Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beroyde student en Bedrooge dronkkaart, of Dronkke-mans hel (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beroyde student en Bedrooge dronkkaart, of Dronkke-mans hel
Afbeelding van Beroyde student en Bedrooge dronkkaart, of Dronkke-mans helToon afbeelding van titelpagina van Beroyde student en Bedrooge dronkkaart, of Dronkke-mans hel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ineke Grootegoed

J.A. van Leuvensteijn

Marielle Rebel



Genre

drama

Subgenre

klucht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beroyde student en Bedrooge dronkkaart, of Dronkke-mans hel

(2004)–Jillis Noozeman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

De Dronkke-Mans Hel

Ga naar margenoot+Kniertje Flooris Diewer
Kniertje
 
Al weer 't gat uit? Wel hebje de Drommel in jou huis gezien?Ga naar voetnoot1
Flooris
 
De Wijven en de Hennen (als zy eyeren leggen) kakelen al in 't gemien.Ga naar voetnoot2
Diewer
 
Jou nacht-raaf, schant heb j'er van datje mijn kijndt zoo handelt;Ga naar voetnoot3
 
Heur Vaar (goet man) die het een are weg gewandelt,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Sy het dusken leven aan hem niet gezien, vertrout heur dat vry toe.Ga naar voetnoot5
Flooris
 
Ey Besje, dutje ook? je praat jou mondt slegs moe;Ga naar voetnoot6
 
Jou man deed' soo hy 't verstong, en ik wil ook mijn tuiltje tuilen.Ga naar voetnoot7
Diewer
 
Hoor Flooris, je zelt met jou Wijf benierlijk leven, of daar zal wat anders schuilenGa naar voetnoot8
Flooris
 
Wel lieve ouwe Vrouw, wiens gout is 't dat 'er blinktGa naar voetnoot9
[pagina 140]
[p. 140]
10[regelnummer]
Als 't mijne? Denkt dan ook of Flooris Koerten drinkt,Ga naar voetnoot10
 
Hy mach het doen, de Kley is van zijn Kar gekomen:Ga naar voetnoot11
 
Want niet om jou groote goet, maar om Kniertjes schoonheidt heb ikze genomen,
 
Sie daar wil ik van gedient wezen met alle vrouwelikke ootmoet.Ga naar voetnoot13
Diewer
 
Zoo heb jyze niet om 'er deugt bemint?Ga naar voetnoot14
Flooris
 
Wel seker dat komt zoet!
15[regelnummer]
Hoe kon ik weten dat de deugt in heur huis-vesten?Ga naar voetnoot15
 
Neen moer, ik ga op het gevoel en gezicht aan (houdt het mijn ten besten)Ga naar voetnoot16
 
Gelijk men de Osse koopen, wat in 't oog liegter niet om, het lijke stelt de keur.Ga naar voetnoot17
Diewer
 
Jy wantrou, jy bent niet waart mijn kijnds deugdelijke zoolen te kussen; is dit veurGa naar voetnoot18
 
Al 'er wroeten, al heur loopen, al heur slaven?Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Mijn kostelijke schaapje, had ik jou met jou Vaar sien begraven,Ga naar voetnoot20
[pagina 141]
[p. 141]
 
Wat zouje gelukkig zijn, en wat zou mijn troost geschien?Ga naar voetnoot21
 
Al stongje op 't haantje van de Wester-tooren zoo kunje jou lijden niet over zien.Ga naar voetnoot22
Kniertje
 
Moertje 't is ofje teugen een oven gaapt, wat meugje jou ontstellen?Ga naar voetnoot23
Diewer
 
Ontstellen Kniertje? och! 'k zel 'er mijn tot in mijn doodt toe quellen.
Flooris
25[regelnummer]
Geldt, geldt dat is de leus, tza lever Keizers munt.Ga naar voetnoot25
Kniertje
 
Zou ik het van mijn vleis snyen?Ga naar voetnoot26
Diewer
 
Kijndt maak datje huis houwen kunt.
Flooris
 
Ik praat van geldt Knier, en daar moetje jou na schikken.
Kniertje
 
Niet te hebben doet wel sparen;
Flooris
 
Ik lapje dat harssebekken stikkenGa naar voetnoot28
 
Zooje niet ten Buile tijd, 't gezelschop wacht mijn vast.Ga naar voetnoot29
Diewer
30[regelnummer]
Hou jy jou einden Knier.Ga naar voetnoot30
[pagina 142]
[p. 142]
Flooris
 
Ik zeg jy krijgt ien tast
 
Die wis is, schafje gien splint; voort, waar na wil jy dralen?Ga naar voetnoot31
Kniertje
 
Jy slacht de Pachters en de Zoldaten, je krijgt het al zouje 't van het Outaarhalen.Ga naar voetnoot32
Diewer
 
Ga naar margenoot+Kniertje, zeg ik, binje mal? wat geef hem niet een duit.
Flooris
 
Besje strak stommel ik jou, en jou Dochter, t'zamen te deuren uyt.Ga naar voetnoot34
DIEWER
35[regelnummer]
Geef gien geldt.
Flooris
 
Zie toe Knier.Ga naar voetnoot35
Kniertje
 
Hoe kan ik dit verdragen?
 
Doen ik 't zo gnort den een, en doen ik het niet zo krijg ik van den ander slagen;Ga naar voetnoot36
 
Kijven gaat in't lijf niet, maar vuisten komen an.Ga naar voetnoot37
Diewer
 
Weg, weg jy zotte meer, laatje jou zoo ringel-ooren van een Man?Ga naar voetnoot38
Flooris
 
Nou bediszelt jou zaken te degen, mijn tijd die is verstreken.Ga naar voetnoot39
[pagina 143]
[p. 143]
Diewer
40[regelnummer]
Gaat heen bulle-bak, en wil jou beste bienen breken.Ga naar voetnoot40
Flooris
 
Was ik zoo gek dat ik dat doen wou; gort Besje snoer jou mondt.Ga naar voetnoot41
Diewer
 
Kijk stelt, hadje dat bien niet: ja driegt een ouwe hondt.Ga naar voetnoot42a
Flooris
 
Vertoorent mijn niet meer, of het zel hier op het landt wayen.Ga naar voetnoot43
Kniertje
 
Moertje, och Heer! Moertje.Ga naar voetnoot44
Diewer
 
Kijndt, ik zel hem met mijn vuisten payen.
Flooris
45[regelnummer]
Wel wat wou jy toch doen mijn lieve handeloos en tandelooze Best?Ga naar voetnoot45
Diewer
 
Dat lieg jy schelm, ik wou 'er jou de neus noch wel mee of bijten, en al de rest.Ga naar voetnoot46
Flooris
 
Praat teugen mijn after-eindt. Wijf schikt alle ding na behooren,Ga naar voetnoot47
 
Of jy zelt Stokvis eten als ik t'huis koom, ik hebt geswooren,Ga naar voetnoot48
 
Je kent mijn natuur wel als ik dronke ben, 't is jou zoo dik gezeidt,Ga naar voetnoot49
[pagina 144]
[p. 144]
50[regelnummer]
Want je meugt goe dagen hebben alsje wilt, dat deur jouGa naar voetnoot50
 
vriendelijkheidt.
Flooris binnen.
Kniertje
 
Hy is belust om vleis die Padden koopt, wel trouwenGa naar voetnoot51
 
Ik heb daar een Man, en ik moet 'er hem veur houwen.Ga naar voetnoot52
Diewer
 
Ik sweer je dat, bestond hy mijn zoo na als jou, hy was eerdaags Steekijndt,Ga naar voetnoot53
 
Ik zou zien of men gien teugel veur zulken weeldigen paart en vijndt.Ga naar voetnoot54
Kniertje
55[regelnummer]
Jy praat zo wat, maar is het meeste goet niet van zijn houtGa naar voetnoot55
 
gesproten?
Diewer
 
Ja wel wat schaat dat, daarom mach hy 'er jou niet van ontblooten.Ga naar voetnoot56
 
Beurden 't lest niet van Brechje, die maar een Dienst-meidt had geweest,
 
Die 'er Man ook dus op-trok en speelde den beest,Ga naar voetnoot58
[pagina 145]
[p. 145]
 
Wat had zy te doen, zy liet 'er de Stee-klok voor zorgen,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dat niemandt hem boven drie stuivers aan geldt of waar mogt
 
borgen;Ga naar voetnoot60
 
En toen hy zijn poort geslooten had, verzag zy heur deur dat overbleve goetGa naar voetnoot61
 
Wel met een dubb'le over-vlieger: en ik ra jou dat jy 't ook doet.Ga naar voetnoot62
Kniertje
 
Och Moertje denkt daar niet om, want dat zel niet geschieden.
 
Maar hadje mijn Leander laten trouwen, daar ik zoo most voor vlieden,Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Het zou hier anders gaan, ik zou wel lacchen daar ik nou zomtijdsGa naar voetnoot65
 
grijn.
Diewer
 
Neen Kniertje, wat zou die kaal-gat, dan zou het ja zoo slim zijn;Ga naar voetnoot66
 
Dan mogtje (om t'zamen eten te blijven) alle dagen gaan waszen enGa naar voetnoot67
 
schuuren,
 
Studente-liefde lijkt wat, maar zelden zietmenze lang duuren.
Kniertje
 
Zegt 'er mijn doch gien quaat of, 'k verheug mijn als ik hem noemen hoor,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Ziedaar, mijn hemdt, mijn onder-rok, ja al mijn hart geef ik voorGa naar voetnoot70
[pagina 146]
[p. 146]
 
Zijn rijmpjes, kusjes, lusjes, trekke-bekke, vleye, vrye, lonkken,Ga naar voetnoot71
 
Zijn vermaak stelt door deze gedachtenis mijn ziel in minne-vonkken.Ga naar voetnoot72
Ga naar margenoot+Leander uit.
Diewer
 
Zacht malloot, onraadt, 'k hoor leven, 't is een mensch.Ga naar voetnoot73
Kniertje
 
Het is Leander: och! nu zie ik al mijn wensch.
Leander
75[regelnummer]
Goe navondt Besje, en u Mejuffer, dringt u 't luchjeGa naar voetnoot75
 
Ten huise uit? dat's mijn lief. Wel Kniertje waarom zuchje?Ga naar voetnoot76
Kniertje
 
Leander 'k heb reden genoeg, daar is meer als geldt dat ons de rust beneemt.Ga naar voetnoot77
Leander
 
Is 't noch al om je Man, hoe is die Vent zo vreemt?Ga naar voetnoot78
Kniertje
 
Die doet het mijn alleen.Ga naar voetnoot79
Leander
 
En wil hy niet bedaren?
[pagina 147]
[p. 147]
Diewer
80[regelnummer]
Mijn lieve Vaar, hy slacht de Waardinnen Dochters, en MeulenaarsGa naar voetnoot80
 
Hoenders, die men qualijk brengen kan tot sparen.
Leander
 
Hoor Kniertje, datje een Buur-mens twee of drie, of meerGa naar voetnoot81
 
Kon krijgen tot jou hulp, ik meen dat wy die Hane-veerGa naar voetnoot82
 
Wel souwe temmen, en doen hem veel kleinder zingen.Ga naar voetnoot83
Diewer
 
Wind, hy is al in de wol geverft, ouwe Wolven zijn qualik te dwingen.Ga naar voetnoot84
Leander
85[regelnummer]
Maar Voszen doen wel daar de Wolf op kijken moet.Ga naar voetnoot85
 
Hebje niet wel gezien dat het haakje den Olifant luist'ren doet?Ga naar voetnoot86
 
Weetje tot hulpers raadt, zy zal 't niet meer bezuuren.Ga naar voetnoot87
Diewer
 
Was 't daar mee te doen, daar was kans toe, want al de BuurenGa naar voetnoot88
 
Zijn met mijn Dochters verdriet beladen; maar hoe zou jy 't an gaan?Ga naar voetnoot89
[pagina 148]
[p. 148]
Leander
90[regelnummer]
Maar hoor, gaat daatelijk om Docter Nikaziaan,Ga naar voetnoot90
 
En na de andere, maar je most den Domine mee brengen,Ga naar voetnoot91
 
Ik zal 't jou dan zeggen: ga, den tijdt eist geen verlengen.Ga naar voetnoot92
Diewer bin[nen].
Kniertje
 
Leander, zoo ooit trek van min u hart bezatGa naar voetnoot93
 
Tot mijn, zoo doet u best, gy ziet mijn noodt, en watGa naar voetnoot94
95[regelnummer]
Een herte-quel ik ly door 't barsze manne-plagen.Ga naar voetnoot95
Leander
 
Wel is hy dan een Bok, zoo laat hem hoorens dragen,Ga naar voetnoot96
 
Ik zal u verloszen, gy kunt mijn weer een vriendtschap doen.Ga naar voetnoot97
Kniertje
 
Dat loof ik u, ik zal uw arrebeidt vergoen.
Leander
 
En of uw' Moeder u mijn tot gien Vrouw wou geven,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Zoo zullen wy, spijt haar en hem, noch t'zamen leven.Ga naar voetnoot100
Kniertje
 
Men vergeet licht ouwe dienst, maar swaarlijk ouwe min,
 
Gy woondt hier in mijn hart, gy breidelt ziel en zin,Ga naar voetnoot102
 
Daar zal gelegentheidt wel voorder zijn geschapenGa naar voetnoot103
[pagina 149]
[p. 149]
 
Tot ons vermaak, als wy gewenste lusjes rapen.Ga naar voetnoot104
Leander
105[regelnummer]
'k Heb tot uw hulp bedacht al wat ik denkken kost.Ga naar voetnoot105
Kniertje
 
Wees jy S. Joris die mijn van een Draak verlost.
Docter Nikaziaan uit.
Leander
 
Daar is den Docter, nu wat anders voor-geslagen.Ga naar voetnoot106-107Ga naar voetnoot107
Kniertje
 
Wees welkoom Heer, als een behulper van mijn plagen.
Nikaziaan
 
Salutem tibi precor, hoewel den Medicus 't verkeerden best verheugt.Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Wel vrienden wat's den roep?Ga naar voetnoot110
Leander
 
Gy weet hoe Kniertjes jeugt,
 
Van haar Zileenus, steeds met smijten, drinkken, schelden,Ga naar voetnoot111
 
Vertreen wordt, als sy mijn noch datelijk vertelden;Ga naar voetnoot112
 
Dies was het noodig hem te leiden van dat padt.
Nikaziaan
 
Ga naar margenoot+Dat 's waar, de vrouw heeft lang verdriet met hem gehadt;
115[regelnummer]
Maar hoe stelle wy 't in 't werk? ik zou niet garen behaalt wezen.Ga naar voetnoot115
[pagina 150]
[p. 150]
 
Inurbanum, voor een Docter te worden niet van ieder een geprezen:Ga naar voetnoot116
 
Honora Medicinum, de eer vereert den Man.Ga naar voetnoot117
Diewer met eenige Buuren.
Diewer
 
Hier heb ik Hans en Maike-Buur, en Gijsbert, hebje daar genoeg an?
Leander
 
Ja, ja, 't zal zoo wel gaan.
Kniertje
 
Hoe zelje 't nou aan stellen?Ga naar voetnoot119
Diewer
120[regelnummer]
Wat hebje toch in 't zin?Ga naar voetnoot120
Leander
 
'k Sel 't jou in 't kort vertellen:
 
Wy drie zullen hem ontmoeten, en maken hem wijs dat hy ziek is,
 
En brengen hem dan t'huis, dan zel jy luy vragen waarom hy zoo bliek is,Ga naar voetnoot122
 
En loopen na den Docter, die hem met een vaste gravemineGa naar voetnoot123
 
Sel zeggen dat zijn leven ten einde is, en dat het hem niet meer wil dienen,Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
't Welk hem den volle dronk zel strakx gelooven doen.Ga naar voetnoot125
Nikaziaan
 
Compendio narrasti, maar wat zel 'er voort uit broen?Ga naar voetnoot126
[pagina 151]
[p. 151]
Leander
 
Daar na zullen wy, als in een Hel, voor hem vertoonen
 
Met welke straf men daar de Wijve-smijters loonen.Ga naar voetnoot128
Nikaziaan
 
Rem Tenes, 't gevalt mijn ook, ik zel hem door kracht van een drankGa naar voetnoot129
130[regelnummer]
Doen komen als in een duizeling, een half kartier uur lank,Ga naar voetnoot130
 
Behoudens dat het hem niet schaden zal, of smooren,Ga naar voetnoot131
 
Daer by zel hy 't al zien wat dat wy doen en hooren.Ga naar voetnoot132
Diewer
 
Dat's dubbelt ondieft.Ga naar voetnoot133
Kniertje
 
Och! dat het toch wel gelukken mag.Ga naar voetnoot133
Diewer
 
Lukt het Leander, zoo zel ik jou vieren als een heiligen dag.Ga naar voetnoot134
Leander
135[regelnummer]
Wel ben j'er mee te vreen?Ga naar voetnoot135
Maaike
 
Ba ja, al wod dy hem ontmannen,
[pagina 152]
[p. 152]
 
Mijn ziel ik hiel een been.Ga naar voetnoot136
Hans
 
Wy zelle zame-spannen.
Gijsbert
 
Tot onze Buur-wijfs hulp zel ik het willig doen.Ga naar voetnoot137
Leander
 
Wel nu dan, het is tijdt om op de weg te spoen,Ga naar voetnoot138
 
Wy zullen hem de weg af-snyen; onderwegenGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
Vertrek ik jou wel voort hoe 't met ons is gelegen.Ga naar voetnoot140
Flooris uit. Daar na Gijsbert, Hans en Leander, elk op een hoek van 't Toneel.
Flooris
 
Dat Rokjen is met Bier evoert, ik ken 't ook voelenGa naar voetnoot141
 
Van mijn hooft tot in mijn bienen, by gans dat was eerst joelen;Ga naar voetnoot142
 
De meeste macht van de korte Warmoes-straet, van 't Stoele-matters gilt,Ga naar voetnoot143
 
Van Goochel-tasse, van Schoorsteen-vegers, van Nacht-werkers, die scheenen schier als wilt,Ga naar voetnoot144
[pagina 153]
[p. 153]
145[regelnummer]
Toen ik een vaan of tien spendeerde. Moye PleuntjeGa naar voetnoot145
 
Die dansten moeder-naakt op de zang en klap-beenen van Teuntje:Ga naar voetnoot146
 
't Was wonder, zy vlogen als een swarm Byen om mijn heen,Ga naar voetnoot147
 
Hier lulde Klaartje-Zever-beks, daar smookte lange Leen,Ga naar voetnoot148
 
Daar hadje Smeer-dag, die gelijk een Schoorstien dampten,Ga naar voetnoot149
150[regelnummer]
Gins vloekte de dronkke Mossel-man, terwijl twie Zangers kamptenGa naar voetnoot150
 
Om dat den ien de kan wat stijf eneepen had:Ga naar voetnoot151
 
't Was een Werelt van een leven, 't was Heerschip, waar ik zat.Ga naar voetnoot152
 
Men speelde, men veelde, men zonger, men spronger, men dansten, men kansten,Ga naar voetnoot153
 
Ga naar margenoot+men broekte, men vloekte, men sloeg 'er, men loech 'er, men slieper, men liep[e]r, men smookte, men rookte, men spooch 'er, men looch 'er, men flikte, men likte, men taste, men braste, men viel 'er, men hiel 'er, men tapte, men klapte, En al dat schoon gewelt
 
Had ik veur twie gemunte Rijkxdaalders aan gelt:Ga naar voetnoot154
[pagina 154]
[p. 154]
155[regelnummer]
En daar mee kuyerden ik heen, wil onze Knier mijn nou gaandeGa naar voetnoot155
 
maken,
 
Zoo zel ze goe koop aan een Rotterdamze fooy raken:Ga naar voetnoot156
 
Het Mant ook te bezukt als het Wijf altemet Mans vuisten voelt,Ga naar voetnoot157
 
Dat zei mijn Vaar zaliger. Zeun wat heb ik mijn moet dikwils aan jou Moer gekoelt;Ga naar voetnoot158
 
Onthoudt dit veur een Regel, laatje van geen Wijven ringel-ooren of plagen,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Onderrechtze met gevoelijke reden, zy zelje te meer liefde toe dragen:Ga naar voetnoot160
 
Want zoo den Huis-voogt de misdaadt niet en straft, hy is 'er schuldig aan,Ga naar voetnoot161
 
Dit was mijn Vaderlijk testament, dat ik ook denk na te gaan,Ga naar voetnoot162
 
En doen niet als een party Henne-tasters, van Wijven dwang bezeten,Ga naar voetnoot163
 
Die geen duits bolletje zoude koopen zonder hun vrouwe weten.Ga naar voetnoot164
Leander
165[regelnummer]
Pas op, en spreek als hy een weinig nader is.Ga naar voetnoot165
Gijsbert loopt Floor tegen 't lijf.
[pagina 155]
[p. 155]
Flooris
 
Zoo peur ik dan na huis, de drommel was dat mis!Ga naar voetnoot166
Gijsbert
 
Hoe speciaal, mag men met vree 's Heeren straten niet gebruiken?Ga naar voetnoot167
Flooris
 
Heb ik neus of oogen in mijn achter-eint? kost ik jou sien of ruiken?Ga naar voetnoot168
Gijsbert
 
Wel Buur-man heb ik jou? ik sachje voor een ander an:Ga naar voetnoot169
170[regelnummer]
Waar leit de Reis?Ga naar voetnoot170
Flooris
 
Na huis.
Gijsbert
 
En waar van daan?
Flooris
 
Daar de kan
 
Het vaandel is, daar men twee blanke geeft voor een pintje.Ga naar voetnoot171
Gijsbert
 
Heb jy te Bier geweest, o Nabuur jy verzintje!Ga naar voetnoot172
 
Ik geloof eer datje by de Grave-maker jou graf hebt besteet;Ga naar voetnoot173
[pagina 156]
[p. 156]
 
Hoe duiker ziej' er uit? dat haagt mijn niet een beet.Ga naar voetnoot174
Flooris
175[regelnummer]
Hebbenze mijn swart emaakt? zoo wil 'er S. Felten schenden.Ga naar voetnoot175
Gijsbert
 
O neen, je ziet als een linne laken, dat ik jou niet wel kendenGa naar voetnoot176
 
Ik zou meenen dat 'er een geest hier by mijn stont en sprak.Ga naar voetnoot177
Flooris
 
Ey jorden, ik weet nieuwers van, ik dronk noch hertig strak.Ga naar voetnoot178
Gijsbert
 
Gedronken of niet gedronken, jy hebt swarigheit onder jou leden.Ga naar voetnoot179
Flooris
180[regelnummer]
Weg kapstok, jy scheert me.Ga naar voetnoot180
Gijsbert
 
Of ik het eertijdts deede,
 
Ik zeg nou gelijk ik zie: maar voelje geen steekten of pijn?Ga naar voetnoot181
Flooris
 
Wel neen: maar dunkje, recht uit ekalt, dat ik ziek moet zijn?Ga naar voetnoot182
[pagina 157]
[p. 157]
Gijsbert
 
