklarende aantekeningen

1 Dideric Sweerdts: zie crabbe 346
2 Elisabet vander Piedt (oca. 1573 †Antwerpen 4 Kal. Maii 1608)
Zij is met Diederik Sweerdts gehuwd in de periode 1591-1592; zie voor lit. crabbe 346.
6 Krygh: vijandschap WNT, VIII, 207 (s.v. Krijg)
8 Staet: het huwelijk WNT, XV, 215 (s.v. Staat)
9 in ghesteldt: zie Gen. 1:27-28; 2:23-24
seluer: in persoon MNW, VII, 962 (s.v. Selver) en MNW, VII, 958 (s.v. Selve); zie Matth. 5:32; Luc. 16:18.
13 vernoyen: verdrieten MNW, VIII, 2214, 2212 (s.v. Vernooyen)
15 Duyfkens: op het laatste zijaanzicht van de obelisk (weerdt 1590) stellen een koppel duifjes de eeuwige liefde en vaste trouw voor (weerdt 1590 149); zie Tervarent, 101, 418.
17 iar: lees iaer
21 wijngaerdt: dit beeld is verwant met Ps. 127:3, een tekst die door Van der Noot trouwens vertaald is in Het Bosken (Smit-Vermeer, 178).
22 Genius: bij de Romeinen oorspronkelijk het voortplantingsprincipe. Jean de Meun laat Genius in de Roman de la rose optreden als priester van ‘Nature’, die het sein geeft tot de bestorming van het kasteel der rozen. Van der Noot kon met deze figuur kennis maken via Lucas d'Heere, Den Temple van Cvpido, 186-187 (D'Heere, 12) of door eigen lectuur van D'Heeres voorbeeld, Clément Marot; zie ook Ernst Robert Curtius, Europäische Literatur und lateinisches Mittelalter, Bern-München, (1961)3, 128 en voorwerk 1580-1581 17.
23 voordt: zie het citaat bij 74
Hemelscher: hemelingen WNT, VI, 563 (s.v. Hemelsche)
70 S'adonent: lees s'adonnent
74 aprez: ensuite Huguet, I, 275 (s.v. Apres). Heel de passage 70-76 is mogelijk beïnvloed door de vroegere katholieke huwelijksliturgie. In de zegen over de bruid, gegeven na het Onze Vader, bad men: ‘sit foecunda in sobole, sit probata et innocens: et ad beatorum requiem, atque ad coelestia regna perveniat: et videant ambo filios filiorum suorum usque in tertiam et quartam generationem, et ad optatam perveniant senectutem’.
75 bourgois: habitants Huguet, I, 656, 657 (s.v. Bourgeois)

[pagina 336]
[p. 336]

78-101: in het citaat naar Magny zijn geen wijzigingen aangetroffen.
78 pourchasse: s'efforce de Huguet, VI, 114 (s.v. Pourchasser de)
85 fiere: cruelle Huguet, IV, 98 (s.v. Fier)
88 S': Si; in de oude vorm se valt de e weg voor een vocaal Huguet, VI, 789 (s.v. Si)
90 Tage: de Taag, de grootste rivier van het Iberisch schiereiland
92 du sein Idien: uit het Idagebergte bij Troje
93 encore: aussi Huguet, III, 410 (s.v. Encores)
95 Indien: voor: oostelijk
101 Faucheur: de tijd; in de emblematabundels wordt Cronus gevleugeld voorgesteld en gewapend met een zeis; zie Arthur Henkel en Albrecht Schöne, Emblemata. Handbuch zur Sinnbildkunst des XVI. und XVII. Jahrhunderts, Stuttgart, (1967), 1814.
102 Arnout Coesart (†Antwerpen 27 sep. 1625)
Tijdens de periode 1589-1594 is hij werkzaam als makelaar in geldtransacties. Hij is gehuwd met Anna Tunemans (†Antwerpen 7 juli 1601).
Lit.: Brulez, 523; Grafschriften, II, 379.
104 selden: zie apologie 333 e.v.
105 Arete: in CB, 325 ontmoet de dichter Aretc, die hem bij Apollo op de Helicon stuurt (CB, 366), waarna hij de Elyzeese velden bezoekt (CB, 391 e.v.)
107 Kosmums...Hedonems: vermoedelijk staat Kosmums voor Kosmicams; in dit geval stemt de opsomming overeen met het verhaal in CB/Abr: achtereenvolgens wordt daar Kosmica weggezonden (CB, 66), Hedone ontweken (CB, 72) en Plutus verlaten (CB, 82).
Koten: als benaming voor een verachtelijke verblijfplaats WNT, VII, 5818 (s.v. Kot); zie ook titelvel 1593-1594 212
108 Di: antec.: de drie allegorische figuren in 107
109 Sy: nl. Arete
wolghdt: lees volghdt
110 Ootmodigheydt: lees Ootmoedigheydt
151 salubre: salutaire Huguet, VI, 681 (s.v. Salubre)
154 Thomas Anraet: zie euterpe 230
155 Vauder: lees Vander
158 Seignur: lees Seigneur
159 beaucop: lees beaucoup
160 tot: tout Godefroy, VII, 770 (s.v. Tot, tout)
163 Fors: Excepté Huguet, IV, 169 (s.v. Fors)
164 Ains: Mais Huguet, I, 140 (s.v. Ains)
167 artifice: art Huguet, I, 324 (s.v. Artifice, d'artifice)
176 vrom: rechtschapen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
182 erue: erfdeel WNT, III, 4164 (s.v. Erf)
185 midt: lees medt
187 onuersien: niet voorzien MNW, IX, 1079 (s.v. Voresien)
188 Seulle...: het devies van Anraet? Vertaling van het bekende vers uit Juvenalis, Satyrae, VIII, 19, en tevens door Van der Noot wel eens gebruikt; zie Analytische bibliografie.
190 Hans de Hoppenbrouwer: in 1593 handelsrelatie van Andries van der Meulen; zie Rob. van Roosbroeck, ‘De Antwerpse Van der Meulens in Bremen’, in Wetenschappelijke Tijdingen 31 (1972), 214.
192 vroom: eerlijk MNW, IX, 1399 (s.v. Vrome)
194 ghedenckt my: heugt mij, denk ik aan WNT, IV, 591 (s.v. Mij gedenkt)
Gambroen: zie gambrinus
195 brouwen...van Hoppe: dit woordgebruik is natuurlijk vereist door de stijlfiguur der distinctio, toegepast in verband met de naam Hoppenbrouwer.
on-groen:
rijp