In trouwe ja.Ga naar voetnoot183
Flooris
 
Dat is een kluchtigen handel,
 
Ziek te wezen, wel drinken, lustig lacchen, fris in wandel.Ga naar voetnoot184
Gijsbert
185[regelnummer]
Datje mijn raadt doet, zoo gaat na huis, laat jou wat goets doen:Ga naar voetnoot185
 
Dekt jou warm, meugelijk datter wel mannen of kindre pokken uit broen,Ga naar voetnoot186
 
Vaar wel gebuur, volg raadt, en doe jy na mijn woorden.Ga naar voetnoot187
Gijsbert Bin[nen].
Flooris
 
Ziek zijn en niet te voelen, wie of zijn leven zulkx hoorden.Ga naar voetnoot188
 
Struif, hy ziet geen steek veur zijn neus, maer evenwel 'k wordt al bang,Ga naar voetnoot189
190[regelnummer]
't Is best dat ik t'huis ga, of 't hondje beet, zie daar dat 's gang.Ga naar voetnoot190
[pagina 158]
[p. 158]
Hans
 
Wie pikken komt hier aan? neen 't is de rechte man niet.Ga naar voetnoot191
Flooris
 
Wel Hans wat schortje datje mijn zoo nijver an ziet?Ga naar voetnoot192
Hans
 
Wie ist? ik hebje meer ezien, maar ik weet niet waar ik jou t'huis brengen sal.Ga naar voetnoot193
Flooris
 
Kijk deuze bezete Snip-luis, hei Snyer zinje mal,Ga naar voetnoot194
195[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ik ben Floris-Buur, op de hoek van de nauwe in-gang, in de drieGa naar voetnoot195
 
dreggen.
Hans
 
Ben jy 't Floris, wel hoe dus vervallen? ik heb van jou ziekten niet hooren seggen:Ga naar voetnoot196
 
Maar ben jy 't ook? kom hier dat ik jou deur mijn Bril te degen mag bezien.Ga naar voetnoot197
Flooris
 
Ik bent, ja ik steek in mijn klieren en anders gien,Ga naar voetnoot198
 
Ik ben Floris Koerten, de Zeun van Koert Foppen, en Trijntje Freeken:
[pagina 159]
[p. 159]
200[regelnummer]
Dat weelige kijnt ben ik, daar de hiele Pekeer-plaats of weet teGa naar voetnoot200
 
spreken;
 
En van mijn ziekte weet ik mijns wetens niet, of 't gaat boven mijn verstant.Ga naar voetnoot201
Hans
 
Je lijkt een geest, hadje maar een laken om 't lijf, ja wel 't is schantGa naar voetnoot202
 
Van Kniertje-Buur, dat zy jou zoo laat uit gaan, zy hoort jou meer te achten.Ga naar voetnoot203
Flooris
 
Maar zeker, bin ik ook ziek, zoo dien ik mijn wat te wachten.Ga naar voetnoot204
Hans
205[regelnummer]
Is dat vragens waart, al hadje een hiele maant gelegen te bedt,Ga naar voetnoot205
 
Zoo mocht jy jou doodt-verf niet naarder hebben gezet.Ga naar voetnoot206
Flooris
 
Ik voel het dunkme, maar zou het wel wezen dat ik mijn verbrasten?Ga naar voetnoot207
Hans
 
Steek de handt iens uit, ik kan mee wel Polze tasten:Ga naar voetnoot208
 
Buur-man wonder is 'et dat je noch kunt gaan.Ga naar voetnoot209
[pagina 160]
[p. 160]
Flooris
210[regelnummer]
Och lieve Hans! wat raadt, maar zou het zoo qualijck met mijnGa naar voetnoot210
 
staan?
Hans
 
Ja Floris, ik voel by-kans geen hart-aar kloppen.
Flooris
 
Wat zel ik dan beginnen, o lijde! most het ongeluk dus op mijn droppen?Ga naar voetnoot212
 
Ik voel mijn biene slappen, mijn kracht beswijkt, hoe raak ik voort?Ga naar voetnoot213
Hans
 
Kom mijn vriend, mijn schouwer zel jou kruk wesen, schik je als 't hoort:Ga naar voetnoot214
215[regelnummer]
Nou steen zoo niet, het ken jou last doch niet verminderen,Ga naar voetnoot215
 
Leg je jou hooft neer, jy laat niet na een huis vol naakte kinderen.Ga naar voetnoot216
Flooris
 
Hoe lastig valt mijn de gang, nou komt mijn 't spreek-woordt veur:Ga naar voetnoot217
 
Daar blijdschap in huis is, zit droefheit voor de deur.Ga naar voetnoot218
Leander
 
Wat schort de man? wie is 't? wel hoe! ben jy het Floris?Ga naar voetnoot219
Flooris
220[regelnummer]
Ik ben 't, en lijckje ziet dat dit, na 't graf, mijn spoor is.Ga naar voetnoot220
[pagina 161]
[p. 161]
Leander
 
Dat's vreemt, jy ziet 'er uit gelijk een tarwen-meel.
Flooris
 
Ik weet het wel, en voel het wel, dit schijnt wel is mijn deel.Ga naar voetnoot222
Leander
 
Wel wanneer quam 't jou aan? jy liep noch flus zoo nijver.Ga naar voetnoot223
Flooris
 
Och! 't is mijn op den hals gekomen gelijk de Paarden de vijver.Ga naar voetnoot224
Hans
225[regelnummer]
Ey speciaal! dat jy hem mee wat stutten wou,Ga naar voetnoot225
 
Ik ben niet machtig dat ik hem alleenig hou.
Leander
 
Reikt mijn jou arrem, nou schep moet, 't zal wel bedaren.Ga naar voetnoot227
Flooris
 
O neen Leander, och! de ziekte is al te diep in-gevaren.Ga naar voetnoot228
Leander
 
Nou tree een beetje voort, en denkt jy zint een man.Ga naar voetnoot229{problem}
Flooris
230[regelnummer]
Ik voel mijn al te euvel, maar ik zal al doen wat ik kan.Ga naar voetnoot230
Hans
 
Dit in, om ginze hoek, dan zal het niet veel scheelen.Ga naar voetnoot231
[pagina 162]
[p. 162]
Flooris
 
Och vrienden! was ik zoo drollig niet, ik zou jou moeiten niet veelen.Ga naar voetnoot232
Hans klopt.
Diewer
 
Wie isser?
Hans
 
Doe maar op, 't is meerder as je mient.Ga naar voetnoot233
Kniertje
 
Wat letje Flooris? och mijn deugdelijke vriendt!Ga naar voetnoot234
Diewer
235[regelnummer]
Mijn lieve Zeun, hoe zie j' er zoo uit? wat is jou aan gekomen?Ga naar voetnoot235
Kniertje
 
Kijk Moertje dat 's een naar gezicht, een mens zou 'er voor schroomen.Ga naar voetnoot236
Diewer
 
Wel spreekje niet vaar? wat schortje? mijn kostelijke kijnt.Ga naar voetnoot237
Flooris
 
Jae Besje.
Diewer
 
Heer Flooris, mijn dunkt datje mijn met duizent pijne pijnt.Ga naar voetnoot238
Flooris
 
Moet 'er het hooge woordt uit? hoor, ik heb ziekte onder mijn klieren.Ga naar voetnoot239
[pagina 163]
[p. 163]
Kniertje
240[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dat wijst jou aanzicht wel uit, vaar jy hoort jou te vieren.Ga naar voetnoot240
Diewer
 
Zie Kniertje, zijn neus is betrokken, zijn oogen staan hol in zijn hooft,Ga naar voetnoot241
 
Zijn wangen vallen in, en hy is van al zijn kleur berooft.
Hans
 
Wy vonden jou Man dus, en ons consciency vermocht niet hem alleen te laten.Ga naar voetnoot243
Leander
 
Zie, daarom brengen wy hem t'huis, uit werk van karitaten.Ga naar voetnoot244
Kniertje
245[regelnummer]
Mijn lieve Flooris Koerte, och! zoo ik jou verliezen moet
 
Verlies ik hooft en troost, mijn Man en al mijn goet.Ga naar voetnoot246
Flooris
 
Hoor Kniertje, vergeeft mijn dronke drinken, mijn vloeken en mijn kijven:Ga naar voetnoot247
 
Ik maak jou Erf-genaam van al het mijn, laat het by een Notaris beschrijven.
 
Mannen draagt 'er getuigenis van, want ik voel de ziekte vermindert niet.Ga naar voetnoot249
Leander
250[regelnummer]
Is hier geen Docter ontrent, die wat raadt of middel ziet?Ga naar voetnoot250
Kniertje
 
Ja 't, Moertje gaat niet, maar vlieg, laat Nikaziaan voort mitje komen.Ga naar voetnoot251
[pagina 164]
[p. 164]
Diewer
 
Och! om mijn Zeun te helpen zel ik 'er niet op droomen.Ga naar voetnoot252
Diewer bin[nen].
Kniertje
 
Mijn zuikerde Flooris, zel jy mijn bitt're tranen voen?Ga naar voetnoot253
Flooris
 
Mijn gekonfijte Kniertjen, wat zel ik 'er tegen doen?Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
Het menschen leven is niet, als de draat is af-geloopen.Ga naar voetnoot255
Leander
 
Ey Jonge-lui! verslaat jou zoo niet, men moet altijdt het beste hoopen:Ga naar voetnoot256
 
De boom krijgt zoo meenigen slag eer hy ter aarde valt.Ga naar voetnoot257
Flooris
 
En ten lesten lukt het noch, wat of jy lui al kalt.Ga naar voetnoot258
 
Mijn trouwe Wijfje, zelje noch altemet wel om mijn denkken?Ga naar voetnoot259
Kniertje
260[regelnummer]
Elken dag zel ik wel duizentmaal in tranen verdrenkken.
[pagina 165]
[p. 165]
Flooris
 
Dit is mijn al van een Hei'en voor-zeidt dat ik op een dag sterven zou,Ga naar voetnoot261
 
En ik kon het nooit gelooven, maar ik bevindt het nou.Ga naar voetnoot262
Leander
 
Wacht tot den Domine koomt eerje begint te vreesen.Ga naar voetnoot263
Kniertje
 
Mijn Man het zijn leven zoo niet gepraat, dus moeten 't veege teikens wezen.Ga naar voetnoot264
Nikaziaan en Diewer uit.
Nikaziaan
265[regelnummer]
Felix sit tibi vesper. Qui se habent res tuae, dat gy mijn hierGa naar voetnoot265
 
ontboodt?
Kniertje
 
Och! Heer Docter, beziet mijn Man eens, hy is zoo goet als doodt.
Nikaziaan
 
Amicorum omnia sunt comunia, ick zal mijn best wel toonen.Ga naar voetnoot267
 
Tuis te pingam coloribus, reikt my uw handt mijn Zoone;Ga naar voetnoot268
 
ô Sancte Cosmi help! maar wanneer quam 't u aan?Ga naar voetnoot269
Flooris
270[regelnummer]
Gien uur geleen Domine.Ga naar voetnoot270
Nikaziaan
 
Uw zaken zijn afgedaan,
 
Gy kunt gien half uur leven.
[pagina 166]
[p. 166]
Diewer
 
Hoe koomt dat mijn Swager zoo schraal ‘ziet?Ga naar voetnoot271
Nikaziaan
 
Mors hominis in ipsum, est foribus in trivio sum.Ga naar voetnoot272
Diewer
 
Ik versta jou Docters taal ‘niet.
Nikaziaan
 
Ik zeg dat hier de Priester nutter als ik waar, die hem wat goets veur-las.Ga naar voetnoot273
Flooris
 
Zoo verwijsje mijn dan gelijk als een gebroken glas.Ga naar voetnoot274
Nikaziaan
275[regelnummer]
Annoza vulpes haud capitur laqueo, maar boêtica sus, dies zel 't welGa naar voetnoot275
 
lukken.
Flooris
 
Leesje mijn vonnis Domine, zoo doet het in duits, zoo hoor ik mijn boose stukken?Ga naar voetnoot276
Leander
 
Heer Docter datje jou Boek eens op-sloeg, meugelijk datje wel een raadtje vondt;Ga naar voetnoot277
 
Zeker om de Vrouws halven zoo maakt de Man gezont.Ga naar voetnoot278
[pagina 167]
[p. 167]
Nikaziaan
 
Ha Stultus! quid modo ais? meent gy ik mijn kunst noch haal uit Boeken?Ga naar voetnoot279
280[regelnummer]
Non credo. Maar in dit caput moet men Hipocrates, Galenus, Avicenna en Paracelsis zoeken;Ga naar voetnoot280
 
Ga naar margenoot+En om te betoonen dat ik, zoo lang het leven de mensche voedt,
 
Noch hulp weet, zoo haalt terstondt tot mijnent dit drankjen.Ga naar voetnoot282
Diewer
 
Och dat's goet!
Nikaziaan
 
Maar wacht, frons occipitio prior, ik zal strak weder-keeren.Ga naar voetnoot283
Nikaziaan Bin[nen].
Hans
 
Jy soudt den Docter wel vertoorenen, die lui houwe van gien scheeren.Ga naar voetnoot284
Diewer
285[regelnummer]
Mijn lieve kijndt, och! dat zijn kruyen toch wat werk mogen doen.Ga naar voetnoot285
Kniertje
 
Hy is al arger Docter als je mient, zijn verstandt kan meenig kuurtje broen.Ga naar voetnoot286
[pagina 168]
[p. 168]
Hans
 
Mijn goe Flooris-buur, zouje noch niet gaeren wat leven?Ga naar voetnoot287
Flooris
 
Ja, of neen, ik weet niet; want men moet rechtevoort drie-groot voor een pijntje Bier geven,Ga naar voetnoot288
 
En dan tappen die weersoordige Waarden de kannen pas vol aan den hals,Ga naar voetnoot289
290[regelnummer]
Zoo dat het op zeuven-oortjes koomt te staan, och! de tijden zijn teGa naar voetnoot290
 
vals.
 
Maar Kniertje voelje wel hoe deze zinnen hollen?Ga naar voetnoot291
Kniertje
 
Zou ik niet Vaar, zou ik niet, zieje gien droevige tranen rollen?Ga naar voetnoot292
Flooris
 
Och! mijn leven docht ik niet datje om mijn eindt zoo huilen zoudt.Ga naar voetnoot293
Kniertje
 
Ja Man, ik hebje altijdt beter vermogt alsje mijn hebt vertrouwt.Ga naar voetnoot294
Nikaziaan uit.
[pagina 169]
[p. 169]
Nikaziaan
295[regelnummer]
Rem omnum factum habeo, dit zal jou wat doen rusten.Ga naar voetnoot295
Flooris
 
Maar Domine ist al goet goet, het zou mijn aars niet lusten?
Nikaziaan
 
Tu de eodem bibes poculo.Ga naar voetnoot297
Flooris
 
Ik vraag jou of het zoet ‘is?
Nikaziaan
 
Wel degelijk, hoc vel caeco apparet, dat het van 't beste goet ‘is.Ga naar voetnoot298
Flooris
 
Zoo neem ik het dan in, en al de last Docter komt op jou aan.Ga naar voetnoot299
Nikaziaan
300[regelnummer]
Een verdronken Kalf is goed te wage, laat het op mijn maar staan.Ga naar voetnoot300
Diewer
 
Wat dunkje mijn Heer, dat wy nou een warm bedt riet ginge maken?Ga naar voetnoot301
Nikaziaan
 
Neen, hy zou hem al te zeer vermoejen, eer hy kon uit zijn klieren raken:Ga naar voetnoot302
[pagina 170]
[p. 170]
 
Een kussen twee of drie onder zijn hooft, en laat hem rusten op deze stoel,Ga naar voetnoot303
 
Dat 's goet, nimium divartitur in vitiam, laat hem nu alleen, want door al het gewoelGa naar voetnoot304
305[regelnummer]
Zijn de geesten te zeer ontstelt, en die moeten door stilte weerGa naar voetnoot305
 
bedaren.
Leander
 
Terwijl ist noodig dat wy strakx met onze zaken voort varen.Ga naar voetnoot306
Kniertje
 
Adieu man, ik wens datje met deze drank weer beteren mag.
Flooris
 
Adieu, kom zoen mijn noch iens, of ikje niet weer en zag.Ga naar voetnoot308
 
Hans, hoor hier, krijg iens pen en inkt, en doe als ik zel zeggen:Ga naar voetnoot309
310[regelnummer]
Je zelt in de Kaars-la de dood-ceel van mijn Zuster vinden leggen,Ga naar voetnoot310
 
Neemt die, en schrijft 'er noch ettelijke van mijn goe kornuiten by:
 
Inzonderheit Mondige Jasper, Slikkende Olef, en Rutjert Poesten-bry,Ga naar voetnoot312
[pagina 171]
[p. 171]
 
Meindert Horren-scheef, Fobert met de Wratten, Keesje Schonke,Ga naar voetnoot313
 
Roeltje Yzegrims, Bartelt Schokke-bak, en Leentje Pronke,
315[regelnummer]
Lobbes met zijn Kraag, Schonkje met zijn Veur-neus, laat die al in ordenanci staan:Ga naar voetnoot315
 
En om dat ik niet hebben wil dat 'er Vollentarizen mit mijn zelle gaan,Ga naar voetnoot316
 
Zoo zelje doen zeeltjes drukken, die de lui, in 't weerkomme, d'Anspreekers zellen gevenGa naar voetnoot317
 
Gelijk de Gilde-broers de Penningen, en zoo hoorenze allegaar met die onbeschofte Kerk-gangers te leven.Ga naar voetnoot318
Hans
 
Ga naar margenoot+Wel Flooris-buur, maar is 'er noch iet anders dat jou voor 't lesten quelt?Ga naar voetnoot319
Flooris
320[regelnummer]
Gants niet, als datje het Zeeltjen op volgende wijze steldt.Ga naar voetnoot320
[pagina 172]
[p. 172]

U E. Werd' te Begraffenis gebeden met het Lijk van FLOORIS KOERTEN van VEEREN, Man van Kniertje Koenen van Ditmartzen, Zoon van Koert Foppen en Trijntje Freeken, Schoonzoon van Diewer Teeuwis van Delden, Swager van Klaas Kommier en Aariaan Goozens van Leberlingen, Zusters Man van Brechje Koenen van Ditmartzen, Zusterling van zal: Evert Goorisz. Houtewambis, in zijn leven Reperateur van oude Schoenen, recht Achters-kijndt van Iuriaan Potje-beuling en Iop Braadt-worst, Euver-lui van de Nacht-werkers, Zusterlings Man van Booke Heites en Ielle Taakes van Dingsma Stoelematters, Kozijn Iermijn van Iermie de la Koku Drapier binnen Leiden, groote Vriendt van Pieter Doek-huif ouwe Kerk-ganger, Kozijnnaadje van Dominiko Antonio de Milano Rotte-val verkooper, nagelaten Erf-genaam van Ian in 't Achter-gat, trouwe klant van Gerlof Wytbek Bier-sluiker, ouwe Vryer van Iakelijn Ianneton de Bonavontuure, en lief-hebber van alle Vrouwen. Woonende in de drie Dreggen, by de nauwen Ingang, achter de Korte-lange-straat, over de wijze Mal-meulen, op de hoek van het Ouwe-nieuwe-pat, naast het swarte Licht. Op Donderdag toekomende, ten een uur, als Vriend' of Vrienden in Huis te koomen.

 

Het Lijk zal op S. Iobs Kerk-hof begraven worden.

[pagina 173]
[p. 173]
Hans
 
Hebje mijn noch wat meer te zeggen? mijn dienst is tot jouwen besten,Ga naar voetnoot321
 
Want men mag geen doenlijke dingen een mens weigeren op zijn lesten.Ga naar voetnoot322
Flooris
 
Neen. Maar laatze niet te overvloedig schenkken. Gaat, laat mijn nou alleen, als de Docter heeft gezeit:Ga naar voetnoot323
Hans Binnen.
 
Mijn dunkt mijn hert dat trekt alrie na stilligheidt.Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
Ik voel mijn zoo euvel als ik mag, dit zel voor zeker op 't landt wayen:Ga naar voetnoot325
 
Gort most ik mijn niet stil houwen, ik zou wel louter grayen.Ga naar voetnoot326
Nikaziaan, uit-beeldende Radamant, en Leander Eakus, gaan aan een Tafel zitten met eenige Boeken en andre snorre-pijpen voor hun.
Eakus
 
Ga Spook, zeg Karon aan dat Radamantus wachtGa naar voetnoot327
[pagina 174]
[p. 174]
 
Na het heilooze volk, en zijn gewisse vracht.Ga naar voetnoot328
Gijsbert, vertoonende Karon, komt met Maaike, Hans en Kniertje, uit.
Karon
 
Voort, voort, u misdaat en u vonnis zult gy hooren,Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
Tree aan gewillig, of verwacht mijn harde spooren.Ga naar voetnoot330
Radamant
 
Ga naar margenoot+Wel Karon, wat gespuis heeft 't Aardrijk af-geleit?Ga naar voetnoot331
 
Hoe is den hoop dus klein? dit schijnt een wonderheit.Ga naar voetnoot332
Karon
 
Geen wonder, 'k dorst mijn aan den Oever nau begeven,Ga naar voetnoot333
 
Zulken dikken wolk van Advocaten en Procureurs quam 'er aan gedreven.Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
Elk winkte, ieder riep, den een voor d'ander wou in de Schuit,Ga naar voetnoot335
 
Mit borster zulken zootje geswoore Deur-waarders uit,Ga naar voetnoot336
 
Dat ik vraagden ofze nou allegaar uit de Werelt waren verzonkken:Ga naar voetnoot337
 
Men zag 'er Jan Alleman met pampiere Harnasse pronkken.Ga naar voetnoot338
[pagina 175]
[p. 175]
 
Ieder had zijn stukken klaar daar hy zijn qua zaak mee verschoonen zou;Ga naar voetnoot339
340[regelnummer]
De Pleiters hadden 't drokker als op de rol, niemant de minste wezenGa naar voetnoot340
 
wou,
 
Ik docht dat zelje tans, even als oly in 't vyer, te pas komen:Ga naar voetnoot341
 
Toen voer ik wat voorder, daar heb ik een diel bestove MeulenaarsGa naar voetnoot342
 
vernomen,
 
Die hadden een Gilde-broer veur die in zijn ouwe dagen had bedelen gegaan:Ga naar voetnoot343
 
O! riepen een deel braat-veugels, jy hebt ons Ambacht te kort gedaan,Ga naar voetnoot344
345[regelnummer]
De Bakkers, daarje voor maalden, mostje beter hebben uit-gezoopen,Ga naar voetnoot345
 
Zy hadden eer altemaal met kak-hielen moeten loopen,Ga naar voetnoot346
 
Eer je, in jou of-gesloofde tijdt, iemants hulpe hadt van doen,Ga naar voetnoot347
 
Neen wast, een ander liever de vleugels gekort, als zijn zelf uit het nest te broen:Ga naar voetnoot348
 
O! docht ik, deuze Hanen laten teikens aan die by heur verkeeren.Ga naar voetnoot349
350[regelnummer]
Ik wat voorder, daar begonne mijn onze eige landzaten te eeren;Ga naar voetnoot350
[pagina 176]
[p. 176]
 
Kom zeidenze, wy zijn Snyers, voert ons voor ballast, en zy warender op toegemaakt,Ga naar voetnoot351
 
Want elk hadt een pak aan van ieder lap een staaltje, dat hy hadt getaakt,Ga naar voetnoot352
 
't Leeke kakel-bonte Henne, men kost al de kleuren geen naam geven:Ga naar voetnoot353
 
't Was wonder om te zien, zoo als 't de Gemeene man op heur consciencis dreven,Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
Elk zei jou diefze Snip-luis, zie dat en dat hebje mijn te kort gedaan:Ga naar voetnoot355
 
Ja, ja, antwoorden 'er een, jy heet ons dieve, en daar van maken wy ook dat onze naam mag bestaan.Ga naar voetnoot356
 
Ik daar van daan, en zocht, om niet te worden over-boort gedrongen,
 
Een plaatsje, daar ik dit Vroutje vont, en noch isser een Snyer by gesprongen;Ga naar voetnoot358
 
Ik stak van Landt, en docht eer ik 'er noch meer krijg
360[regelnummer]
Ist best, tot dat d'aare wat vertrekken, dat ik 'er mee over stijg.Ga naar voetnoot360
 
De strant was zoo bezet met schimmen, Mans en Vrouwen,Ga naar voetnoot361
 
Dat ik 't register in mijn hooft niet kan onthouwen,Ga naar voetnoot362
 
Ook is 't jou van onze andre Geesten perfekt genoeg gezeitGa naar voetnoot363
 
Wat levens pat het naast naar deze wooning leit.Ga naar voetnoot364
[pagina 177]
[p. 177]
Radamant
365[regelnummer]
Kom herwaarts booze Teef, en hoor wat g' in u levenGa naar voetnoot365
 
Voor Hoerery, bedrog, en valsheit hebt bedreven.Ga naar voetnoot366
Maaike
 
Sjoor geloof my, 'k he mijn kalanten met alle weelt vernoegt:Ga naar voetnoot367
 
Ba tjan de gelievekens waren mijn vrindelijk die 'k heb zamen gevoegt.Ga naar voetnoot368
Radamant
 
Wy weten al u doen, hier valt geen tegen-zeggen.Ga naar voetnoot369
Eakus
370[regelnummer]
Ik vindt in deze zy 't proces van Maaike leggen.Ga naar voetnoot370
Radamant
 
Lees op, dat zy den in-hout in het kort verstaat.Ga naar voetnoot371
Leander leest.
Eakus
 
Maaike van Heerentals heeft haar verloopen in den hoogsten graat,Ga naar voetnoot372
 
Met Jonge Dochters op dool-wegen te brengen, met hun te koppelenGa naar voetnoot373
 
Aan guits en jongens nau de kin bezet met stoppelen,Ga naar voetnoot374
375[regelnummer]
Met de fijne neering te gebruiken aan de beste van het Landt,Ga naar voetnoot375
[pagina 178]
[p. 178]
 
Ga naar margenoot+Ook door heur consciency te verdoemen met het schrijven aan de want,Ga naar voetnoot376
 
Met nacht-vinkken te huis-vesten, met eerbre zinnen te lokken,Ga naar voetnoot377
 
Met lach-loopers te voeden, met Dievery te fokken,Ga naar voetnoot378
 
Want als de Kassiertjes hun Zondags-gelt tot harent hadden gebrocht,Ga naar voetnoot379
380[regelnummer]
Zoo wierd 'er weer nieuwe financy, aan de meesters kas, gezocht.Ga naar voetnoot380
 
Zy heeft ook getrouwde Vrouwen van vreemde Mans doen hanteeren.Ga naar voetnoot381
 
In zomma, wat men in een Hoere-kot voor schelmery zag verkeerenGa naar voetnoot382
 
Ging steets by heur in swang, zy streek een ieder uit.Ga naar voetnoot383
Maaike
 
Gy abuzeert u Heer, en weete gy van dien guit,Ga naar voetnoot384
385[regelnummer]
Die my een doske Koper in stee van Gout gaf, in lastaadje,Ga naar voetnoot385
 
Dat had kik doen voor mijn Rinze-wijn, met billekens van Kandy, en zijn boelaadje.Ga naar voetnoot386
Eakus
 
Gebeurden dat eens van een, daar mosten wel tien anderen voor bloen.Ga naar voetnoot387
[pagina 179]
[p. 179]
Radamant
 
Maar Maaiken, gy hebt ons, in u tijdt, veel dienst gedaan, en wy zullen u nu weder vriendtschap doen:Ga naar voetnoot388
 
Dat ik u Kokin op Pluto maakten, soudt gy u verstaan op die zaken?Ga naar voetnoot389
Maaike
390[regelnummer]
Voor zemers ja, o kik kan zulken delikaten karminade maken,Ga naar voetnoot390
 
Met een Hazen-zaus, dager wilt en broets om worden zoudt:Ga naar voetnoot391
 
Ook ben 'k ik een Marvielje van een Kieken of Kapuin aan te rechten, of een Schapen-bout,Ga naar voetnoot392
 
Een klein gebeent, als Lijsterkens, Spreekens, Leewarkskes en Sneppen,Ga naar voetnoot393
 
Of Patrijzen en Duifkens, ben 'k ik zoo baizaart, dat den Marquis daar een behagen in kon scheppen.Ga naar voetnoot394
395[regelnummer]
O! en een Karpel met een Ajuin-zop te bereiden, tart 'k ik den Kok die den Bisschop dient,Ga naar voetnoot395
 
Of een Kriek-moes, of Trinolette op Patrijzen, of zy dy belust mijn vriendtGa naar voetnoot396
[pagina 180]
[p. 180]
 
Op Kremiboelly, of Zuipen op Kalfs-vlees, of Preek-heeren, of Jakopijne Taarten,Ga naar voetnoot397
 
Of diergelijk galant goeike, ik zal ze ou zoo erkies toe-reen, trots eenig Pastei-bakkers Maarten.Ga naar voetnoot398
Spook
 
Puik bylo, iget Zusterling jy bint een Wijf na mijn hert:Ga naar voetnoot399
400[regelnummer]
Dat men mijn antimizeerde, 'k wed 'er een lekker beetje in mijn lijf gevonden werdt.Ga naar voetnoot400
Maaike
 
Swijg stil gy klein diefken: o mijn Heer, en heede trek tot een Tarzaike,Ga naar voetnoot401
 
Tot een Vlaaike, Pastaaike, of blau Mangier de Spangje, gebiet maar aan ou Maaiken,Ga naar voetnoot402
 
Want om een Aiken Lombaarts te bereie, of een March-paip na de kunst,Ga naar voetnoot403
[pagina 181]
[p. 181]
 
Of gekloove Nonnekens, of Hoeren-dretjes, of Krijme-frittekens, behoudens uwer gunstGa naar voetnoot404
405[regelnummer]
En zulde mijns gelijken niet vinden, en da gy mijn Gentze Wafelkens eens pruefdenGa naar voetnoot405
 
Die zoo delikaat zijn, ik weet da gy u bedruefdenGa naar voetnoot406
 
Da gy zulken emprialen Kokinneke zoo lang onbeeren most:Ga naar voetnoot407
 
In Brabant was niet een lakker-tongske dat Maaiken niet en kost.Ga naar voetnoot408
 
O zie! met zulken deugt heb 'k ik steets by alle vroomeken de kroon gespannen.Ga naar voetnoot409
Karon
410[regelnummer]
Dat weten wy wel, want om jou deugt benje ook t'Antwerpen uit-gebannen.Ga naar voetnoot410
Radamant
 
Ga Spook, en brengt haar in 't gezigt van Prozerpijn,Ga naar voetnoot411
 
Laat haar toe-reester van de Helze spijze zijn.Ga naar voetnoot412
Spook
 
Kom Pete-moei, ik zelje zo zoetjes handelen als ik iemant dee mijn leven,Ga naar voetnoot413
 
Maar jy moet mijn daar na altemet weer een veeg uit de pan geven.Ga naar voetnoot414
[pagina 182]
[p. 182]
Maaike
415[regelnummer]
O gy Alferos van Mars! draagde gy geen zorg, betrouwes vryGa naar voetnoot415
 
Dage een toegenegen Moejers hert bevinden zult aan my:Ga naar voetnoot416
 
Ga naar margenoot+Gy zult vijgen eten als 't Peerdeken t'huis komt, al waar den Erts-Hartoch ou Peter,Ga naar voetnoot417
 
En den kleinen Koning ou Groot-vader, 's onthaalden u niet beter.Ga naar voetnoot418
Flooris
 
O dubbelde booze Werelt!Ga naar voetnoot419a
Karon
 
Nou venster-aap, jou beurt, haal vonnis na jou leven.Ga naar voetnoot419b
Leander leest.
Eakus
420[regelnummer]
Hans Ponjaart, die strak zoo schielijk is overleen, heeft bedrevenGa naar voetnoot420
 
Zoo veel dievery als 'er oit van een Snyer is begaan.Ga naar voetnoot421
 
Item, hy heeft niemant ontzien, rijk en arm heeft hy te kort gedaan:Ga naar voetnoot422
 
Item, hy nam het van d'een, en liet het and're door zijn itemmen betalen:Ga naar voetnoot423
[pagina 183]
[p. 183]
 
Item, men kon uit zijn duivels-ton somtijts lappen tot hiele Jakken halen:Ga naar voetnoot424
425[regelnummer]
Item, zijn consciency en zijn oog waren zoo ruim dat het noit te vullen was:Ga naar voetnoot425
 
Item, Rou-werk, of kleurt Zatijn, het quam hem al te pas:Ga naar voetnoot426
 
Item, van d'een stal hy 't Laken, en van d'ander de Voering, als hy hem een Pak maakten:Ga naar voetnoot427
 
Item, fijn Zilver of Gout-Laken was het liefste dat hy taakten:Ga naar voetnoot428
 
Item, zijn kromme vingers wierden op 't lest het steelen zoo gewentGa naar voetnoot429
430[regelnummer]
Dat hy niet roerden, of daar bleef wat aan hangen of geschent.Ga naar voetnoot430
 
Indien wy al zijn items na behooren op-zommeerden,Ga naar voetnoot431
 
Men zou het mogen voor een monster ter Werelt brengen, daar door een ander leerden.Ga naar voetnoot432
Hans
 
Och! zulje mijn natuurlijken aart zoo beschelden? 't is mijn schult niet,Ga naar voetnoot433
 
Ik ben met de kunst gebooren, en op datje noch klaarder teiken zietGa naar voetnoot434
435[regelnummer]
Zoo lees mijn betoog-brief, die mijn zalige vaar dee schrijven,Ga naar voetnoot435
[pagina 184]
[p. 184]
 
Toen ik mijn eerste jeugt gaf teugel om te wijven.Ga naar voetnoot436
Leander leest.
Eakus

Wy eerbaren Raadt van Hazelunen doen kondt allen den geenen die dit zullen hooren lezen, op Slooten, Steden, Kastelen, & c. dat Jurgen Met-worst van Meppen verzoeket voor zijn Zeune Hans Ponjaart, ein betoog-çeedel van wegen zijn geslachts halven, 't welke wy hem vergunne, ont betuigen voor alle vrome luiden dat hy nicht is af kamen van ein Muller, noch Tolnaar, noch Baart-scheerer, noch Swijn-snijder, noch Quakzalver, noch Linne-wever, maar van dat edelen Ampt, het Snijders Handt-werk.

 
Dit luit van overout gebooren Dievery.Ga naar voetnoot437
Hans
 
Indien jy 't recht in-ziet ik raak voor zeker vry.Ga naar voetnoot438
Radamant
 
Voort brengt hem weg, zijn lucht besmet mijn strenge Setel:Ga naar voetnoot439
440[regelnummer]
Ga, stookt hem in 't Forneis onder de dieve-ketel,Ga naar voetnoot440
[pagina 185]
[p. 185]
 
Een volk, een straf; vertrek, ik gun hem niet een woordt.Ga naar voetnoot441
Spook
 
Hei! wambas-kat tree aan, 'k seg tafel-uil ga voort,Ga naar voetnoot442
 
Of jy selt dese sweep om bei jou beenen proeven.Ga naar voetnoot443
Hans Binnen.
Karon
 
Gemaskerde wout-aap, selje nou niet een kalesje behoevenGa naar voetnoot444
445[regelnummer]
Die jou by Radamant brengt, gelijkje in de tuin-huisjes wierdtGa naar voetnoot445
 
gebrocht?
Radamant
 
Kom harwaarts gy die zoo veel boosheidt hebt gewrocht.Ga naar voetnoot446
Leander leest.
Eakus
 
Jannette van Piere heeft al haar tijdt versletenGa naar voetnoot447
[pagina 186]
[p. 186]
 
In heur op te pronkken, haar aansicht te toyen, in lekker te eten,Ga naar voetnoot448
 
Ga naar margenoot+In lonkken te schieten, waar door zy zoo veel vryers kreegGa naar voetnoot449
450[regelnummer]
Als 'er vliegen om een doode kreng te swieren pleeg:Ga naar voetnoot450
 
Haar lichaam dee een getal van Swager-schap bereiken,Ga naar voetnoot451
 
Meer als voor Amsterdam, op Maandag, Zeilen strijken,Ga naar voetnoot452
 
Zy was verscheiden maal gekamert als een pop,Ga naar voetnoot453
 
En swoer dry kinders drie onrechte vaders op,Ga naar voetnoot454
455[regelnummer]
Haar hoerery ging Messelina veer te boven,Ga naar voetnoot455
 
Zy deed de kinders vaak de ouders buil berooven,Ga naar voetnoot456
 
Zy deed 'er menig, die hun middelen hadden verdaan,Ga naar voetnoot457
 
Om haar na 't warme Landt of na den Oorlog gaan,Ga naar voetnoot458
 
Zy heeft heur vuile lust zoo lang gebruiken durvenGa naar voetnoot459
[pagina 187]
[p. 187]
460[regelnummer]
Tot zy van overwinst in 't Gast-huis is gesturven.Ga naar voetnoot460
Radamant
 
Wanschepsel, beest, die zoo onmenschelijk u jeugtGa naar voetnoot461
 
Versleeten hebt, ga heen, verschei u van de vreugt,Ga naar voetnoot462
 
Ga, help de dochteren van Danais, wijl g' u dagenGa naar voetnoot463
 
Zoo lui hebt deur-gebrocht, sult gy nu water dragen,
465[regelnummer]
Gy sult ook met u mask' bedekt zijn, op dat gyGa naar voetnoot465
 
Geen Helsche slaven trekt tot u vervloekte pry.Ga naar voetnoot466
Spook
 
O fijne Madam! geef mijn de handt, denkt of jou nou een jonker leiden.Ga naar voetnoot467
Kniertje
 
Leer eerst hoe gy een Juffrou handlen sult bescheiden.Ga naar voetnoot468
Spook
 
Kijk met sulke grepen doorluchtige Madam, in wie beleeftheit woont,
470[regelnummer]
U Schoen-borstel bidt dat gy u zoo vernedert toont,
 
En senden hem u animable lonkjes die zoo jentiel de sinne branden,
[pagina 188]
[p. 188]
 
Dat zy tot haar devotie brachte de Godt van Venis stranden.Ga naar voetnoot469-472
 
Juzjeert by u self hoe gy door die cortosie inflameert een toegenege hert,Ga naar voetnoot473
 
O honnorable Dame, indien gy na behooren van mijn gekongratuleert werd,Ga naar voetnoot474
475[regelnummer]
De grandesse van mijn diskourse souden u dikrese meer vernoegenGa naar voetnoot475
 
Als u oit de cermony des Werelts dee, wilt u voegenGa naar voetnoot475-476Ga naar voetnoot476
 
Na het obidieeren van u alderminsten Sarviteur,Ga naar voetnoot477
 
Die u bidt dat gy met u voet-veeg belieft te wandelen door dese deur.Ga naar voetnoot478
Knier binnen.
Karon komt by Flooris, en doet hem op-staan.
[pagina 189]
[p. 189]
Karon
 
Nu suffert, recht jou op, jy moet jou saken mee te woordt ‘staan,Ga naar voetnoot479
480[regelnummer]
Jan treet-saft, de Solder valt in, hoe is 't hier? selje voort ‘gaan.Ga naar voetnoot480
Flooris
 
Wel ben ik dan al doodt?
Karon
 
Hy twijffelt, de goe man.Ga naar voetnoot481
Radamant
 
Kom voor de Recht-bank en hoor ook u daden an.
Leander leest.
Eakus
 
Flooris Koerten, nu flus gesturven, heeft hem geweldig verloopenGa naar voetnoot483
 
Met vloeken, en schelden, en onrechtvaardig goet te hoopen,Ga naar voetnoot484
485[regelnummer]
Maar insonderheit door dronkke drinkken, en met dat volle lijfGa naar voetnoot485
 
Teeg hy dan met vuisten en stokken te buffelen op sijn Wijf:Ga naar voetnoot486
 
Ja selden Maant of Week wast of sy had blauwe oogen.Ga naar voetnoot487
Radamant
 
Houdt op. O gruwel! hoe kan dit den Hel gedogen?
 
Een Vrouw, met wien men trouwt uit alle vriendelijkheidt,Ga naar voetnoot489
[pagina 190]
[p. 190]
490[regelnummer]
Wierdt daar ooit manne-vuist of slagen op geleidt?Ga naar voetnoot490
Eakus
 
Dus meldt den inhoudt van zijn dagelijkze leven.Ga naar voetnoot491
Radamant
 
Ga naar margenoot+O schrik! die men gien plaats in Hel of Aard' kan geven.Ga naar voetnoot492
 
Wat staat ons nu te doen? wat straf is wreedt genoegh?Ga naar voetnoot493
Eakus
 
Wie hoorden ooit van een Man die zijn eigen Wijf sloeg.
Radamant
495[regelnummer]
Dat men hem tot huspot doet kappen, en werpen hem voor deGa naar voetnoot495
 
honden.
Eakus
 
Daar zou hem dan gien Wijve-smijter aan spiegelen kunnen zoo 'er ooit een weer wierdt gevonden:Ga naar voetnoot496
 
Laat hem het vel of halen, doet dat zouten, op dat het niet kan vergaan,Ga naar voetnoot497
 
Dat kan men dan tot een gedachtenis aan de helsche-poort slaan.Ga naar voetnoot498
Radamant
 
Ik weet niet wat ik sal, ik ben mijn raadt ten enden.Ga naar voetnoot499
Flooris
500[regelnummer]
Ey! Mannen, recht genadig, wilt mijn een matelik lijden toe-senden.Ga naar voetnoot500
[pagina 191]
[p. 191]
Radamant
 
Hadje de Beul vermoordt ik hiel het jou ten goe,Ga naar voetnoot501
 
Of hadje tien-maal Bankkeroet gespeeldt, maar hier is gien stellen toe.Ga naar voetnoot502
Flooris
 
De Dronk was de oorsaak dat ik soo de pijpen stelden.Ga naar voetnoot503
Radamant
 
Ja, steek dronkken een Man doodt, jy selt het nuchteren ontgelden.Ga naar voetnoot504
Flooris
505[regelnummer]
Och! waar ik noch in 't leven ik wed het geschieden niet meer.Ga naar voetnoot505
Radamant
 
Hoe sullen wy toe? met welken straf betracht ik best mijn eer?Ga naar voetnoot506
Flooris
 
Mijn lieve Kniertje, hoe rouwt mijn jou geleden plagen.Ga naar voetnoot507
Eakus
 
Ja gallig-berouw heb men gemeenlik op 't endt der Dieve-dagen.
Flooris
 
Genade Vrienden, datje wist hoe mijn boosheidt dit herte quelt,Ga naar voetnoot509
510[regelnummer]
Ik weet ik sou vry raken, of ten minsten op gien sware peen gestelt.Ga naar voetnoot510
[pagina 192]
[p. 192]
Radamant
 
Eakus dat wy hem het leven wat verliendenGa naar voetnoot511
 
Om sien of hy daar na een andre straf verdienden?Ga naar voetnoot512
Flooris
 
Ja wodje dat doen.Ga naar voetnoot513
Eakus
 
Mijn dunkt dat zijn misdaadt al te seer buiten de kerf gaat.Ga naar voetnoot513
Flooris
 
Ey! wees jy mijn hartste party niet, ik heb het immers zoo quaat.Ga naar voetnoot514
Radamant
515[regelnummer]
Nu kom, ik sal jou uit die kan te drinkken geven,
 
Daar deur jy datelijk weer raken sult aan 't leven:Ga naar voetnoot516
 
Maar slaat jou Wijf geen meer, en seg vry ieder manGa naar voetnoot517
 
Dat men geen straf genoeg hier daar toe vinden kan.Ga naar voetnoot518
Flooris
 
Dat beloof ik jou op mijn manne waarheit, daar hoefje niet veur te vreesen.Ga naar voetnoot519
Radamant
520[regelnummer]
Wel drink die kan heel uit, over langsaam, soo selje strak leventGa naar voetnoot520
 
wesen.
Flooris drinkt, ondertusschen vertrekt al de Spookery, een weinig daar na word 'er een Pistool of twee af-geschooten.
[pagina 193]
[p. 193]
Flooris
 
Wat 's dat? waar ben ik? o bloet Wijf! Besje, vrinde sta mijn by.Ga naar voetnoot521
 
Help, onraat, volk, Kniertjen, o menschen! help, ik ben in de ly.Ga naar voetnoot522
Kniertje en Diewer, uit.
Kniertje
 
Wat schort 'er nou jou ongaleke vent? als jy jou gat hebt vol gedronkkenGa naar voetnoot523
 
Kanje dan niet te vreen wesen, en zitten daar en ronkken?Ga naar voetnoot524
Flooris
525[regelnummer]
Och! Kniertje leef ik al? voel mijn handen, voel mijn lijf.
Diewer
 
Komt het mal weer boven? gans bloet was ik jou Wijf.Ga naar voetnoot526
Flooris
 
Zeg moer, ben ik ook noch dood?Ga naar voetnoot527
Kniertje
 
Wel man wat komt jou over?
flooris
 
Ja zulke dingen als ik in den Hel zag.
Diewer
 
't Is hoe langer hoe grover,Ga naar voetnoot528
 
Ik denk in de Dronkke-mans Hel, dat jou Wijf wel vleis en bloet kost,Ga naar voetnoot529
530[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ik wens 'er nacht en dag om dat zy eens van jou mocht worden
 
verlost.
[pagina 194]
[p. 194]
Flooris
 
Wel heb ik dan niet doodt geweest? of houje mijn veur 't zotje?Ga naar voetnoot531
Kniertje
 
Jy doodt geweest! Flooris droomje? wel vaar, of spotje?Ga naar voetnoot532
Flooris
 
Niet alleen doodt, maar ook in den Hel geweest, daar ik veul kennis sag:Ga naar voetnoot533
 
Is Maaike-Buur niet begraven?Ga naar voetnoot534
Diewer
 
Wel neen, wat of deze kapstok praten mag.
Flooris
535[regelnummer]
En is Hans de Snyer ook niet, over een uur, aan een hartvangGa naar voetnoot535
 
gesturven?
Diewer
 
Rijt jou S. Felten? neen hy, och Heer! zoo was die arme vrouw bedurven.Ga naar voetnoot536
Flooris
 
Ik hebse nochtans flus beide-gaar in den Hel gezien, zoo 'k niet beter weet,Ga naar voetnoot537
 
Wijf zy biechten zulke dingen, ik zeg noch zy dochten niet een beet.Ga naar voetnoot538
[pagina 195]
[p. 195]
Kniertje
 
Schaamje datje van de vroome quaat zegt, het bennen lui met eeren.Ga naar voetnoot539
Flooris
540[regelnummer]
En het Docter Nikaziaan, in de voor-avont, ook niet by mijn geweest?Ga naar voetnoot540
Kniertje
 
Het lijkt wel scheeren.
Flooris
 
Jy scheert mijn: zeker Leander was 'er by, en Hans ook, korts voor zijn doodt.Ga naar voetnoot541
Kniertje
 
Ey Moertje! haalt de lui, zy woonen hier toch by, zoo ziet hy de leugens klaar en bloot.Ga naar voetnoot542
Flooris
 
Och! Wijf, ik ben zoo verschooten, ik had veur zeker in den Hel moeten blijvenGa naar voetnoot543
 
Had ik geen beterschop belooft van dronkke drinkken, veur al niet op jou te kijven,Ga naar voetnoot544
 
 
545[regelnummer]
Veul minder jou te smijten, gans de Preezes grimden zoo, zie daar,Ga naar voetnoot545
 
Ik zel jou zoo lief hebben als mijn selfs, en houdt dat vry veur waar;Ga naar voetnoot546
 
Heer zy dreigden mijn met sulke plagen, 'k begon van angst te swieten.Ga naar voetnoot547
[pagina 196]
[p. 196]
Kniertje
 
Mocht dat geschien, ik sou mijn selfs wel gelukkig hieten:
 
Maar jy hebt het gedroomt loof ik.Ga naar voetnoot549
Flooris
 
Neen by gort, ik heb het gesien.
Kniertje
550[regelnummer]
Jy recht met jou dronkken hooft wat uit, jy bent een borsje zoo ikGa naar voetnoot550
 
mien:
 
Siet Flooris, ik wil het niet langer verdragen, daar meugje jou na schikken.Ga naar voetnoot551
Flooris
 
Ey Kniertje! breek mijn beroide hooft niet hielendal aan stikken.Ga naar voetnoot552
Kniertje
 
Jy selt het noch zoo maken dat ik een schei-brief sal halen gaan.Ga naar voetnoot553
Flooris
 
Maar Wijf, sel men zoo aanspreken een die strak is op-gestaan?Ga naar voetnoot554
555[regelnummer]
Hebje meelijden met jou Man, zoo maak mijn hert niet ongeruster.Ga naar voetnoot555
Kniertje
 
Ik weet wel wat ik seg, spiegelt jou iens aan mijn Zuster,Ga naar voetnoot556
 
Die met 'er Man als lammeren samen gaan op en neer.Ga naar voetnoot557
Flooris
 
Dat selle wy voortaan ook doen, zie daar Kniertjen, ik sweer.
Nikaziaan uit.
[pagina 197]
[p. 197]
Nikaziaan
 
Gebuurtjes wat 's 'er gaans? zijt gy om mijn verlegen?Ga naar voetnoot559
Kniertje
560[regelnummer]
Ja Domine, onse Flooris heeft een wolk in zijn hooft gekregen.Ga naar voetnoot560
Flooris
 
Als 't is mijn Heer, was jy hier flus niet doen ik op mijn uitterst lag?Ga naar voetnoot561
Nikaziaan
 
Och neen! ik hebje in geen maant gesien, 'k laat staan van desen dag.Ga naar voetnoot562
Maaiken uit.
Maaike
 
Wel Knierken, pais 'k ik g'en hebt de Vroet-vrou noch niet van nooden,Ga naar voetnoot563
 
Ga naar margenoot+Dage de gebuuren t'zamen roept.Ga naar voetnoot564a
Kniertje
 
Neen Maaiken, maar ik hebje ontbooden
565[regelnummer]
Om dat mijn Man zei datje doodt waart, en dat hy jou in den Hel
 
gesien hadt.
Maaike
 
Ba s'jaes wat vies'er figuer is dit? gebuur wat kout is dat?Ga naar voetnoot566
Floor is
 
Ik weet 'er niet op te zeggen, zoo begoogeltmen mijn oogen.Ga naar voetnoot567
[pagina 198]
[p. 198]
Diewer, Leander en Hans, uit.
Diewer
 
Zie hier is Hans. Swager beken jy nou niet datje hebt geloogen?Ga naar voetnoot568
Leander
 
Wel Flooris-buur wat is jou seggen?Ga naar voetnoot569
Flooris
 
Maar geef mijn recht bescheit,
570[regelnummer]
Heb jy en Hans mijn flus niet t'samen t'huis geleidt?Ga naar voetnoot570
Leander
 
Ik heb den heelen dag niet uit geweest als nou jou Schoon-moeder mijn komt halen.Ga naar voetnoot571
Flooris
 
Dat is een drollig verstandt.Ga naar voetnoot572
Diewer
 
Zoo loopen jou dronkke zinnen malen;
 
Want jy waart flus soo krom dat wy jou niet krijgen konnen na het bedt,Ga naar voetnoot573
 
En daar van hebben wy jou op dese stoel te slapen geset.Ga naar voetnoot574
Flooris
575[regelnummer]
Ik voel immers niet; en de dronk pleeg mijn somtijdts het hooft seer te maken.Ga naar voetnoot575
Kniertje
 
Ja jy wordt het soo gewent dat een mooie stoot jou niet kan raken.Ga naar voetnoot576
[pagina 199]
[p. 199]
Flooris
 
Zeg Hans, was jy hier niet toen ik jou mijn Doodt-zeel maken dee?Ga naar voetnoot577
Hans
 
Ik heb den heelen dag buiten geweest, en koom nu effen in stee.Ga naar voetnoot578
Flooris
 
Zoo ben ik uitgeleert, heb ik mijn zinnen dan hiel verlooren?Ga naar voetnoot579
Kniertje
580[regelnummer]
Ik seg noch, dat doet dat jy al jou wijsheidt laat in de Bier-kanGa naar voetnoot580
 
smooren.
Nikaziaan
 
Wel Flooris wat is jou geschiet? waarom legje over-hoop?Ga naar voetnoot581
Flooris
 
Om dat ik heb doodt geweest.
Nikaziaan
 
Jou verstandt is op de loop.Ga naar voetnoot582
Flooris
 
En daar by raakten ik in den Hel, daar sy mijn te degen wouden plagen,Ga naar voetnoot583
 
Om dat ik somtijdts soo mijn Wijf wat heb geslagen.
Maaiken
585[regelnummer]
Ba s'jaes, wat een gruwel! gebuur darfde gy ou Huis-vrouw slaan?Ga naar voetnoot585
[pagina 200]
[p. 200]
 
Bescharm ons, ô Innocentius! de wareldt sou'er om vergaan.Ga naar voetnoot586
Flooris
 
Dat sei de Drommel ook; maar hy gaf mijn dese Kan met drank die mijn weer in 't leven stelden.Ga naar voetnoot587
Kniertje
 
Lieg al voort: ik hebse hier flus by jou neer geset, om of jou de na-dorst quelden.Ga naar voetnoot588
Nikaziaan
 
Ik sal jou de saak wel beduiden waar uit dat dit ontstaat,Ga naar voetnoot589
590[regelnummer]
De humeuren, door de heete drank, zijn ontstelt geweest tot in de hoogste graat,Ga naar voetnoot590
 
En die dampen vertoonen de oogen vaak onmogelijke dingen,Ga naar voetnoot591
 
Daarom, wil jy geraden zijn, soo moetje jou bedwingen,Ga naar voetnoot592
 
Want, nunc in te cadunt folio, post cadent arbores, mogelijk heeft jou dit gesicht doen sien,Ga naar voetnoot593
 
Zoo gy u niet betert, iets dat namaals sal geschien.Ga naar voetnoot594
[pagina 201]
[p. 201]
Flooris
595[regelnummer]
't Moet dan soo wesen, en ik beloof jou dat ik mijn voortaan soo schrikkelijk sal wachten.Ga naar voetnoot595
Kniertje
 
Dat sal ook dienen te zijn, of ik sal van jou te scheiden trachten.Ga naar voetnoot596
Flooris
 
Gort Wijf datje wist hoe ik mijn nou beteren sal, 'k weet gewisGa naar voetnoot597
 
Datje seggen soudt hy is de deugt selfs, soo 'er een op de Wereldt is.Ga naar voetnoot598
Kniertje
 
Ga naar margenoot+Wel nou, soo sellen wy dan vreedig leven, want dat blijft hier verbonden.Ga naar voetnoot599
Diewer
600[regelnummer]
Och! Heer, een huis blijft altijdt staan gebouwt op vreedens gronden.Ga naar voetnoot600
Maaiken
 
Gy segges wel Moejer, de vree verdrijft de smart.Ga naar voetnoot601
Flooris
 
Koom vrienden ga mee in de Keuken, en drinkken eens de swarigheidt van 't hart.Ga naar voetnoot602
Nikaziaan
 
Ja als den Docter 'er by is soo moogje wel eens slikken,Ga naar voetnoot603
 
Maar anders moetje jou leven heel stil en soober schikken.Ga naar voetnoot604
[pagina 202]
[p. 202]
Leander
605[regelnummer]
Die Vogel is getemt, en voelt noch stoot of slag,Ga naar voetnoot605
 
En leidt de grondt van menigen vernoegden dag.Ga naar voetnoot606
Kniertje
 
Mijn rouw-verdrijver, dese voet van vriendtschap troontmeGa naar voetnoot607
 
Ten hoogsten om u dit te loonen: maar verschoontmeGa naar voetnoot608
 
Voor op-spraak, naderhandt soo kroonen wy mijn Man.Ga naar voetnoot609
Leander
610[regelnummer]
Nu koom, dat hy van ons niet quaats vermoeden kan.Ga naar voetnoot610

 

UIT.

 

J. NOOZEMAN.

margenoot+
A2[r]
voetnoot1
't gat uit: de deur uit (WNT gat (1ste art.) I, 2, a). Drommel: duivel; drommel is een pseudoniem voor ‘duivel’ en fungeert als bastaardvloek.
voetnoot2
De ...gemien: De vrouwen kakelen samen met de hennen wanneer zij eieren leggen; vgl. een bezig wijf en eene leggende hen kunnen goed kakelen, Harrebomée, dl. 1: 304.
voetnoot3
Iou nacht-raaf: Lett.: ‘vogel die veelal zijn voedsel 's nachts zoekt’, dus: ‘iemand die 's nachts een losbandig leven leidt’. Aanspreking, invectief met jou, zie Crena de Iongh 1959, 101. handelt: behandelt.
voetnoot4
Heur Vaar (goet man): haar vader, (in leven een) eervolle burger; zie vs. 20 (WNT goed (I) I I, 6 en goeman). het: (volkstaal), ‘heeft’. are: andere (syncope van nde).
voetnoot5
dusken: dusk (Mnl.) komt van duslijk = ‘zulk’; met volgend een samengesmolten tot dusken (WNT dusch). vertrout ... toe: geloof dat zeker (maar) bij haar (WNT toevertrouwen 1).
voetnoot6
Ey Besje: Hé, oude vrouw.
dutje ook?: droom je soms?
voetnoot7
verstong: wenste preteritum van verstaan (WNT verstaan A, V, 27).
mijn tuiltje tuilen: doen waar ik zin in heb (WNT tuil (I) 2, a).
voetnoot8
zelt: zal moeten. benierlijk: ‘manierlijk’, d.i. ‘fatsoenlijk’.
of ... schuilen: of er zal wat anders gebeuren; schuilen is lett. ‘van achter weg komen’.
voetnoot9
wiens ... mijne: wie heeft de rijkdom hier gebracht? Noozeman varieert op het bekende Mnl.. spreekwoord: ten is niet al gout dat daar blinkt (Stoett, 1905) en suggereert daarmee wellicht tegelijkertijd dat geld niet gelukkig maakt
of: als (WNT of (2de art.) I, 2).
voetnoot10
wiens ... mijne: wie heeft de rijkdom hier gebracht? Noozeman varieert op het bekende Mnl.. spreekwoord: ten is niet al gout dat daar blinkt (Stoett, 1905) en suggereert daarmee wellicht tegelijkertijd dat geld niet gelukkig maakt
of: als (WNT of (2de art.) I, 2).
voetnoot11
de ... gekomen: (zegswijze), ‘het geld heeft hij met het huwelijk aangebracht’ (WNT klei (III) 2).
voetnoot13
Sie ... ootmoet: kijk, daar (van haar schoonheid) wil ik met volkomen vrouwelijke onderdanigheid van bediend worden, d.w.z. ‘als heer en meester heb ik recht op haar lichamelijk schoon’.
voetnoot14
deugt: 1. voorteffelijke eigenschappen; 2. (mogelijk) kuisheid (MNW doget 5, WNT deugd 2). dat komt zoet: komt benadert hier een koppelwerkwoord; zoet in de betekenis van vermakelijk, moet hier in ironische zin opgevat worden, dus: ‘dat is sterk!’ (WNT komen I, III, 2).
voetnoot15
dat ... huis-vesten?: dat de deugdzaamheid in haar woonde? huis-vesten bevat om het visuele rijm een oneigenlijke -n.
voetnoot16
moer: moeder (syncope van d).
houdt ...besten: neem het mij niet kwalijk.
voetnoot17
koopen: meervoud doordat men als collectief wordt opgevat.
wat... keur: iets dat in 't oog valt, spreekt geen onwaarheid; het in de smaak vallen bepaalt de keuze; het lijke: het in de smaak vallen (WNT lijken (II) 1).
voetnoot18
Jy wantrou: Jij ontrouwe!
voetnoot19
'er: haar. wroeten: ploeteren, hard werken; vgl. slaven in dezelfde versregel. loopen: hier in de oorspronkelijke betekenis: ‘voortsnellen’.
voetnoot20
Mijn ...: Diewer richt zich tot haar dochter Kniertje. kostelijke: kostbare.
voetnoot21
wat ... geschien: wat zou ik verheugd zijn! (WNT troost 9).
voetnoot22
stongje: stond je; enclisis, stong + je; stong (Hollands) is preteritum van staan.
voetnoot23
Moertje ... ontstellen: Moedertje, waarom doe je vergeefse moeite? Waarom zul je verdriet hebben? Mnl. Handwdb. ontstellen II, 2.
voetnoot25
tza lever Keizers munt: komaan, geef geld; tza komt van het Franse ça; [Keizers munt verwijst oorspronkelijk naar munten met de beeltenis van Romeinse keizers; wellicht wordt hier de Karolusgulden bedoeld, d.i. een gouden en later een zilveren munt met de beeltenis van Karel V, ter waarde van 20 stuivers; WNT keizersgulden].
voetnoot26
Zou: moet. Kijndt ... kunt: Kind, zorg dat je de huishoudelijke inkopen kunt doen (dus: dat je je huishoudgeld achterhoudt).
voetnoot28
Ik ... vast: Ik sla je de hersenpan aan stukken, als je niet naar de geldbuidel gaat. Het gezelschap (mijn vrienden) zit reeds op mij te wachten (WNT tijden 1).
voetnoot29
Ik ... vast: Ik sla je de hersenpan aan stukken, als je niet naar de geldbuidel gaat. Het gezelschap (mijn vrienden) zit reeds op mij te wachten (WNT tijden 1).
voetnoot30
Hou ... einden: Geef niet toe.
tast: klap (WNT tast 1).
voetnoot31
wis: doeltreffend. schafje gien splint: als je geen geld geeft; splint: geld (WNT splint (II)).
voetnoot32
Jy ... Pachters: je lijkt op de mensen die geld of goed eisen. al ... halen: al moet je het van het altaar (uit de kerk) halen.
margenoot+
[A2v]
voetnoot34
stommel ... te deuren uyt: sla ik jou en je dochter het huis uit.
voetnoot35
Zie toe Knier: pas op Knier (dreigement).
voetnoot36
gnort: bromt, moppert, eig. ‘knort’; gn i.p.v. kn komt soms in de Hollandse volkstaal voor.
voetnoot37
Kijven ... niet: vgl. kijven doet geen zeer, Harrebomée, dl. 3.
voetnoot38
meer: een zeer platte naam voor een vrouw (bijvorm van merrie); verg. koe en zeug (WNT meer (II) 2).
voetnoot39
bediszelt ... te degen: breng je zaken geheel op orde, vrij: denk goed na (WNT bedisselen 6). mijn ... verstreken: mijn geduld is op.
voetnoot40
wil ... breken: breek je kostbare benen (vgl. WNT willen II, 16).
voetnoot41
gort: vervorming van God tot gort, bastaardvloek.
voetnoot42a
Kijk ... niet: Pas op, houten poot! [Dan (als je voorzichtig was geweest)] had je dat kunstbeen [waarnaar ze kennelijk wijst] niet gehad (WNT stelt 1). ja: waarachtig (ironisch). driegt ... houdt: durf een oud mens [eens] bang te maken.
voetnoot43
of ... wayen: (uitdrukking), ‘of anders zul je er van langs krijgen’ (WNT waaien (I) I, 1, b).
voetnoot44
Moertje: Moedertje. payen: terug-betalen (vgl. WNT paaien 6 en 7).
voetnoot45
Best: hier is de betekenis ‘oude afgeleefde vrouw’, zie ook bes. Best is een verkorte uitdrukking van bestemoeder ‘grootmoeder’.
voetnoot46
of: af. en al de rest: wsch. doelend op geslachtsorgaan.
voetnoot47
after-eindt: achterste (lett.: ‘achtereinde’).
Wijf ... koom: Vrouw, breng alles op gepaste wijze in orde, of anders zul je stokslagen krijgen.
voetnoot48
Wijf ... koom: Vrouw, breng alles op gepaste wijze in orde, of anders zul je stokslagen krijgen.
voetnoot49
dik: dikwijls.
voetnoot50
Want ... vriendelijkheidt: (ironisch) Want je zult ‘goede dagen’[d.i. een flink pak slaag] hebben, als je [dat] wilt [en] dat [zul je] vanwege je ‘welwillendheid’ [ontvangen].
binnen: toneelaanwijzing: ‘af’.
voetnoot51
Hy ... koopt: Iemand die hiermee genoegen neemt, wil heel graag; vgl. de uitdrukking Die om podden te marrickt gaet, is wel belust om vleys, in: Bredero, Klucht van de koe, (vs. 462); in de editie Daan 1974 is de vertaling: ‘Als je met mij tevreden bent, dan moet je wel erg happig zijn.’ wel trouwen: voorwaar; [aan het eind van de regel heeft trouwen vaak de functie van stoplap].
voetnoot52
Ik ... houwen: Ik heb een echtgenoot en ik moet hem als zodanig bejegenen [Kniertje gebruikt haar situatie als concretisering van de generalisatie die in het spreekwoord uit de vorige regel is toegepast.].
voetnoot53
bestond ... jou: als hij net zo aan mij verwant was als aan jou. hy was (...) Steekijndt: (dan) werd hij onder curatele gesteld (WNT steekind, 2, a).
voetnoot54
zulken weeldigen paart: zo'n vurig paard; contaminatie van ‘zulk weeldig een paart’ en ‘zulk een weeldig paart’; volgens Verdenius (1946: 242 e.v.) hebben constructies als deze met -n uit een een affectieve, emfatische waarde (WNT weeldig 3, b (losbandig)).
voetnoot55
zo wat: heel wat (WNT wat (I) D, XV, 45). is ... gesproten: is het meeste geld niet van hem afkomstig?
voetnoot56
ja ... dat: ja, (maar) wat maakt het uit. ontblooten: onthouden.
voetnoot58
Die 'er Man ... op-trock: wier man ook zo fuifde (rinkelrooide). Die 'er Man - Jan z'n boek - constructie (WNT optrekken, B, 6). speelde den beest: zich misdroeg (WNT beest (I) A,1).
voetnoot59
had ... te: moest zij. zy ... zorgen: bet.: zij liet de schout ervoor zorgen. De klok in de toren van het stadhuis, werd geluid bij openbare bekendmakingen (WNT stede, samenst.).
voetnoot60
borgen: lenen.
voetnoot61
En toen ... doet: En toen hij weg was, verschafte zij zich door wat ze overhield handig van een wellustige minnaar (WNT verzien (IV) II, 4, wel (V) I, 3, dubbel (I) A, 5 en overvlieger 4, a). Wij danken deze interpretatie aan de correspondentie met dr. H.M. Hermkens.
voetnoot62
En toen ... doet: En toen hij weg was, verschafte zij zich door wat ze overhield handig van een wellustige minnaar (WNT verzien (IV) II, 4, wel (V) I, 3, dubbel (I) A, 5 en overvlieger 4, a). Wij danken deze interpretatie aan de correspondentie met dr. H.M. Hermkens.
voetnoot64
mijn: mij. daar ... vlieden: die ik zo moest ontlopen.
voetnoot65
ik ... grijn: ik zou juist moeten lachen, terwijl ik nu soms huil (grien).
voetnoot66
wat zou ... die kaal-gat: wat heeft die armoedzaaier te betekenen? kaal-gat: lett.: ‘iemand die geen kleren heeft om zijn gat te bedekken’ (WNT zullen (I) IV, 17 (kol. 402)). dan ... zijn: dan zou het immers minstens zo erg zijn; ja: immers, toch (WNT ja, 15, a).
voetnoot67
mogtje: moest je. (om ... blijven): -om beide te kunnen blijven eten-.
waszen en schuuren: gebouwen, woonvertrekken, straten, e.d. schrobben, dus: ‘uit werken gaan in het huishouden’.
voetnoot69
doch: toch.
voetnoot70
al mijn ... ik: heel mijn hart heb ik over (voor).
voetnoot71
rijmpjes: gedichtjes. lusjes: pleziertjes; door assimilatie is de t uitgevallen bij lustjes. trekke-bekke: herhaaldelijk kussen (WNT trekkebekken 1).
voetnoot72
vermaak: liefdesgenot. stelt: brengt (...) in een toestand van.
-
uit: toneelaanwijzing, ter aanduiding dat de genoemde persoon opkomt.
margenoot+
A3[r]
voetnoot73
Zacht malloot: Stil, onnozele (WNT malloot (I) 2). onraadt: alarm.
voetnoot75
Besje: oude vrouw (weinig vleiend).
u Mejuffer: u, mevrouw; aanspreking voor een getrouwde vrouw uit de deftige burgerstand, in deze tekst dus een wat overdreven nette aanspreking (WNT mejuffrouw 1).
dringt ... uit?: drijft het windje (de koelte) u het huis uit?
voetnoot76
dringt ... uit?: drijft het windje (de koelte) u het huis uit?
dat's mijn lief: 1. dat past mij goed (WNT lief (I) A, 9); 2. dat is mijn geliefde [Leander richt zich waarschijnlijk met een deiktisch gebaar tot het publiek].
voetnoot77
meer als geldt: iets belangrijkers dan geld.
voetnoot78
noch al: nog steeds.. hoe ... vreemt: Waarom is die kerel zo onbetamelijk? (WNT vreemd IV, 14).
voetnoot79
Die ... alleen: Hij is de enige oorzaak, Hij doet het alleen mij aan.
voetnoot80
Mijn lieve Vaar: Beste kerel; uitroep, waarin Vaar de gesyncopeerde vorm van vader is.
hy ... Hoenders: hij lijkt op de dochters van waardinnen (bordeelhoudsters) en de hoenders van molenaars, [mogelijk aanduiding van lichte vrouwtjes van molenaars, dus ook hoeren], d.w.z. hij leidt net zo'n luxe en gemakzuchtig leventje als de hoeren. qualijk: met moeite.
voetnoot81
datje ... hulp: had je maar een stuk of twee, drie of meer buren kunnen krijgen om je te helpen; een Buur-mens twee of drie: de constructie een + subst. + telw. + of + volgend telw. komt vaker voor in het 17de eeuws en kan vertaald worden door een stuk of + telw. + telw. (Weijnen, § 92).
voetnoot82
Hane-veer: vechtersbaas [een hanenveer op de hoed getuigt van vechtlust] (WNT haneveder 2, b).
voetnoot83
souwe: zouden kunnen.
kleinder zingen: inbinden.
voetnoot84
Wind: (scheldwoord), ‘scheet’ (WNT wind (I), III, 16 [niet als scheldwoord vermeld]).
in de wol geverft: doortrapt.
oude Wolven: de wolf wordt hier als metafoor voor een hebzuchtige man gebruikt, mogelijk met toespeling op oude man die een jong meisje wil vrijen; de bepaling oud is in overeenstemming met in de wol geverft (WNT wolf (I) II, 4, b en 7, a).
voetnoot85
Maar ... moet: Maar vossen slagen (hebben succes), waar de wolf het nakijken heeft; [hierbij wordt de vos voorgesteld als slim en listig].
voetnoot86
dat ... doet: [een vergelijking, waarbij men zich een olifant moet voorstellen die aan een haakje (ring) vastzit en daardoor met gemak geleid wordt].
voetnoot87
Weetje ... bezuuren: kun je helpers krijgen, dan zal zij (Kniertje) het (de ellende) niet meer (hoeven te) doorstaan.
voetnoot88
Was ... toe: als daarmee het doel bereikt wordt, dan zou het mogelijk zijn.
voetnoot89
beladen: begaan. an gaan: aanpakken.
voetnoot90
Maar hoor: luister; [Leander geeft geen antwoord op de vraag in 89; maar leidt een nieuw deel in, namelijk het begin van de uitwerking van Leanders plan; wat het plan inhoudt stelt Leander in 92 in het vooruitzicht (WNT maar (V) I, 5)].
voetnoot91
most: moest (volkstaal). Domine: deze titel getuigt van eerbied jegens dokter Nikaziaan (WNT dominee 1).
voetnoot92
den tijdt ... verlengen: de tijd vraagt niet om dralen, dus: ‘de tijd dringt’.
voetnoot93
trek van min: liefdesverlangen.
voetnoot94
zoo ... best: doe dan uw uiterste best.
voetnoot95
herte-quel: harteleed. 't barsze manne-plagen: het wrede kwellen van mijn man.
voetnoot96
Bok: beeld voor ‘lomperd’, ‘onbeschoft mens’ (vgl. WNT bok (I) 3.). laat hem hoorens dragen: laat hem door zijn vrouw bedrogen worden (WNT hoorn (I) I, 4).
voetnoot97
gy ... doen: u kunt weer geslachtsgemeenschap met mij hebben, WNT vriendschap 3,c.
voetnoot99
En ... geven: En als uw moeder u niet als vrouw aan mij zou willen schenken.
voetnoot100
t'zamen leven: geregeld samen zijn, in het bijzonder ‘geslachtsgemeenschap hebben’ (WNT samenleven 2).
voetnoot102
Gy ... zin: U bedwingt (mijn) ziel en gemoed. (WNT breidelen 2, zin IV, 19).
voetnoot103
voorder: in de toekomst.
voetnoot104
vermaak: liefdesgenot. als ... rapen: als wij aangename pleziertjes smaken; gewenste: eig. ‘verlangde’, hier: ‘aangename’ (WNT gewenscht 2).
voetnoot105
kost: preteritum van kunnen, i.p.v. konste (Lubach 1891, 58); niet omwille van het rijm.
voetnoot106-107
Nikaziaan refereert aan Nicasius: hij die de overwinning schenkt (Van der Schaar 1967).
voetnoot107
nu ... voor-geslagen: laten we nu over iets anders te berde brengen; ter aanduiding van ‘laat ik nu mijn plan ontvouwen’, zie 120b e.v..
voetnoot109
Salutem ... precor: Ik wens u het beste. hoewel ... verheugt: hoewel het afwijkende aan de arts het meest vreugde biedt.
voetnoot110
wat's den roep?: wat wensen jullie?
voetnoot111
Zileenus: Silenus, bij de oude Grieken een dronken woudgeest die de opvoeder van Dionysus was.
smijten: slaan.
voetnoot112
vertreen: vernietigd (WNT) vertreden (I) 4, a). datelijk: zojuist.
hem te leiden van dat padt: hem weg te voeren van deze levenswijze.
margenoot+
[A3v]
voetnoot115
garen: gaarne.
behaalt wezen Inurbanum: beschuldigd worden van lompheid (WNT behalen 2).
voetnoot116
behaalt wezen Inurbanum: beschuldigd worden van lompheid (WNT behalen 2).
voor ... geprezen: niet door iedereen als arts te worden geprezen; samengetrokken in ‘ik zou niet garen’.
voetnoot117
Honora ... Man: Eer de medicijnwetenschap, hoog aanzien huldigt de man; Medicinum: contaminatie van medicina, medicamentum en medicamen; Man verwijst hier naar Docter (vs.116).
voetnoot119
Hoe ... stellen?: Hoe ga je het nu in het werk stellen?
voetnoot120
Wat ... zin: Wat heb je toch in gedachten?
voetnoot122
jy luy: jullie (eig. ‘jij luiden’, Hollands).
bliek: bleek.
voetnoot123
met een vaste gravemine: met een strakke, serieuze gelaatsuit-drukking; gravemine is samengesteld uit Fr. grave (= ‘ernstig’) en Mnl. mine (= ‘voorkomen’, ‘geaardheid’), dat aan het Fr. mine is ontleend (zie WNT mine 3).
voetnoot124
dat ... dienen: dat het leven hem niet meer ter beschikking zal staan.
voetnoot125
den volle dronk: de (zijn) opperste dronkenschap. strakx: meteen (WNT straks 1).
voetnoot126
Compendio narrasti: Je hebt het in het kort verteld. maar ... broen: maar wat moet hier verder uit voortkomen? vrij: maar hoe gaat het verder? (WNT broeden II, 3, b.)
voetnoot128
Wijve-smijters: mannen die vrouwen slaan. loonen: in het m.v. in verband met het rijm: vertoonen / loonen, of overspannen samengetrokken in zal uit zullen (127).
voetnoot129
Rem Tenes: Je begrijpt de zaak.
gevalt: bevalt.
voetnoot130
doen ... duizeling: doen komen in een bedwelming (WNT duizeling 2).
kartier: kwartier, Zuid-Ned. kaartier (uit Fr. quartier).
voetnoot131
Behoudens dat: Op voorwaarde dat (WNT behoudens B, 3). smooren: doden.
voetnoot132
't al (...) wat dat: alles (...) wat.
voetnoot133
dubbelt ondieft: hier in gunstige zin gebruikt, ‘heel erg mooi’; dieft is verwant aan deftig (WNT ondieft 4, a).
voetnoot133
dat ... mag: (elliptisch), [ik hoop] dat het maar mag lukken, dus: ‘lukte het maar’.
voetnoot134
Lukt ... dag: Lukt het, Leander, dan zal ik jou als een heilige vereren; heilige dag: feestdag ter ere van een heilige.
voetnoot135
j'er mee: jullie ermee. Ba ja: Wel zeker. wod dy: wilde je; dy: is door metanalyse los gemaakt uit woddy; de y is de enclitische vorm van ghi, waaruit jij is ontstaan. ontmannen: van mannelijkheid ontdoen, ook wel ‘van zijn kracht beroven’ (WNT ontmannen B, 1 en 3).
voetnoot136
Mijn ziel: (zeer oude Mnl. vloek), ‘waarachtig’. ik ... been: ik bewaarde een been; hiel: assimilatie van -ld in -l; [het is onduidelijk wat Maaike hiermee bedoelt, zie ook r. 42a; wellicht moeten we hier toch aan een houten been denken]. Wy ... spannen: we zullen één lijn trekken.
voetnoot137
Buur-wyf: vrouw uit de buurt (WNT buurwijf 1). willig: gewillig.
voetnoot138
op de weg te spoen: met spoed op weg te gaan.
voetnoot139
onderwegen: onderweg, [wegen bevat een oude buigingsvorm van wege onder invloed van onder].
voetnoot140
Vertrek ... voort: vertel ik jullie verder (zie WNT vertrekken (I) 6.)
hoe 't met ons is gelegen: hoe het met ons is gesteld; vrij: wat we moeten doen (WNT gelegen IV, 2).
voetnoot141
Dat ... evoert: dat jasje is met bier gevuld (lett.: ‘gevoerd’), [Flooris brengt waarschijnlijk zijn hand op zijn buik onder het uitspreken van deze zin]; Rokjen: soort voorloper van tegenwoordige rok: ‘bovenkleed met slippen’ (WNT rok (I) I, 2, b).
voetnoot142
by gans: bastaardvloek, ‘bij God’; gans is een opzettelijke verbastering van de 2e naamval van God (Van Sterkenburg, 1997: 208).
dat ... joelen: dat was nog eens feestvieren (WNT joelen 2).
voetnoot143
De meeste macht: het grootste deel (van de bewoners). 't Stoele-matters gilt: het gilde van de stoelen-matters.
voetnoot144
Goochel-tasse: goochelaars; metonymie, vgl. de samenstelling tasgoochelaars; [Goochelaars hadden vaak een tas bij zich waaruit zij verschillende voorwerpen tevoorschijn haalden] (WNT goochelaar, Samenst.). Nacht-werkers: eufemisme voor stillevegers, d.w.z. degenen die 's nachts de privaten schoonmaakten.
die scheenen schier als wilt: die leken bijna wilde beesten.
voetnoot145
een vaan: een portie bier of drank die uit vier (soms vijf) eenheden, t.w. vier mengelen (= acht pinten), bestaat. De aantekening van de bestelde drank bestond uit vier schrapjes of (met een dwarsbalk) vijf, die samen de vorm van een vaantje (vlaggetje) hadden.
voetnoot146
klap-beenen: het bespelen van een benen klepper (WNT klapbeen).
voetnoot147
wonder: verbazingwekkend. swarm: zwerm; voor de -r wisselen de a en e vaak af.
voetnoot148
lulde: neuriede. Klaartje-Zever-beks: Klaartje met de kwijlmond (WNT zeeveren, 1). smookte: rookte.
voetnoot149
Smeer-dag: scheldnaam voor een kok, -dag: waarschijnlijk in de zin van ‘spit’ (WNT dagge, Samenst.).
voetnoot150
Mossel-man: een man die mosselen verkoopt. twie: plat-Hollands, ‘twee’.
voetnoot151
ien: vgl. twie (vs.150); de ie voor ee kwam veel voor in de Hollandse volkstaal de kan .. had: de (bier)kan teveel gehanteerd had, dus: ‘teveel gedronken had’ (WNT nijpen 1).
voetnoot152
een Werelt van een leven: een leven uit duizenden. Heerschip: heerschap, aanspreektitel; Flooris werd met egards behandeld, omdat hij betaalde.
voetnoot153
Men ... gewelt: Dit lange vers bevat een reeks van twee aan twee assonerende werkwoordsvormen.
veelde: speelde op de vedel (voorloper van de viool); een gesyncopeerde vorm van vedelde.
zonger: enclitische vorm van zong + er; hetzelfde verschijnsel bij spronger, e.d. kansten: dobbelde. broekte: besliep een vrouw (WNT broeken A, 4). loech 'er: lachte er, lachen is van oorsprong een sterk w.w. klasse VI. flikte: 1. besliep een vrouw,; daarnaast andere betekenissen mogelijk: 2. klappen, 3. kaartspelen. Het is moeilijk na te gaan welke betekenis de auteur heeft bedoeld; een seksuele connotatie past in deze context (WNT flikken A, 6 en B,1 en B, 3).
likte: kuste. taste: tastte toe; mogelijk: ‘betastte vrouwen’ (WNT tasten, 3). braste: zoop. hiel 'er: hield er vast; mogelijk moeten we denken aan het vasthouden van dronken mensen, opdat ze niet vallen. klapte: kletste. dat schoon gewelt: die heerlijke bandeloosheid (niet in WNT).
margenoot+
[A4r]
voetnoot154
Had ... gelt: kostte mij twee rijksdaalders met beeltenis (vgl. ev. Van Gelder 1980).
voetnoot155
daar mee: onmiddellijk daarop (WNT daarmede 2). kuyerden .. heen: wandelde ik weg.
wil ... raken: wanneer onze Knier mij nu wenst kwaad te maken, zal zij zonder moeite een pak slaag krijgen; een Rotterdamze fooy: een pak slaag (WNT gaande II, 3 en fooy).
voetnoot156
wil ... raken: wanneer onze Knier mij nu wenst kwaad te maken, zal zij zonder moeite een pak slaag krijgen; een Rotterdamze fooy: een pak slaag (WNT gaande II, 3 en fooy).
voetnoot157
Het Mant ook te bezukt: het past een man ook heel slecht (WNT besukt, B). altemet: soms; uit de context blijkt dat ‘soms’ hier vooral de notie ‘zelden’ heeft.
voetnoot158
zalr: zaliger. Zeun ... gekoelt: Zoon, hoe vaak heb ik mijn woede op jouw moeder gekoeld.
voetnoot159
plagen: kwellen (WNT plagen A, 5).
voetnoot160
Onderrechtze ... dragen: (Als je) haar (dat) met krachtige (eig.: ‘duidelijk voelbare’) argumenten bijbrengt, zal zij je des te meer liefde betonen; gevoelijke is een indirect gebruikt bijv. nw. (de reden is niet gevoelijk, maar de persoon voor wie de reden bestemd is, krijgt slaag).
voetnoot161
Huis-voogt: heer des huizes.
de misdaadt: de fout, het vergrijp (WNT misdaad A, 1).
voetnoot162
Vaderlijk testament: testament, geërfd van mijn vader. na te gaan: na te volgen.
voetnoot163
doen niet: [ik] doe niet. een party Henne-tasters: een troep mannen die zich door hun vrouw laat regeren (WNT hennetaster). van Wijven dwang bezeten: die in de macht van vrouwen zijn.
voetnoot164
duits bolletje: Duits rond broodje (of ‘gebakje’). zonder hun vrouwen weten: zonder dat hun vrouwen van te voren op de hoogte zijn gebracht en ermee hebben ingestemd, gebruikt als zelfst. nw. (WNT weten 3,b kol. 2004).
voetnoot165
een weinig nader: een beetje dichterbij.
voetnoot166
peur: ga; vgl. het Mnl. porren: ‘zich op weg begeven’ (WNT peuren (I) 4).
de drommel: bastaardvloek, ‘duivel’.
was dat mis!: was dat mis?! Dus: ‘heb ik je geraakt?’ Flooris loopt kennelijk tegen Gijsbert op.
voetnoot167
Hoe speciaal: Wat, vriendlief.
mag: kan. met vree: zonder ellende, in rust. 's Heeren straten: de openbare weg.
voetnoot168
kost: preteritum van kunnen.
voetnoot169
Buur-man: man die in dezelfde buurt woont. heb ik jou?: (elliptisch), ben jij het? (tegen wie ik zo-even opbotste).
voetnoot170
Waar ... Reis?: Waar voert de reis naartoe? Daar ... pintje: Waar men twee blanken voor een pintje betaalt. (2 x ¾ stuiver), vrijer: Waar het bier goedkoop is (WNT blank (I)).
voetnoot171
vaandel: merkteken; [in dit verband moeten we aan een ‘uithangbord’ denken]. daar: zie 170d.
voetnoot172
te Bier geweest?: naar de herberg geweest; [mogelijk maakt de auteur een woordspeling door tevens een andere betekenis van te bier gaan te activeren, n.l. ‘naar een begrafenis gaan’ [verwijzing in WNT naar Hoeufft, Breda's taaleigen] ; dat sluit ook aan bij vs.173: (...) datje by de Grave-maker jou graf hebt besteet].
Nabuur: buurman. jy verzintje: je vergist je (WNT verzinnen 13).
voetnoot173
besteet: aanbesteed, bewsteld (WNT besteden A, 5).
voetnoot174
Hoe (...) uit: Wat zie je eruit! De uitroep wordt versterkt door de vloek duiker, dat als substituut-woord voor ‘duivel’ fungeert.
haagt: bevalt (WNT hagen (I) 2).
niet een beet: in het geheel niet.
voetnoot175
zoo ... schenden: de hele zin is een verwensing door de combinatie Sint Felten en schenden; de betekenis is ongeveer: ‘dan moge Sint Felten ze ombrengen’. 'er: haar (meervoud). Sint Felten (of Velten) is afgeleid van Valentijn; [de heilige Valentijn was een bisschop, die vanwege zijn naam (Veltin = fällt hin) in verband is gebracht met de vallende ziekte, (Van Sterkenburg, 1997: 390)].
voetnoot176
ziet: ziet eruit. dat: als; wsch. ontstaan uit als dat (WNT dat (II) 12).
voetnoot177
stont en sprak: stond te spreken, (een verbale hendiadys).
voetnoot178
Ey jorden: Hé domme vent; Jorden is een mannennaam en betekent in spreekwoordelijk gebruik ‘domme, saaie, stijve vent’. nieuwers: nergens. hertig strak: met smaak stevig door (WNT hartig II, B).
voetnoot179
swarigheit onder jou leden: ziekte onder de leden (WNT zwarigheid II, 5).
voetnoot180
kapstok: gek, zie WNT kapstok.
jy scheert me: je houdt me voor de gek (WNT scheren (III)). Of ... deede: Had ik het maar eerder gedaan. Of ter uitdrukking van een wens WNT of (2de art.) I, 9 en Overdiep 1931-'35 par. 94.
voetnoot181
steekten of pijn: 1. steken of pijn, 2. stekende pijn, (een nominale hendiadys).
voetnoot182
dunkje: dunkt jou, vrijer: denk je; dunk: 3de pers. sg. presens ind. van dunken. recht uit ekalt: oprecht gesproken.
voetnoot183
In trouwe ja: waarachtig, ja. Dat ... handel: Dat is een lachwekkende voorstelling van zaken (vgl. WNT handel (I) B, 1).
voetnoot184
Ziek ... wandel: Ziek te zijn, [maar] stevig drinken, vrolijk lachen, gezond in doen en laten; de samentrekking is overspannen.
voetnoot185
Datje ... doen: Volg toch mijn raad op (of: ‘Als je mijn raad opvolgt’), ga dan naar huis (en) [vrij:] laat je verzorgen; zoo: versterkend of expletief bijw. (WNT dat (II) 6).
voetnoot186
Dekt jou warm: dek jezelf warm toe (met dekens). mannen of kindre pokken: pokken zijn bulten die wijzen op een epidemische ziekte, waarbij met kinderpokken op kleine pokken gedoeld wordt en met mannenpokken op grote pokken, waarmee ook wel op syfilis geduid wordt.
voetnoot187
volg ... woorden: wees verstandig en doe wat ik gezegd heb.
voetnoot188
niet te voelen: niets te voelen.
wie ... hoorden: (elliptisch), ik vraag me af wie (ooit) in zijn leven dit hoorde. zulkx: dit; een aanw. vnw. dat oorspronkelijk een genitivus is van het onz.. enk. zulk. De uitgang -x is een spellingvariant van -ks.
voetnoot189
Struif: onzin! Deze uitroep heeft zijn betekenis ontleend aan de letterlijke betekenis van struif: ‘eiergebak’, ‘omelet’, dus luchtig en daardoor onbetekenend (WNT struif (I)). hij ... neus: zegswijze, hij ziet geen steek (voor ogen).
maer evenwel: maar toch.
al bang: helemaal bang, erg bang (WNT al (3de art.) 2).
voetnoot190
of 't hondje beet: bet.: misschien ben ik ziek (WNT hond (I) I, 1 past niet, vgl. echter WNT bijten (I) A, 3 en haar (IV) III, 1, b). dat 's gang: daar ga ik! Uitroep, die het hervatten van zijn tocht aangeeft (WNT, s..v gang).
voetnoot191
pikken: duivel; pikken is waarschijnlijk het stoffelijk bijv.nw. van pik (= ‘pikzwarte’ ); Heintje Pik als benaming voor de duivel komt nog steeds voor; zie Van Sterkenburg (1997).
rechte: juiste.
voetnoot192
schortje: is er mis met je. nijver: aandachtig.
voetnoot193
ist: is + het enclitisch verbonden.
voetnoot194
Kijk deuze bezete Snip-luis: Kijk deze gekke knipluis (nou toch); Snip-luis: scheldwoord voor kleermaker (WNT snippen, A, 1 en Samenst.). Snyer: kleermaker (WNT snijder, A, 1).
zinje: ben je; de vorm zin i.p.v. ben komt vaak voor in zeventiende-eeuwse kluchten.
margenoot+
[A4v]
voetnoot195
de drie dreggen: de drie ankers; [mogelijk gevelsteen in huis].
voetnoot196
wel hoe dus vervallen: maar, wat ben je dan verzwakt! (WNT vervallen (II) II, 3, b). ziekten: buigingsvorm van ziekte (enk.).
voetnoot197
ook: toch, dus ‘echt’; ook wordt gebruikt als versterkend bijwoord in deze vraag. te degen: goed (WNT terdege).
voetnoot198
klieren: kleren; de uitspraak ie i.p.v. e komt voor in het plat-Hollands. anders geen: niemand anders.
voetnoot200
weelige: 1. rijk, 2. wellustig; beide betekenissen zijn in de context mogelijk, maar de sexuele connotatie van ‘wellustig’ past hier goed, temeer omdat Pekeer-plaats naast een neutrale betekenis ook een toespeling bevat op sexuele uitspattingen. de hiele Pekeer-plaats: de hele manege; vrijer: iedereen [de auteur kan een sexuele toespeling bewerkstelligen via het ww. pikeren dat in obscene zin ‘een vrouw beslapen’ betekent (WNT pikeeren (I) A,1, c); bovendien zijn er voorbeelden in de 17de-eeuwse literatuur bekend, die Pekeur stal (of: Pickquer-stal) aangeven als een plek in Amsterdam waar veel hoeren zich ophouden, Böse, 1985: 157 e.v..
voetnoot201
mijns wetens: voorzover ik kan beoordelen; absolute genitief.
voetnoot202
hadje maar (....): als je maar (...) zou hebben.
voetnoot203
hoort ... te achten: is verplicht beter op jou te letten (WNT hooren, B, 7, a).
voetnoot204
zoo ... wachten: dan behoor ik mij een beetje in acht te nemen (WNT wachten I, 2, a).
voetnoot205
Is ... waart: Vraag je daar nog naar? vragens: genitivus, afhankelijk van waart.
hadje (...) gezet: als je (...) zou hebben, dan had jij je lijkkleur niet beter kunnen doen lijken.
voetnoot206
hadje (...) gezet: als je (...) zou hebben, dan had jij je lijkkleur niet beter kunnen doen lijken.
voetnoot207
dunkme: lijkt mij; in deze vorm komt mij dunkt vaak als tussenzin voor. zou ... verbrasten: zou het misschien komen omdat ik onmatig at en dronk? (WNT verbrassen 2 en wel (V) II, 26).
voetnoot208
mee: ook. Polze tasten: de pols voelen, dus de hartslag voelen.
voetnoot209
gaan: lopen.
voetnoot210
wat raadt: wat moet ik doen!
voetnoot212
o lijde!: uitroep uit bastaardvloek zoals gans lijden (= ‘Gods lijden’), die ontwikkeld is uit de formule bij Gods heilig lijden, zie Van Sterkenburg 1997. most: preteritum bij moeten; wordt vooral in de volkstaal gebruikt. dus ... droppen: op deze wijze neervallen (druppen).
voetnoot213
mijn biene slappen: mijn benen verslappen, eig. ‘de kracht uit mijn benen wegtrekken’. raak (...) voort: kom vooruit.
voetnoot214
schik je als 't hoort: plaats je (lichaam) zoals het moet (vereist is).
voetnoot215
steen: zucht, kreun. last: zorg (WNT last 6).
voetnoot216
Leg je jou hooft neer: als je sterft.
naakte kinderen: onbemiddelde (armlastige) kinderen (WNT naakt I, 2).
voetnoot217
Hoe ... gang: wat valt het lopen mij zwaar. komt (...) veur: wordt duidelijk (WNT voorkomen (I) 7).
voetnoot218
Daar: waar.
voetnoot219
hoe: (elliptisch), wat is er gebeurd?
voetnoot220
en ... spoor is: en - zoals je ziet - dit is mijn weg naar het graf; het deiktische dit verwijst rechtstreeks naar de weg of metonymisch naar zijn doodsbleek uiterlijk; anacoloet, vermenging van ‘en lijckje ziet is dit mijn spoor na 't graf’ en ‘je ziet dat dit mijn spoor na 't graf is’.
voetnoot222
wel (1): zeker (bijw.).
wel (2): goed (bijw.).
wel (3): - lijkt het wel (bijw.) -.
mijn deel: mijn lot.
voetnoot223
quam 't jou aan: is het je overkomen. flus: verbastering van fluks; ‘kort geleden’. nijver: voortvarend (WNT nijver B).
voetnoot224
't is mijn op den hals gekomen: het (ongemak) heeft mij overvallen.
gelijk de Paarden de vijver: zoals de keeldroes (ziekte aan de oorspeekselklier) de paarden (WNT vijve, 2 en begin van artikel).
voetnoot225
Ey ... wou: Hé vriendlief! (kom eens hier). Zou jij hem ook wat willen ondersteunen; deze wens-uitdrukkende dat-zin is elliptisch, omdat de hoofdzin ontbreekt (WNT dat (II) 7).
voetnoot227
bedaren: overgaan.
voetnoot228
is al te diep in-gevaren: is reeds te diep (in het lichaam) binnen-gedrongen.
voetnoot229{problem}
zint: bent.
voetnoot230
al te euvel: heel slecht (ongelukkig) (MNW evel 3). al doen: alles doen.
voetnoot231
Dit ... scheelen: Hierin, daar de hoek om, dan zijn we er bijna.
voetnoot232
was ... niet: als ik me niet zo raar voelde (WNT drollig A, 3). jou moeiten: jullie inspanningen. veelen: verdragen.
voetnoot233
op: open. 't is meerder ... mient: het is erger dan je denkt, meerder is een ‘dubbele’ comparatief (WNT meer (VI) III).
voetnoot234
Wat letje: Wat scheelt je.
deugdelijke: deugdzame (ironisch).
voetnoot235
Zeun: Flooris is Diewers schoonzoon, hiermee verkort zij de familierelatie, evenals met kijnt (237), hetgeen haar geveinsde betrokkenheid bij Flooris intensiveert. hoe: (elliptisch), waardoor. aan gekomen: overkomen
voetnoot236
schroomen: bang zijn (WNT schromen C).
voetnoot237
mijn kostelijke kijnt: mijn kostbaar kind, zie 235.
voetnoot238
met duizent pijnen pijnt: met duizend smarten kwelt; plechtstatige formulering.
voetnoot239
ik ... klieren: zegswijze, ik heb een ziekte onder de leden, (lett.: ‘onder de kleren’).
margenoot+
B[1r]
voetnoot240
aanzicht: gezicht. vaar ... vieren: vader, je moet jezelf ontzien vieren I, 7,d.
voetnoot241
betrokken: bleek (WNT betrekken 14).
voetnoot243
dus: zo, mogelijk vergezeld door een deiktisch gebaar. consciency: geweten (Fr.).
voetnoot244
uit werk van karitaten: als werk van liefdadigheid, als goed werk.
voetnoot246
hooft en troost: beschermer en toeverlaat (WNT hooft IV, A, 3 (In Van Hout-citaat ook deze combinatie) en troost 6).
voetnoot247
mijn dronke drinken: eig. ‘mijn drinken totdat ik dronken word’, dus: ‘mijn zuipen’. kijven: snauwen.
voetnoot249
draagt ... van: leg hiervan verklaring af.
voetnoot250
omtrent: in de buurt. die ... ziet: die enige raad of geneesmiddel weet.
voetnoot251
Ja 't: 't verwijst naar datgene waar in vs. 250 naar gevraagd wordt.
loop ... vlieg: loop niet, maar vlieg.
voort: meteen.
voetnoot252
zel ik 'er niet op droomen: zal ik er niet mee dralen.
voetnoot253
suikerde: lieflijke, zoete; de vorm suikerde is waarschijnlijk een participium als adjectief gebruikt, waarbij het prefix ge- is weggelaten (WNT suikeren II, 3). zel: zal, presens bij zullen; de betekenis van zel is modaal en drukt een verwachting van de aangesproken persoon uit. voen: figuurlijk gebruik, ‘voedsel geven’; syncope van d.
voetnoot254
gekonfijte: zie ook suikerde in vs. 253; vs. 253 en 254 hebben een identieke syntactische en semantische opbouw.
zel: kan; ook hier is zel modaal: het drukt twijfel uit (WNT zullen (I) II, 3, halverwege kolom 376).
voetnoot255
niet: van geen waarde. als ... af-geloopen: als de levensdraad aan het einde is gekomen.
voetnoot256
verslaat jou zoo niet: verlies de moed niet zozeer (WNT verslaan I, 6, a).
voetnoot257
De boom ... valt: [spreekwoord, variatie op een boom valt niet met de eerste slag, d.i. ‘een moeilijke taak kan niet ineens volvoerd worden’; de betekenis is hier, afgaande op de context: ‘voordat iemand sterft, kan hij heel wat moeilijkheden verdragen.’
voetnoot258
En ... noch: tenslotte lukt het toch.
wat ... kalt: wat jullie ook maar kletsen.
voetnoot259
zelje: zul je; drukt twijfel uit, modaal in combinatie met altemet (= ‘nu en dan’).
voetnoot261
Hei'en: heiden (uitval van intervocalische -d-); ook geeft het WNT als betekenis ‘zigeuner’, WNT heiden, II; Flooris heeft zich kennelijk de toekomst door een zigeuner laten voorspellen.
voetnoot262
ik bevindt het nou: ik zie nu in dat het waar is (WNT bevinden A, 4).
voetnoot263
den Domine: de dokter.
voetnoot264
veege teikens: onheilspellende voortekenen.
voetnoot265
Felix ... vesper: Moge de avond voor u gelukkig zijn. Qui ... tuae: Hoe staan uw zaken ervoor?
voetnoot267
Amicorum ... comunia: onder vrienden is alles gemeen-schappelijk; de zegswijze amicorum communia omnia komt uit Terentius, Adelphi, 803.
voetnoot268
Tuis ... coloribus: Ik zal u met uw eigen kleuren schilderen (beschrijven). Zoone: plechtige uiting van genegenheid door hoger geplaatste (WNT zoon A, II, 6, a).
voetnoot269
o Sancte Cosmi: O heilige Cosmas; moet eig. Cosma(s) zijn. quam 't u aan: is (de ziekte) u overkomen.
voetnoot270
Domine: dokter. Uw ... afgedaan: Uw geval is beslist (WNT zaak, II, 5, b).
voetnoot271
Swager: schoonzoon. schraal: mager (vermagerd). ‘: markering van dubbelrijm.
voetnoot272
Mors ... sum: De dood van de man komt naar hem toe, hij staat (al) in de deur, ik ben op een driesprong (ik weet geen uitweg).
voetnoot273
die ... veurlas: bijv. bep. bij Priester, ‘die hem wat nuttigs zou voorlezen’.
voetnoot274
Zoo ... glas: Zo gooi jij mij dan weg, precies zoals een gebroken glas; verwijs: keur af (WNT verwijzen (I) 2, a, b).
voetnoot275
Annoza ... laqueo: Een oude vos wordt niet met een strik gevangen; Annoza , d.i. Annosa (‘hoogbejaard’).
boêtica sus: een Boetisch (= Boiotisch) zwijn; d.w.z. een zwijn uit Midden-Griekenland.
voetnoot276
duits: Nederlands.. boose stukken: slechte daden (WNT stuk (I) 32).
voetnoot277
op-sloeg: opensloeg. raadtje: middeltje.
voetnoot278
Zeker: voorwaar. om ... gezont: maak dan terwille van de vrouw de man gezond; het gebruik van zoo na de vooropgeplaatste bijw.bep. om ... halven, heeft als functie het inleiden van de zinskern.
voetnoot279
Ha Stultus ... ais: Ach dwaze. Wat zegt u zojuist.
voetnoot280
Non credo: (dat) geloof ik niet.
dit caput: deze zaak. Hipocrates: beroemde Griekse arts (ca. 460-370 v.C). Galenus: na Hipocrates een van de broemdste geneesheren uit de Oudheid (geb. te Pergamus, ca.129-199). Avicenna: eig. Ibn Sina, een Arabische filosoof en arts in Syrië (980-1037). Paracelsis: eig. Paracelsus, een Zwitserse geneesheer, natuurkundige en mysticus (1493-1541).
margenoot+
[B1v]
voetnoot282
tot mijnent: in mijn huis (WNT tot (I) IV, A, 15, kol. 1610). Och dat's goet!: bet.: Bekijk het! Kennelijk draait Diewer Nikaziaan haar rug toe, zie 283 en 284.
voetnoot283
frons occipitio prior: het voorhoofd (d.w.z. de tijd vóór een gebeurtenis) is van meer betekenis dan het achterhoofd (de tijd na een gebeurtenis) (uit: Cato, Libri de re rustica 4, zie Prisma Latijns citatenboek, nr. 531). strak: spoedig.
voetnoot284
Jy ... scheeren: Je zou de dokter zeer kwaad kunnen maken; die lui houden niet van gekheid maken. Een terzijde tot Diewer, die kennelijk op lachwekkende wijze weigerde om naar het huis van Nikaziaan te gaan.
voetnoot285
dat ... doen: (elliptisch), mochten zijn (geneeskrachtige) kruiden toch (maar) enig resultaat hebben.
voetnoot286
al arger Docter: een veel slimmere dokter. broen: voortbrengen, (WNT broeden).
voetnoot287
gaeren: gaarne.
voetnoot288
rechtevoort: tegenwoordig. drie-groot: groot is een muntstuk, ter waarde van ongeveer een halve stuiver, dus drie-groot is ‘anderhalve stuiver’; vgl. 170, 171, waar dezelfde prijs voor een pintje wordt opgegeven, maar daar met de connotatie ‘goedkoop’en hier die van ‘duur’. een pijntje bier: een pintje bier; een pintje is als inhoudsmaat gelijk aan een halve kan (WNT pint (II) I, 1).
voetnoot289
weersoordige: ellendige (WNT weersoortig 2). pas vol aan den hals: nauwelijks vol tot aan de hals (van de kan) (WNT pas (III) 7).
voetnoot290
zeuven-oortjes: zeven munten ter waarde van 1/4 stuiver, dus totaal 1¾ stuiver; oortje is verkleinwoord van oord (zie WNT oord (II) A, 2).
de tijden zijn te vals: de tijden zijn bijzonder onbetrouwbaar; Flooris klaagt over de onterechte prijs/hoeveelheid-verhouding: een volle kan (= twee pintjes) kost 3 stuivers, maar doordat de waard de kan niet voltapt, kost een pintje naar verhouding ¼ stuiver te veel.
te vals: zeer oneerlijk (WNT valsch 2).
voetnoot291
Maar ... hollen?: Maar Kniertje merk je goed hoe ik raaskal?
voetnoot292
Zou ik niet: elliptische zegswijze, waarbij de spreker reageert op de uitspraak van de vorige spreker; het is een soort bevestiging, in de trant van: ‘ja zeker, ik merk het ook’.
voetnoot293
mijn ... niet: ik heb nooit van mijn leven gedacht, [dat ...]. mijn eindt: mijn dood.
voetnoot294
Ja ... vertrouwt: Ja man, ik heb altijd meer om je gegeven dan jij van mij hebt geloofd (WNT vermogen (I) 4 en vertrouwen (I) 1).
voetnoot295
Rem ... habeo: Ik heb de hele zaak gedaan (slecht Latijn, is eig. rem omnem factam habeo).
voetnoot297
ist al goet goet: is het wel goed spul (dat drankje). het zou mijn aars niet lusten: het lokt mij anders niet aan; aars: anders, syncope van nd; lusten onpers. ww. (WNT lusten 2).
Tu ... poculo: Je zult uit dezelfde beker drinken.
voetnoot298
hoc ... apparet: dat ziet zelfs wel een blinde; (variant op caeco apparet, in: Livius, Ab urbe condita, 32,34,3). dat ... is: dat het van de hoogste kwaliteit is.
voetnoot299
en ... aan: en, dokter, de hele zorg (hier ‘verantwoordelijkheid’) moet jij op je nemen (WNT last 7).
voetnoot300
Een verdronken Kalf is goed te wagen: spreekwoord, als de zaak mislukt, dan is er nog niets verloren, vrij: de kans is te wagen; zie Harrebomée I (WNT kalf, (I) A, I, 2). laat ... staan: bet.: zet het maar op mijn rekening, vrijer: ik neem het risico.
voetnoot301
riet: gereed (WNT ree (VIII) en gereed).
voetnoot302
hem: zich. klieren: kleren; de ie in plaats van de ee komt veel voor in het plat-Hollands.
voetnoot303
Een kussen twee of drie: een stuk of twee, drie kussens; de constructie een + subst. + telw. + of + volgend telw. kan vertaald worden door een stuk of + telw. + telw + subst. (Weijnen, § 92.).
voetnoot304
nimium ... vitiam: de zaak loopt (maar) al te zeer verkeerd af; [het Latijn klopt niet, bedoeld is waarschijnlijk: nimium devertitur in vitium].
voetnoot305
Zijn ... ontstelt: zijn de zenuwvloeistoffen zeer ernstig in beroering gebracht; in de vroegere geneeskunde waren de geesten: ‘de fijne, onzichtbare en vluchtige vloeistoffen, die, (... ), zich langs de zenuwen door het geheele lichaam verspreiden (...)’ (WNT geest (III) II, 1, a).
voetnoot306
Terwijl: In de tussentijd. strakx: dadelijk (WNT straks 1).
voetnoot308
iens: één keer. of ikje niet weer en zag: voor het geval dat ik je niet (meer) terug zou zien (WNT of (2de art.) II, A, 1).
voetnoot309
krijg iens: pak eens; in tegenstelling tot iens in r. 308 is iens hier niet beklemtoond.
voetnoot310
Kaars-la: kaarsenlade, d.w.z. een bak (van hout, koper, of geverfd blik) waarin de kaarsen bewaard werden. dood-ceel: de lijst van genodigden voor de begrafenis; samenstelling van dood en cedel (d.i. ceel door syncope van -d-)
voetnoot312
Mondige Jasper: 1. Jasper met de mond (hij kan goed drinken) 2. Jasper met de grote mond (hij is niet op zijn mondje gevallen); beide betekenissen zijn mogelijk; betekenis 1. komt echter het beste met de context overeen (WNT mondig (II) 2, 3). Slikkende Olef: Olef die het er goed van neemt (van eten en drinken). Poesten-bry: poesten heeft verschillende betekenissen, waarvan ‘drinken’ en ‘brassen’ het beste in deze context past; [de samenstelling poesten-bry is onduidelijk] (WNT poesten 7).
voetnoot313
Horren-scheef: lett. ‘scheve punt’; gelet op de betekenissen van scheef, moet hier aan een lichamelijk gebrek gedacht worden, zoals een scheve neus (WNT scheef (III) 2, c en horn). Schonke: dronken; afgeleid van preteritum van schenken ( inschenken). Izengrims: de bijnaam duidt op iemand met een grimmig, afschrikwekkend gezicht; de naam is ontleend aan het Middeleeuwse dierenepos.
Schokke-bak: slokop; het eerste lid van de samenstelling betekent o.a. ‘schrokken’. Leentje Pronke: mooie Leentje.
voetnoot315
Lobbes met zijn Kraag: Lobbes (lummel, sul) met zijn keel; wijst op gulzig drinken, vgl. de uitdrukking: een stuk in zijn kraag drinken. Schonkje met zijn Veur-neus: schertsende benaming, eigenlijk ‘Hammetje met zijn ribstuk’ (WNT schonk 4 en voor (II) Samenst. kol. 1378 met citaat uit Fokke: ‘Zoodat beide deze Huizen (...) terecht een schonkje en een voorneusje genoemd kunnen worden’. laat die al in ordenanci staan: neem ze allen in de lijst op.
voetnoot316
Vollentarizen: ongenode gasten die naar begrafenissen gaan om de wijn die daar geschonken wordt, WNT voluntaris, 2. mit mijn zelle gaan: met mij (mijn lijk naar de begrafenis) zullen gaan
voetnoot317
Zoo ... drukken: daarom moet je briefjes laten drukken; zeeltjes: briefjes, hier: ‘uitnodigingen’ (WNT cedel, 3). in 't weerkomme: bij het komen (ter begrafenis).
voetnoot318
Gelijk de Gilde-broers de Penningen: zoals de gildeleden de gilden-penningen (geven); dergelijke gildenpenningen waren zilveren of gouden penningen die als bewijs van toelating tot een bepaalde gilde golden (WNT gildepenning).
en ... leven: en op deze wijze hoort iedereen met deze onbeschaamde kerkgangers om te gaan; die onbeschofte Kerkgangers verwijst dus naar de Vollentarizen, vs. 316).
margenoot+
B2[r]
voetnoot319
voor 't lesten: tot besluit; lesten is de overtreffende trap van laat; door assimilatie uit het Middelneder-landse letst is lest ontstaan (zie WNT lest I, B).
voetnoot320
Volstrekt niets anders dan dat je het briefje (de kennisgeving) op de volgende wijze opstelt:
-
Werd': wordt, 3de pers. sg. pres. conj. met e-apocope van werden , ‘worden’.
-
Zusters Man: zwager.
-
Zusterling van zal: Evert Goorisz.: kind van de zuster van de overleden Evert, de zoon van Gooris.
-
recht Achters-kijndt: wettige achterneef (of in een andere context ‘achternicht’ of ‘achterkleinkind’).
-
Iuriaan Potje-beuling en Iop Braadtworst: de achternamen Potje-beuling en Braadtworst verwijzen naar bekende soorten worst, wat ongetwijfeld een grappig effect gehad zal hebben (WNT potjebeuling 2).
-
Euver-lui van de Nachtwerkers: mannen die aan het hoofd staan
van het gilde van de nachtwerkers, (dat zijn mannen die 's nachts de privaten reinigen) (WNT overman, I, 2).
-
Kozijn: neef; kan zowel de zoon van een oom of tante zijn als de zoon van een broer of zuster.
-
Drapier: ondernemer van een lakenweverij.
-
Pieter Doek-huif: de naam Doekhuif betekent een soort huif of kap van doek gemaakt.
-
Kozijnnaadje: neefje; verbastering van kozijnage, dat rechtstreeks afkomstig is van het Franse cousinage, ‘neefschap’.
-
Rotte-val verkooper: rattenvalverkoper.
-
nagelaten Erf-genaam: erfgenaam die bij de dood van X (hier: van Ian in 't Achter-gat) in leven is.
-
Bier-sluiker: biersmokkelaar (zie WNT sluiker, 1).
-
ouwe Vryer: vroegere minnaar.
-
Woonende in de drie Dreggen: Het huisadres van Flooris.
-
by de nauwe Ingang ... het swarte Licht: opvallend is, dat in al deze plaatsbepalingen een tegenstelling zit, zoals Korte-lange, wijze Mal
-
S. Jobs Kerk-hof: twijfelachtig of er een St. Jobskerk bestaat. Job heeft allerlei associaties met ziekten, armoede en ellende; in het bijzonder was St. Job de patroon van venerische ziekten, zoals syfilis.
voetnoot321
mijn dienst is tot jouwen besten: alles wat ik doe, is in jouw belang (WNT best (II) C, 3).
voetnoot322
Want ... lesten: want men mag een mens die niet lang meer te leven heeft, niets wat mogelijk is, weigeren; op zijn lesten is een bepaling bij mens.
voetnoot323
laatze niet ... overvloedig schenkken: op begrafenissen is het gebruike-lijk veel wijn te schenken.
voetnoot324
Mijn ... stilligheidt: Het schijnt mij toe dat mijn hart reeds naar rust en vrede (inzake de dood) verlangt; dat is steunpronomen bij mijn hert.
voetnoot325
Ik ... wayen: Ik voel mij zo slecht als maar mogelijk is, het zal er hier vast en zeker flink van langs gaan (WNT waaien (I) I, 1, b, γ).
voetnoot326
Gort: God, verbastering. most ik ... stil houwen: als ik niet stil had moeten zijn. louter grayen: hard schreien (WNT louter, 5. en WNT greien (I)).
-
Radamant: Rhadamanthus, zoon van Zeus, werd na zijn dood een van de rechters van de doden in de onderwereld, samen met zijn broer Minos en een andere zoon van Zeus, Aeakus.
-
Eakus: Aeakus, zie boven bij Rhadamanthus; ook hij oordeelde na zijn dood over de geesten van de doden in de onderwereld. Zowel Rhadamanthus als Eakus golden als zeer wijze en rechtvaardige rechters in de legende. Plato is de eerste bron die Aeakus in deze context plaatst (zie P. Grimel, The dictionary of Classical mythology, 1985).
-
snorrepijpen: prullaria (WNT snorrepijp 2).
voetnoot327
Spook: dienaar van Radamant (Nikaziaan), zie Vertoonders. Tegelijkertijd in gedaante, een helse geest (WNT spook 3). Karon: Charon; in de Griekse mythologie was Charon de veerman die de zielen van de begraven doden over de Styx in de onderwereld voerde.
zeg ... aan: meldt (WNT aanzeggen 1).
wacht ...vracht: wacht op [de komst van] zijn zekere vracht van goddeloos (verdorven) volk; zijn gewisse vracht verwijst naar de vracht die Karon in zijn boot moet meevoeren naar de onderwereld (zie vs. 335) (WNT heilloos I, A, 1 en 2).
voetnoot328
wacht ...vracht: wacht op [de komst van] zijn zekere vracht van goddeloos (verdorven) volk; zijn gewisse vracht verwijst naar de vracht die Karon in zijn boot moet meevoeren naar de onderwereld (zie vs. 335) (WNT heilloos I, A, 1 en 2).
voetnoot329
Voort, voort: Schiet op, vooruit!
voetnoot330
of verwacht ... spooren: of anders, reken op mijn krachtige aansporingen (dus: zo niet, dan kun je op mijn ruwe en pijnlijke aansporingen rekenen).
margenoot+
[B2v]
voetnoot331
af-geleit: weggeleid naar beneden (naar de hel).
voetnoot332
Hoe ... klein?: Wat, is de schare zo klein? dit ... wonderheit: Dit lijkt een wonder.
voetnoot333
Geen wonder: Het is niet verbazingwekkend. dorst: preteritum van durven. nau: bijna niet (WNT nauw, 10).
voetnoot334
Zulken dikken wolk Advocaten en Procureurs: zo'n dichte massa advocaten en procureurs; de -en in Zulken ... wolk: contaminatie van zulk + een + wolk en zulk + dik+ een + wolk, vgl. zulken weeldigen paart in vs. 54.
voetnoot335
winkte: gebaarde (met de handen); winken wordt ook afgewisseld door wenken, er kan hier sprake zij van e/i wisseling (WNT winken (kopje) en 2).
voetnoot336
Mit ... uit: Op dat moment kwam er plotseling zo'n grote groep beëdigde deurwaarders tevoorschijn; borster (...) uit: enclitische vorm van borste + er = ‘kwam er plotseling naar buiten (t.w. uit de wereld in de onderwereld)’.
voetnoot337
Dat ... verzonkken: dat ik vroeg of ze nu allen van de aarde naar beneden (in de onderwereld) waren weggezakt.
voetnoot338
Jan Alleman: iedereen.
pampiere Harnasse: brieven met betalingsuitstel (die dus tijdelijk bescherming boden) (WNT harnas, 4).
voetnoot339
daar: waar.
zijn qua zaak: zijn rechtzaak over onrechtmatig handelen (WNT kwaad (I) A, 5, b (schrapje ‘Een advocaat van ...’)).
voetnoot340
drokker: drukker. op de rol: op de rechtszitting; eig. ‘rolzitting’, waar de zaken die op de rol (lijst) zijn genoteerd, worden behandeld (WNT rol (I) 2, b, β). niemant ... wou: niemand wilde toegeven.
voetnoot341
docht: dacht; vóór ch + dentaal vaak o i.p.v. a. oly in 't vyer: lett.: ‘olie in het vuur’; fig.: ‘nieuwe aanwakkering van emoties’.
voetnoot342
voorder: verder. een ... vernomen: nogal wat getikte molenaars gezien; bestove Meulenaars: variant op de uitdrukking van de molen (of met den meelbuidel) bestoven zijn, d.w.z. ‘zijn zinnen niet helemaal bij elkaar hebben’ (WNT bestuiven, 2 en deel (II) 10).
voetnoot343
Die ... gegaan: Zij spraken tegen een lid van hun gilde die, toen hij oud was, uit bedelen was gegaan; hadden (...) veur: 1. spraken tegen, 2. hadden tegenover zich (WNT voorhebben (I) 3, a).
voetnoot344
een deel braat-veugels: lett.: ‘heel wat vogels die kaalgeplukt zijn’, hier m.b.t. een deel van de molenaars. jij ... gedaan: jij hebt ons gilde benadeeld (te schande gemaakt) (WNT ambacht 2, b (ook Suppl.) en kort (I) C, 2).
voetnoot345
mostje ... uit-gezoopen: had je beter moeten uitzuigen (laten betalen) (WNT uitzuipen, 3).
voetnoot346
Zy .. loopen: Ze hadden eerder (dan jij) allen tot armoede moeten vervallen (WNT kakhiel, 2, a, 2o).
voetnoot347
Eerje ... van doen: dan dat jij - nu je afgesloofd bent - iemands hulp nodig hebt.
voetnoot348
Neen wast: [Maar] het was ‘Nee!’.
een ... broen: liever een ander (geldelijk) gekortwiekt, dan zelf ten onder te gaan. Toespeling op het koekoeksjong dat de andere jonge vogels uit het nest gooit om zelf meer voedsel te krijgen.
voetnoot349
deuze Hanen: deze strijdbare kerels (WNT haan (I) kol. 1389).
laten ... verkeeren: bezorgen littekens aan wie met hen omgaan.
voetnoot350
Ik wat voorder: elliptisch, want geen persoonsvorm, ‘ik (ging) een stukje verder’. daar ... eeren: daar begonnen mijn eigen vakgenoten mij met onderscheiding te bejegenen (WNT eeren (II) 2). Gijsbert valt uit de rol van Karon doordat hij zich een kleermaker noemt.
voetnoot351
Snyers: kleermakers (zie WNT snijder, A, 1). voert ... ballast: neem ons mee als ballast; ballast heeft ook de notie van ‘nutteloze last’.
zy ... toegemaakt: zij waren er (speciaal) voor uitgedost; warender: is ontstaan uit enclisis van waren + der (d.i. daar, verzwakt).
voetnoot352
van ieder lap een staaltje: van stukjes stof die van iedere lap (geknipt) waren. getaakt: gestolen.
voetnoot353
kost: kon; preteritum van kunnen.
voetnoot354
't Was wonder: Het was merkwaardig. zoo ... dreven: zoals de gewone burger zijn geweten liet varen; dreven: op zijn beloop lieten gaan, lieten varen; heur en dreven verwijzen naar een meerv. ond. De discongruentie is te wijten aan het collectivum de Gemeene man (constructio ad sensum) (WNT drijven, B, 2 (bij iets laten drijven).
voetnoot355
jou diefze Snip-luis: jij diefachtige knipluis; Snip-luis: knipluis, scheldwoord m.b.t. kleermakers (WNT snippen, A, 1 en snippen samenst.).
voetnoot356
heet: noemt. daar van ... bestaan: dus zorgen wij ook dat onze reputatie kan standhouden; (WNT daarvan, B (voegw. bijw.) en bestaan (II) II, B, 2).
voetnoot358
daar: waar. dit Vroutje: t.w. Maaike. noch (...) een Snyer: t.w. Hans.
voetnoot360
Ist ... stijg: is het het beste, dat ik - totdat de anderen wat wijken - met hen oversteek; d'aare: de anderen, syncope van nd (WNT vertrekken II, 8).
voetnoot361
De strant: de kust; in het Mnl. is strant mannelijk.. schimmen: geesten van gestorvenen.
voetnoot362
't register: de lijst (van doden).
voetnoot363
perfekt genoeg: geheel volledig; tautologie.
voetnoot364
wat levens pat: welke manier van leven. het naast: het snelste (langs de kortste weg) (vgl. WNT naast I, 5, a Op het naast).
voetnoot365
Kom herwaarts: Kom hierheen.
booze Teef: zondig wijf, lett. zondige vrouwtjeshond; hier doelend op de felle geslachtsdrift van Maaike, die blijkens het vervolg een bordeel runde (WNT teef (I) 2).
voetnoot366
bedrog, en valsheid: tautologie.
voetnoot367
Sjoor: verminking van het Fr. Seigneur: ‘Heer’. kalanten: klanten; tussen k en l is een kleurloze vocaal gevoegd. met ... vernoegt: met alle genietingen (van het leven) bevredigd (in de zin van wellustig genot).
voetnoot368
Ba tjan: uiting van bevestiging, ‘wel waarachtig’; tjan: tussenwerpsel, waarschijnlijk ontstaan uit (bij) Sint Jan (WNT tjan). vrindelijk: welgezind, dankbaar.
voetnoot369
Wy ... tegen-zeggen: Wij kennen al uw daden, hier valt niet te ontkennen.
voetnoot370
Ik ... leggen: Ik vind aan deze zijde de aanklacht voor het proces van Maaike liggen; [wijzend op een boek dat voor hem ligt.
voetnoot371
Lees op: Lees voor. dat: opdat.
voetnoot372
heeft haar verloopen: heeft zich schuldig gemaakt aan (WNT verloopen (I) I, 12, b). Met: Door.
voetnoot373
op dool-wegen te brengen: te verleiden tot ondeugden.
voetnoot374
Aan ... stoppelen: aan schavuiten en aan jongens van wie de kin nauwelijks stoppels bevat; m.a.w. jongens die nog heel jong zijn (WNT guit I, 1).
voetnoot375
de fijne neering: het edele bedrijf, een spottende verwijzing naar hoererij.
margenoot+
B3[r]
voetnoot376
door ... want: door over haar geweten de hellestraf af te roepen door op de muur (te hoge schuld) te noteren (WNT verdoemen I, 3).
voetnoot377
nacht-vinkken: nachtbrakers, hier ‘mensen die van een nacht een dag maken’ (WNT nachtvogel). eerbre zinnen: fatsoenlijke mensen (WNT zin V 28).
voetnoot378
lach-loopers: klaplopers; lach is eigenlijk gelag (= ‘vertering’) (WNT lag I). Dievery te fokken: aan te zetten tot diefstal.
voetnoot379
de Kassiertjes: de kashoudertjes, WNT kassier, 1, a en b; kassiers beheren de kas van hun baas.
Zondags-gelt: zakgeld (ook wel ‘drinkgeld’). tot harent: elliptisch voor te haren huize, ‘naar haar huis’.
voetnoot380
Zoo ... gezocht: dan werd er weer nieuw geld uit de geldkas van hun meester gezocht; gezocht moet hier in de zin van ‘stelen’ opgevat worden.
voetnoot381
van vreemde Mans doen hanteeren: door vreemde mannen laten bezoeken (WNT hanteeren I, A, 1).
voetnoot382
In zomma: kortom. wat ... verkeeren: wat men ook (maar) in een bordeel aan boevenstreken zag gebeuren (WNT schelmerij 2).
voetnoot383
Ging ... in zwang: was bij haar voortdurend aan de gang.
zy streek een ieder uit: zij bedroog iedereen (WNT uitstrijken 1).
voetnoot384
Gy abuzeert u: U vergist zich; zie Fr. abuser. weete gy van dien guit: weet u van die schelm; weete: zwakbetoonde vorm van weety, d.i. ‘weet gy’, waar de auteur, voor wie deze woordvorm niet duidelijk was, hier ten onrechte nog een extra gy achter geplaatst heeft (vgl. 401).
voetnoot385
Die ... lastaadje: die mij in gewicht een doosje koper in plaats van goud gaf; lastaadje: gewicht, eig. ‘ballast’ (WNT lastage).
voetnoot386
dat ... doen: dat kreeg ik toen; kik = ik + ik; reduplicerende Zuidelijke vorm; zie voor de herhaling van ik ook 390, 392, 395 en 409 (Goossens 1991). Rinze-wijn: wijn afkomstig uit de Rijnstreek. billekens van kandy: klontjes kandij. boelaadje: vrijage, WNT boelage.
voetnoot387
Gebeurden ... bloen: Als dat een keer met iemand gebeurde, moesten zeker tien andere mensen daarvoor bloeden (boeten).
voetnoot388
gy ... gedaan: u hebt ons tijdens uw leven veel diensten bewezen. weder vriendtschap doen: vriendschap teruggeven.
voetnoot389
Dat ... zaken?: Als ik u kokkin in de onderwereld zou maken, zou u (dan) verstand hebben van die dingen? Pluto: hier: een andere benaming voor de hel; bij de Grieken is Pluto de god van de onderwereld.
voetnoot390
Voor zemers ja: voorwaar ja; voor zemers is een contaminatie van voorwaar en zemer (= ‘stellig’); door ja toe te voegen, krijgt de uitdruk-king een sterk bevestigend karakter. kik: zie vs. 386. delikaten karminade: overheerlijk (boven open vuur) geroosterd vlees (WNT karbonade).
voetnoot391
dager: dat + ge + er; er is naast enclise ook sprake van assimilatie, waardoor er uitval van de t is.
broets: wellustig.
voetnoot392
een ... rechten: een wonder in het gereedmaken van een kuiken of gesneden haan; Marvielje: zie Fr. merveille (‘wonder’); Kieken: kuiken; Kapuin: gesneden haan, ook wel kapoen.
voetnoot393
Een klein gebeent ... Sneppen: vogels, zoals lijstertjes, spreeuwtjes, leeuwerikjes en snippen.
voetnoot394
Een ... scheppen: samengetrokken in van en aan te rechten. zoo baizaart: zo bijzonder [goed], bizard kwam in de 17de eeuw ook voor naar analogie van Franse woorden met de uitgang -ard (WNT bizar).
voetnoot395
en ... bereiden: en om een karper met een uiensoep te bereiden.
voetnoot396
Kriek-moes: kersenmoes. Trinolette: een soort terrine. zy dy: bent u; metanalyse van zyd-y, waarin y de enclitische vorm van het pers. vnw. 2de persoon sg. is..
voetnoot397
Kremiboelly: verbastering van Fr. crème bouillie, d.i. een kunstmatige running van melk, die als nagerecht opgediend wordt (Westvlaamsch Idioticon, 1892). Zuipen op Kalfs-vlees: voedzame soep (kennelijk bouillon van kalfsvlees met eierdooiers, suiker, kaneel (WNT zuipen (I) 1). Preek-heeren: boterhammen die uit een witte en een zwarte snee brood bestaan; zo genoemd naar de overeenkomst met de kleding van Dominicanen of Predikheren (WNT predikheer 3). Jakopijne Taarten: taarten gemaakt van St. Jacobsperen of -appels; Jacobijnen is een andere naam voor Dominicanen, wat contextueel goed aansluit bij Preek-heeren (WNT Jacob).
voetnoot398
diergelijk galant goeike: dergelijk verfijnd goedje. ou: u (o.a. in Antwerpen). erkies: wellicht verbastering van het Fr. exquis, ‘kostelijk’. toe-reen: toebereiden. trots ... Maarten: zo goed als welke pasteibakkersmeid dan ook (WNT trots (III) en maart (II)). eenig: een zekere.
voetnoot399
Puik bylo: Voortreffelijk! [Puik wordt hier gebruikt als antwoord op het voorstel van Maaike; Bylo is een uitroep die dient als bekrachtiging van het voorgaande], oorspr. de eedformule ‘bij de heilige Lodewijk’(Van Sterkenburg 1997, 173). iget: bastaardvloek ontstaan uit de aanroep bi God (WNT iget I en Aanm.).
voetnoot400
Dat men mijn antimizeerde: als men in mij zou snijden; antimizeerde: waarschijnlijk van het Fr. entamer, dat o.a. ‘snijden in’ betekent. een lekker beetje: een lekker hapje.
voetnoot401
Swijg stil: zwijg; de combinatie met stil komt vaak voor (vgl. stilzwijgend). diefken: schelmpje (liefkozend). heede: hebt u; de slot-e duidt het enclitische pers. vnw. 2de persoon sg. aan. Tarzaike: taartje of puddinkje, epenthesis van -r-, WNT tassei.
voetnoot402
blau Mangier de Spangje: nagerecht van room en vislijm (WNT blancmanger). ou: uw.
voetnoot403
een Aiken Lombaarts te bereie: een eitje op Lombaardse wijze te bereiden; Lombaarts verwijst naar Lombardije, een streek in Italië, en naar Lombardische kuikens, dat is een groot soort hennen. March-paip: mergpijp. na de kunst: volgens de regels van de kunst.
voetnoot404
Of ... gunst: of nonnetjes met een sneetje, of hoerendrolletjes, of roomfrietjes, met uw welnemen; Krijme-: waarschijnlijk een verbastering van Fr. crème. Het is ons niet bekend welke lekkernijen Maaike hier bedoelt.
voetnoot405
zulde: zult ge; vgl. vs. 401. da gy ... pruefden: (ik zou wensen) dat u mijn Gentse wafeltjes eens zou proeven; elliptische zin, want de hoofdzin ontbreekt.
voetnoot406
Die ... zijn: die zo'n verfijnd genot geven (WNT delicaat I, A, 1). da gy u bedruefden: dat u treurig zou worden.
voetnoot407
zulken emprialen Kokinneke: zo'n keizerlijk kokkinnetje.
voetnoot408
niet een lakker-tongske: lett.:geen lekker-tongetje, dus: geen lekker-bekje. kost: kende.
voetnoot409
met ... gespannen: door zo'n voortreffelijke eigenschap (deze vakbekwaamheid) achten de deugdzame mensjes mij de allerbeste; vroomeken: vroome + verkleiningssuffix -ken (WNT kroon 7, a).
voetnoot410
wel: heel goed. want ... uit-gebannen: (ironisch), jou deugt verwijst naar het ondeugdzame leven van Maaike; Karon vat deugt (409) echter niet op als ‘vakbekwaamheid’, maar als ‘goede eigenschappen’ (MNW doget 5, WNT deugd 1 en 2).
voetnoot411
brengt haar in 't gezigt: breng haar tot vlak tegenover. Prozerpijn: Proserpina, Romeinse godin van de onderwereld.
voetnoot412
toe-reester: toebereidster.
voetnoot413
Pete-moei: tante (eig. ‘peettante’).
ik ... leven: ik zal je zo vriendelijk beetpakken, zoals ik nog nooit bij iemand heb gedaan.
voetnoot414
altemet: nu en dan, eens (WNT, altemet 1 en (Suppl.) 3). weer een veeg uit de pan geven: mijn deel teruggeven; dus: ‘mij ook zo vriendelijk behandelen’; veeg uit de pan: lett. een portie eten (WNT veeg (III) 7).
voetnoot415
Alferos van Mars: vaandeldrager van Mars; (Mars is de Romeinse oorlogsgod). draagde gy geen zorg: wees daar niet bezorgd om; draagde bevat reeds het enclitisch pronomen, dat in gy geredupliceerd wordt. betrouwes vry: vertrouw er toch op; betrouwes is een enclisis van betrouwe + es (gen. van het).
voetnoot416
Dage: dat ge; door assimilatie, uitval van -t. een toegenegen Moejers hert: een welwillend moederhart. bevinden zult aan mij: bij mij zult aantreffen.
margenoot+
[B3v]
voetnoot417
vijgen: paardenkeutels (WNT vijg (I) 3).
al ...beter: Ook al zou de Aartshertog uw peetvader zijn en de kleine Koning uw grootvader, zij ontvingen u (als gast) niet beter; met Erts-hertoch wordt waarschijnlijk de Aartshertog Albert van Oostenrijk, landvoogd van de Spaanse Nederlanden tot 1621, bedoeld; met den kleinen Koning waarschijnlijk Lodewijk XIV, die in 1649 elf jaar oud werd.
voetnoot418
al ...beter: Ook al zou de Aartshertog uw peetvader zijn en de kleine Koning uw grootvader, zij ontvingen u (als gast) niet beter; met Erts-hertoch wordt waarschijnlijk de Aartshertog Albert van Oostenrijk, landvoogd van de Spaanse Nederlanden tot 1621, bedoeld; met den kleinen Koning waarschijnlijk Lodewijk XIV, die in 1649 elf jaar oud werd.
voetnoot419a
O ... werelt: O dubbel-slechte wereld.
voetnoot419b
venster-aap: scheldwoord voor iemand die vaak bij een venster zit, (in deze context een kleermaker, zie Snyer vs. 421).
haal vonnis na jou leven: ontvang vonnis overeenkomstig je leefwijze.
voetnoot420
strak: zo-even. zoo schielijk: heel plotseling.
voetnoot421
van: door.
voetnoot422
Item: ook; [item wordt gebruikt bij het opsommen van verschillende punten in ambtelijke stukken; hiermee wordt een ambtelijke stijl gesuggereerd](WNT item A, 1).
voetnoot423
itemmen: posten op de rekening (WNT item B, 2).
voetnoot424
duivels-ton: ton waarin de kleermaker de door het oog van de schaar gehaalde lappen smijt (Van Moerkerken 1899, 628). tot hiele Jakken: voor complete bovenkleden; een kiel voor mannen of een lijfje voor vrouwen (WNT jak (I) 1 en 2).
voetnoot425
zijn ... was: zijn geweten en zijn (kleermakers)oog maten met zulke ruime maten dat het nooit genoeg was.
voetnoot426
Rou-werk of kleurt Zatijn: ruwe stoffen of gekleurd satijn. het (...) al: het (...) alles (WNT al (1ste art.) A, 1 (kol 50)).
voetnoot427
't Laken: de geweven wollen stof; deze wordt vaak voor bovenkleding gebruikt. hem: voor zich(zelf).
voetnoot428
fijn ... taakten: het liefste stal hij kostbaar zilveren of gouden laken (wollen stof met zilveren en gouden draden doorweven.
voetnoot429
wierden: preteritum van worden, hier met de betekenis ‘raakten’.
op 't lest: ten slotte.
voetnoot430
Dat ... geschent: dat hij niets aanraakte, zonder dat er wat aan bleef hangen (aan zijn vingers) of er bleef wat beschadigd achter; een overspannen samentrekking in bleef, dat niet als hulpwerkwoord in dezelfde betekenis en met dezelfde grammaticale functie bij de inf. hangen én bij het participium geschent kan dienen.
voetnoot431
items: de posten op zijn rekening, (slechte) punten. na behooren: naar behoren, op gepaste wijze. op-zommeerden: contaminatie van sommeren en opsommen, ‘zouden optellen’ (WNT sommeren).
voetnoot432
Men ... leerden: zou men wellicht een monster ter wereld brengen, door middel waarvan een andere persoon wijzer zou worden; mogen: in staat zijn, hier vertaald door het modaal bijw. ‘wellicht’ (WNT mogen 8).
voetnoot433
mijn natuurlijken aart: pleonasme, ‘mijn natuurlijke geaardheid’.
beschelden: afkeuren.
voetnoot434
Ik ben met de kunst gebooren: ik heb deze kunst [die dieverij] bij de geboorte meegekregen. klaarder teiken: (een) stelliger bewijs..
voetnoot435
Zoo: expletief bijwoord. betoog-brief: lett. bewijsbrief, hier: getuigschrift' (WNT betoog 3).
mijn zalige vaar: mijn overleden vader. dee: liet.
voetnoot436
Toen ... wijven: toen ik voor het eerst achter de meisjes aan ging, dus: toen ik in de puberteit kwam; jeugt: minzucht, trouwlustigheid (zie WNT jeugd, 3).
-
Wy ... Handt-werk: Wij, eerbare raad van Hazelunen maken bekend aan allen die dit zullen horen lezen, in burchten, steden, kastelen, etc. dat Jurgen Metworst van Meppen voor zijn zoon Hans Ponjaard een getuigschrift verzoekt, betreffende zijn afkomst, hetgeen wij hem vergunnen en (wij) getuigen voor alle edele lieden dat hij niet afstamt van een molenaar, noch tollenaar, noch baardscheerder, noch varkensslager, noch kwakzalver, noch linnenwever, maar van één (iemand) van dat edele beroep, het kleermakersambacht.
-
van wegen zijn geslachts halven: contaminatie van a. van wegen zijn geslacht en b. zijn geslachts halven.
-
ont; nicht is afkamen; ein Muller: deze verhaspeling van Duitse en Nederlandse taalelementen zal in die tijd grappig gewerkt hebben.
-
van ein Muller ... Linne-wever: de beroepsgroepen die hier genoemd worden, hebben in de zeventiende eeuw alle een slechte reputatie.
voetnoot437
Dit ... dievery: Dit klinkt naar erfelijke bepaaldheid tot stelen.
voetnoot438
recht: juist. voor zeker: beslist; contaminatie van voorwaar en zeker.
voetnoot439
Voort: vooruit. strenge Setel: gestreng rechtsgestoelte.
voetnoot440
in 't Forneis onder de dieve-ketel: in het helse vuur onder de dievenketel; Forneis: eig. ‘oven’, hier toegepast als ‘hels vuur’; dieve-ketel: waarschijnlijk moeten we hier denken aan de ketel met kokende olie of water waarin met name valse munters gestraft werden (WNT fornuis, 1, d en ketel (I) B, 5).
voetnoot441
Een volk, een straf: één beroepsgroep (hier: de kleermakers), één straf, d.w.z. bij eenzelfde groep mensen hoort eenzelfde straf.
voetnoot442
wambas-kat: scheldwoord tot Kniertje gericht; in het WNT wambuis, Samenst. staat een citaat uit 1718 waarin de associatie met hoeren en duivelinnen wordt aangegeven: ‘Duivelinnen, wambuskatten, Alle even fraai gekleed, Daar met hoer'ge duivels sprongen, En somtyds zo drollig zongen, Dat 'k het niet te noemen weet.’. tafel-uil: scheldwoord, mogelijk doelend op vrouwen die in de herberg met mannen eten en hoereren; de uil als zinnebeeld voor zonde en onreinheid; vele negatieve toepassingen m.b.t. personen (WNT uil (I) I, 1, b en II, 3 en hoer Samenst., laatste schrapje tafelhoer).
voetnoot443
Of ... proeven: of anders zul je zweepslagen op je beide benen ontvangen. bei jou beenen: deze afwijkende woordvolgorde komt in het 17de eeuws vaker voor; beide kan vóór een bep. lidw., aanw vnw of bez..vnw staan. Gemaskerde wout-aap: scheldwoord als beeld voor ‘lompe en onbeschofte vrouw’; zij heeft kennelijk een masker voor dat overigens ook in vs. 465 genoemd wordt.
voetnoot444
wout-aap: wellusteling.
selje ... gebrocht: (ironisch) zul je nu niet een koetsje nodig hebben (...), zoals je naar de prieeltjes werd gebracht (waar getrouwde hogere heren met een geheime geliefde of hoer samen kwamen) (WNT tuinhuis 2).
voetnoot445
selje ... gebrocht: (ironisch) zul je nu niet een koetsje nodig hebben (...), zoals je naar de prieeltjes werd gebracht (waar getrouwde hogere heren met een geheime geliefde of hoer samen kwamen) (WNT tuinhuis 2).
voetnoot446
harwaarts: hierheen; eig. herwaarts (voor de -r wisselen -e en -a vaak af) met adverbiale -s.
boosheidt: slechtheid. gewrocht: bewerkstelligd.
voetnoot447
Jannette van Piere: aanspreking tot Kniertje; wellicht speelt de associatie met het ww. janepieren een rol, Westvlaamsch Idioticon (1892) janepieren: ‘arglistig antwoorden of spreken zodanig, dat iemand er de zin van kwalijk opvatte en misleid en bedrogen worde, hoewel men eigenlijk geen bewijs gezegd heeft.’
voetnoot448
In ... toyen: in zich op te sieren en haar gezicht mooi te maken; dat mooie kleren in combinatie met luiheid vrouwen tot prostitutie brachten, was een eeuwenoud topos, zie Van de Pol, 1996: 308. in ... eten: in de hoerhuizen werd vaak op kosten van de klant luxe gegeten, Van de Pol, 1996.
margenoot+
[B4r]
voetnoot449
In lonkken te schieten: in verlokkende blikken toe te werpen (WNT lonk (I) 2).
voetnoot450
een doode kreng: pleonasme, een kreng: ‘een dood dier’. te swieren pleeg: pleegt te vliegen; incongruentie o.i.v. het rijm.
voetnoot451
dee (...) bereiken: bereikte; dee (van doen) is een zgn. omschrijvend hulpww. dat geen andere betekenis heeft dan het zelfst. ww. (WNT doen, D 1). een getal van Swager-schap: lett.: een aantal aangehuwde ‘familieleden’, hierin verruimde betekenis, aangezien er sprake is van veel vryers; men kon een huwelijk gesloten achten, als er geslachtsgemeenschap was geweest.
voetnoot452
Meer ... strijken: dat groter is dan (het aantal schepen) dat vóór Amsterdam op maandag de zeilen strijkt.
voetnoot453
gekamert: op een voor haar gehuurd kamertje gezet als bijzit; zij was dus geen publieke hoer.
als een pop: als een maintenée (onkuise vrouw) (vgl. WNT pop (II) A, II, 2, a).
voetnoot454
En ... op: en wees onder ede drie buitenechtelijke vaders voor drie kinderen aan (WNT opzweren).
voetnoot455
Messelina: Valeria Messalina, gemalin van de Romeinse keizer Claudius, was berucht om haar schandelijke levenswijze. veer: ver; verlenging van e vóór -r.
voetnoot456
ouders buil: (groepsflectie), de beurs van (hun) ouders.
voetnoot457
Zy .. .gaan: Zij was er de oorzaak van, dat velen, die hun geld (en bezittingen) hadden verkwist, om haar naar het warme land (West- of Oost-Indië) of naar de oorlog moesten gaan. Jannette van Piere wordt beschreven als een zgn. ‘zielverkoper’, een bordeelhoudster. Pensionhouders en eigenaren van bordelen dwongen ‘met de onbetaalde rekeningen in de hand hun gasten (...) op een bepaald schip aan te monsteren’, in casu, een schip van de VOC of WIC, (P.C. Emmer, 2000: 72 e.v.); 't warme Landt: Oost- of West-Indië; uit het volgende citaat blijkt dat Noozeman eerder deze zegswijze gebruikte: ‘Weetje wat de stee-luy segge? die 's nachts over twaelven loopt langhs de straten dwalen, Die sentmen nae 't warme langht om peeper, en andre kruyden te halen’, Noozeman, Berooide Student (1646), vss. 254, 255 in deze bundel (WNT warm (I) (kol. 1204)).
voetnoot458
Zy .. .gaan: Zij was er de oorzaak van, dat velen, die hun geld (en bezittingen) hadden verkwist, om haar naar het warme land (West- of Oost-Indië) of naar de oorlog moesten gaan. Jannette van Piere wordt beschreven als een zgn. ‘zielverkoper’, een bordeelhoudster. Pensionhouders en eigenaren van bordelen dwongen ‘met de onbetaalde rekeningen in de hand hun gasten (...) op een bepaald schip aan te monsteren’, in casu, een schip van de VOC of WIC, (P.C. Emmer, 2000: 72 e.v.); 't warme Landt: Oost- of West-Indië; uit het volgende citaat blijkt dat Noozeman eerder deze zegswijze gebruikte: ‘Weetje wat de stee-luy segge? die 's nachts over twaelven loopt langhs de straten dwalen, Die sentmen nae 't warme langht om peeper, en andre kruyden te halen’, Noozeman, Berooide Student (1646), vss. 254, 255 in deze bundel (WNT warm (I) (kol. 1204)).
voetnoot459
heur vuile lust: haar ontuchtige wellust. gebruiken durven: kunnen gebruiken (bezigen).
voetnoot460
Tot ... is gesturven: ironisch, in de zin van 'Totdat zij met wat zij ‘extra’ verdiende in het bordeel (doelend op geslachtsziekten) in het armenhuis gestorven is', zie een spreekwoord van Cats: Die den eenen voet in 't hoer-huys set, set den anderen in 't gast-huys, m.a.w. ‘door een slechte levenswijze belandt je vanzelf in de ellende’ (WNT gasthuis 2).
voetnoot461
Wanschepsel: Monster.
die ... hebt: die zo wreed uw jeugd hebt verspild.
voetnoot462
die ... hebt: die zo wreed uw jeugd hebt verspild.
verschei ... vreugt: neem afscheid van de blijdschap.
voetnoot463
Help ... Danais: help de dochters van Danaus; verwijst naar de legende van Danaus die vijftig dochters had bij verschillende vrouwen; de dochters (Danaides) moesten in de Hades voor straf eeuwig-lekkende waterpotten bijvullen. wijl: omdat (WNT wijl (III) 1).
voetnoot465
mask': masker, hierbij moeten we waarschijnlijk denken aan een mombakkes voor het gezicht (WNT masker 1).
voetnoot466
Helsche slaven: slaven van de hel.
tot: naar. vervloekte pry: bijstelling bij u, vervloekte (ontuchtige) vrouw; pry als vocatief (WNT prij, 2,c).
voetnoot467
fijne Madam: (ironisch), chique mevrouw; prostituees trachtten soms met hun kleding en opschik burgervrouwen uit de hogere klasse na te bootsen (Van de Pol, 1996).
denkt ... leiden: stel je eens voor, dat een jonkheer je nu meenam; met jonker doelt Spook op zichzelf (WNT denken B, 3).
voetnoot468
een Juffrou: een vrouw van stand, een dame (WNT juffrouw, 3). handlen zult bescheiden: fatsoenlijk moet behandelen (en tegelijkertijd vastpakken) (WNT bescheiden, B, 3).
voetnoot469-472
Kijk met sulke grepen ... stranden: Kijk, edele dame, hij, in wie welgemanierdheid woont, uw voetveeg, bidt met zulke handgrepen, dat gij u op deze wijze vernederd voelt en hem uw beminnelijke en wellustige lachjes zult zenden, die zó bevallig de zintuigen in brand zetten, dat zij [zelfs] de god van Venus' stranden (Venus) tot aanbidding van haar zou brengen. Spook grijpt Kniertje kennelijk bij de hand en dwingt haar in een nederige positie (WNT greep A, I, 3, d). doorluchtige Madam: aanspreking tot Kniertje; doorluchtig wordt meestal toegepast als epitheton bij vorstelijke en andere aanzienlijke personen (WNT doorluchtig, 3). in wie beleeftheit woont: onderwerp bij bidt; Spook doelt op zichzelf in de derde persoon. U Schoen-borstel: Spook doelt op zichzelf; bijstelling bij in .. woont. u animable lonkjes: animable is een contaminatie van van het Franse animal (‘dierlijk’, wellustig’) en aimable (‘lieftallig’). jentiel: bevallig (Fr. gentil) (WNT branden II (bedr. ww.) F).
voetnoot473
Juzjeert by u self: Oordeel zelf, WNT jugeeren 5 (Fr. juger).
cortosie: hoffelijke bejegening (Fr. courtoisie; WNT Aanvullingen courtoisie 1). inflameert: ontvlamt, (Fr. inflammabilité).
voetnoot474
honnorable: hooggeachte (Fr. honorable). na behooren: op gepaste wijze.
van ... werd: door mij gelukgewenst wordt; gekongratuleert: gelukgewenst, (Fr. congratuler).
voetnoot475
De grandesse van mijn diskourse: de verhevenheid van mijn woorden; grandesse: zie Fr. grandeur; diskourse: zie Fr. discours, WNT discours, 1.
voetnoot475-476
souden ... dee: zou uw welwillendheid meer vergenoegen, dan de conversatie volgens etiquette op aarde u ooit deed (vergenoegde); de incongruentie van subject (De grandesse van mijn diskourse) en persoonsvorm (souden) is slechts schijn: souden bevat een verbindings-n, die ə en u gescheiden houdt; dikrese: welwillendheid, (Fr. discrétion; WNT discretie 2).
voetnoot476
wilt ... Sarviteur: vrij: voeg u toch naar [de wens] van uw meest gehoorzame en geringe dienaar; het obidieeren: lett.: ‘het gehoorzamen’, (Fr. obéir).
voetnoot477
wilt ... Sarviteur: vrij: voeg u toch naar [de wens] van uw meest gehoorzame en geringe dienaar; het obidieeren: lett.: ‘het gehoorzamen’, (Fr. obéir).
voetnoot478
dat gy ... door dese deur: dat het u en uw dienaar gelieft door deze deur te wandelen; gy, eigenlijk meewerkend voorwerp bij gelieft, wordt als onderwerp behandeld.
voetnoot479
‘: in originaal een dubbele gothische fractuurkomma ter markering van dubbelrijm.
voetnoot480
‘: in originaal een dubbele gothische fractuurkomma ter markering van dubbelrijm.
Jan treet-saft: Jan treed-zacht, dus ‘een gemakzuchtig persoon’ (WNT Jan, 3, c). de Solder valt in: aanduiding van ‘hij geeft een luide boer’ (WNT zolder, 1, a, β). selje voort gaan: Treed naar voren! Op dreigende toon (WNT voortgaan (I) I, 3).
voetnoot481
de goe man: (ironisch) de eerzame burger (WNT goeman 1).
voetnoot483
flus: zonet; geassimileerde vorm van fluks. heeft ... verloopen: is zich geweldig te buiten gegaan (WNT verlopen (I) I, 12, b).
voetnoot484
onrechtvaardig goet te hoopen: 1. onrechtvaardig verkregen bezit te verzamelen, 2. op oneerlijke wijze bezit bijeen te garen (WNT hoopen, I, 1, b).
voetnoot485
insonderheit: in het bijzonder.
dronkke drinkken: zuipen.
dat volle lijf: dat volgezopen lichaam.
voetnoot486
Teeg ... Wijf: begon hij dan zijn vrouw met (zijn) vuisten en stokken af te rossen; teeg: preteritum van tijgen
voetnoot487
Ja ... oogen: Ja, er was zelden een maand of week dat zij geen blauwe ogen had; balansschikking die een algemene geldigheid uitdrukt, ANS, 1997: 1554 e.v. .
voetnoot489
met wien: wien toont een masculiene buigingsvorm, terwijl de referent Een vrouw is. uit alle vriendelijkheidt: uit liefde.
voetnoot490
wierdt: werd; het preteritum wierdt is naar analogie van andere ww-vormen met e in infinitief en ie in de verl. tijd gevormd; we moeten hier dan van de infinitief werden uitgaan (WNT worden, inl.). geleidt: gelegd.
voetnoot491
Dus ... leven: Aldus luidt de strekking van zijn dagelijks leven; Eakus besluit met deze zin zijn relaas (vss. 484-488) van de Flooris' wandaden.
margenoot+
[B4v]
voetnoot492
O schrik!: O, verschrikkelijk! men: ik (WNT men, 4,a).
voetnoot493
wat straf: welke straf.
voetnoot495
Dat ... honden: (elliptisch), men moet hem in kleine stukjes laten hakken en hem voor de honden gooien.
voetnoot496
hem: zich. gien wijve-smijter: geen man die zijn vrouw slaat (WNT smijter, 1). zoo 'er: als daar; door vocaalreductie in daar ontstaat der, daarna door assimilatie 'er. wierdt: werd; preteritum van werden (inf.).
voetnoot497
Laat ... of halen: Laat zijn vel afstropen; hem: possessieve datief.
voetnoot498
tot een gedachtenis: tot voortdurende herinnering (in aansluiting bij WNT gedachtenis II, 1). de helsche-poort: de hellepoort.
voetnoot499
wat ik sal: (elliptisch), wat ik moet doen. ik ... enden: ik ben ten einde raad.
voetnoot500
Ey ... toe-senden: Och! Mannen, spreek genadevol recht, geef mij een lichte straf.
voetnoot501
Hadje ... gespeeldt: Als je de beul had vermoord of tien keer failliet was gegaan, dan had ik het je in je voordeel aangerekend; Hadje ... vermoordt en hadje ... gespeeldt zijn conditionele bijzinnen behorend bij de hoofdzin ik ... ten goe (vs. 501). maar ... toe: maar hier is geen beginnen aan (vgl. er is geen stellen aan, in WNT stellen, III, 4).
voetnoot502
Hadje ... gespeeldt: Als je de beul had vermoord of tien keer failliet was gegaan, dan had ik het je in je voordeel aangerekend; Hadje ... vermoordt en hadje ... gespeeldt zijn conditionele bijzinnen behorend bij de hoofdzin ik ... ten goe (vs. 501). maar ... toe: maar hier is geen beginnen aan (vgl. er is geen stellen aan, in WNT stellen, III, 4).
voetnoot503
dat ... stelden: dat ik zo de beest uithing (WNT pijp, 2, 2o).
voetnoot504
steek ... ontgelden: Als je in je dronkenschap een man dood steekt, dan moet je er voor boeten, als je nuchter bent.
voetnoot505
waar ... meer: leefde ik nog, ik zou plechtig beloven, dat het niet meer zou gebeuren (WNT wedden 3 en MNW wedden II, 2).
voetnoot506
Hoe ... toe?: Hoe moeten wij verder?, Wat moeten wij hiermee aan? (WNT toe (I) II, 2). met ... eer: handel ik het best overeenkomstig mijn hoog aanzien (ambt)? (WNT betrachten 3 en eer (I) 2 en 5).
voetnoot507
hoe ... plagen: wat heb ik spijt van de door jou geleden kwellingen. gallig-berouw ... Dieve-dagen: vals berouw heeft men gewoonlijk aan het eind van zijn dagen als dief; gallig-berouw: lett.: het berouw dat de misdadiger aan de voet van de galg heeft, svarabhakti-vocaal tussen l en niet-dentale consonant (WNT galgberouw).
voetnoot509
datje: als je (jullie). boosheidt: slechtheid (WNT boosheid 3).
voetnoot510
Ik ... raken: (dan) weet ik (dat) ik vrij zou komen. of ... gestelt: of tenminste niet op een zware straf (worden) gesteld (WNT pene (I) zie ook peen (III)).
voetnoot511
Eakus ... verlienden: (elliptisch), Eakus, zullen we hem een tijdje het leven schenken (WNT verleenen, 4).
voetnoot512
Om sien: om te zien.
voetnoot513
wodje: enclitische vorm: wolde + je (‘wilde je’); hier: ‘zou je willen’.
voetnoot513
buiten de kerf gaat: de perken te buiten gaat (WNT kerf, 2).
voetnoot514
mijn hartste party: mijn meest onbarmhartige tegenpartij. ik ... quaat: ik ben er immers erg slecht aan toe (WNT kwaad (I) A, 4).
voetnoot516
Daar deur: waardoor. raken ... leven: het leven zult verkrijgen.
voetnoot517
geen meer: nooit meer, oneig. gebruik (WNT geen, V). vry: vrijmoedig (WNT vrij I, 11).
voetnoot518
geen straf genoeg: geen straf (zwaar) genoeg, niet genoeg straf.
voetnoot519
op mijn manne waarheid: op mijn woord van eer als man.
voetnoot520
heel: geheel. over langzaam: zeer langzaam (WNT overlangzaam).
-
SPOOKERIJ: geestverschijningen.
voetnoot521
bloet: krachtterm, die vaak in verbinding met gans (‘God’) een bastaardvloek vormt, zie vs. 526.
voetnoot522
ik ... ly: ik verkeer in moeilijkheden (WNT lij, 2).
voetnoot523
jou ongaleke vent: jij beroerde kerel (WNT ongalijk, 3). als ... gedronken: als jij je zat hebt gedronken (WNT gat, 2).
voetnoot524
en ... ronkken: (verbale hendiadys), en daar zitten te ronken.
voetnoot526
het mal: de dwaasheid (WNT mal (II) I, 2). gans bloed: bastaardvloek.
was ... Wijf: Als ik jouw vrouw was, ...!
voetnoot527
moer: moeder. ook: misschien.
wat komt jou over?: wat heb je? Overkomen was in de zeventiende eeuw scheidbaar (WNT overkomen (II) 2, b, β).
voetnoot528
hoe ... grover: hoe langer hoe bonter.
voetnoot529
Ik ... kost: Ik vermoed dat jouw vrouw (een mens) van vlees en bloed in de ‘dronkenmans hel’ (als jij dronken bent) [nog] goed zou herkennen; kost: preteritum van kunnen; hier wordt kennen voor kunnen gebruikt, volkstaal.
margenoot+
C[1r]
voetnoot531
heb: ben. of ... zotje?: of hou je mij voor de gek?
voetnoot532
vaar: vader.
voetnoot533
daar ... zag: waar ik veel bekenden zag (WNT kennis A, III, 5).
voetnoot534
Maaike-Buur: buurvrouw Maaike. wat ... mag: (elliptisch), ik vraag me af waarover deze zot het heeft (WNT kapstok III).
voetnoot535
Hans de Snyer: persoonsnaam, waarin de Snyer een toenaam is met de betekenis ‘kleermaker’.
over een uur: een uur geleden.
een hartvang: lett.: ‘hartkramp’, dus: ‘hartinfarct’ (WNT hartvang, 1).
voetnoot536
Rijt jou S. Felten?: (verwensing) heb je last van de vallende ziekte? S. Felten is een verbastering van Sint Valentijn en wordt door de klank van het woord in verband gebracht met de vallende ziekte (Veltin: fällt hin). (Zie Van Sterkenburg 1997 s.v. Velten en WNT Felten, verder WNT rijden I, II, 7). neen hy: (elliptisch), Nee, hij is niet gestorven. zoo ... bedurven: dan zou die arme vrouw in het ongeluk gestort zijn (WNT bederven (II) II, A, 1).
voetnoot537
hebse: enclitische vorm van heb + se (‘hen’). flus: zo-even. beide-gaar: allebei.
voetnoot538
ik ... beet: ik zeg zelfs: zij deugden in het geheel niet; dochten: preteritum van dogen ( ‘deugen’) (MNW dogen (1ste art.)).
voetnoot539
van ... zegt: van de deugdzamen kwaad spreekt; vroome: het gesubstantiveerde bijv.nw. vroom, mv. gaat meestal op -e uit. het ... eeren: het zijn fatsoenlijke mensen.
voetnoot540
het (...) geweest: is (...) geweest; bij ww. zijn werd vaak hebben als hulpww. gebruikt. Het ... scheeren: Het lijkt wel gekheid maken (WNT scheren (III) A, 1).
voetnoot541
Jy scheert mijn: Jij houdt mij voor de gek (met nadruk op mijn).
korts: kort (met adverbiale