[pagina 337]
[p. 337]

196 Denkende oft: Mij afvragend of WNT, III, 2413 (s.v. Denken + afhankel. vraag)
197 vroom: zie 176
198 houten vier: vuur, gestookt met hout
199 Tot onser noottruft: Om onze dorst te stillen WNT, IX, 2088, 2089 (s.v. Nooddruft)
201 Ceres: het verband tussen Ceres en Cerevisia (= bier) stoelt uiteindelijk op Isidorus, Origines, lib. 20, cap. 3; deze etymologie was in Van der Noots tijd dan ook welbekend; men zie Du Cange, II, 271-272 (s.v. Cerevisia)
Romeins: Latijn WNT, XIII, 997 (s.v. Romeinsch)
203 Cereris...Aqua: de kracht van Ceres in het water...
204 t'vier: het minnevuur; woordkeuze om het verband met 198
brouwen: uitrichten WNT, III, 1591 (s.v. Brouwen); dit woord staat er om de activiteit van Hoppenbrouwers vermoedelijke voorvader (199) en tevens als toespeling op zijn eigen familienaam.
205 Leentken Bertels: de toekomstige echtgenote van Hoppenbrouwer.
behouwen: door huwelijk verkrijgen WNT, II, 1532 (s.v. Behuwen, behouwen)
243 surnom: nom de famille Huguet, VII, 143 (s.v. Surnom)
245 brasseur d'houblon, ou de Biere: in de 16de eeuw is de toevoeging de bière gewoon, waar men thans volstaat met brasseur Huguet, I, 688 (s.v. Brasseur de bière)
248 7.roy...: zie gambrinus 28
252 Serevoyse: het verband tussen Ceres en cervoise wordt ook gelegd door Ronsard, Elegie à la Magesté de la Royne d'Angletene, 286 (STFM, XIII, 52 en noot 1).
275 Francoys Pelgrom: zoon van Jan Pelgherom, rentmeester en thesaurier van Antwerpen, en broeder van Hendrik; zie b. de smidt 161.
279 vroom: zie 176
280 als de Stomme: zonder sierlijke taal; als + bep. lid. + gesubst. adj. = bijw.; zie F.A. Stoett, Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis, 's-Gravenhage, 1923, 76, §116; WNT, XV, 1875 (s.v. Stom)
282-294 is een zeldzaam specimen van de omwerking van een bestaand refrein: beelden en woordenschat zijn grotendeels overgenomen, en enkel de lengte van de verzen is genormaliseerd.
287 weeldich: bloeiend MNW, IX, 2027 (s.v. Weeldich)
288 Tempel der Deught: hier is de oorspronkelijke tekst ‘den tempel daer mijn harte rust binnen’ behendig aangepast aan Van der Noots vertrouwde terminologie.
322 Declarez: Expliquez Huguet, II, 730 (s.v. Declarer)
326 Receueur: Collecteur d'impôts Huguet, VI, 383 (s.v. Receveur); zie ook sterckheyt 46 en 49
328 l'Epitaphe: zie b. de smidt 159 e.v.
332 nayuement: parfaitement Huguet, V, 394 (s.v. Naïvement)
339 les Ruisseaulx Cheualins: de Hippocrene vgl. Huguet, II, 253 (s.v. Fontaine chevaline)
le Dieu d'Eloquence: Apollo
341 conduit: ond.: arrogance (340)
que: afin que Huguet, VI, 272 (Que)
345 les bons Esprits: hier: de goede (lof)dichters
premier: d'abord Huguet, VI, 152 (s.v. Premier)
346 le Gracelet: la sarcelle d'été Littré, IV, 228 (s.v. Grassette); d.i. de zomertaling
la Philomele: le rossignol Littré, V, 1817 (s.v. Philomèle); zie voor de naamgeving georges 102.
De Maes bedoelt: apprecieert de fraai gevederde taling (Van der Noot) niet de grauwe nachtegaal (De Maes)? Voor het uitzicht van beide vogels zie men de citaten in WNT, IX, 1432 (s.v. Nachtegaal) en WNT, XVI, 830 (s.v. Taling).
347 Ouy: imperat.
348 mielx: plus Huguet, V, 262 (s.v. Mieux); De Maes bedoelt: nog meer van mijn lofdichten.
350 Iean de Maes: zie voorwerk 1580-1581 103.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken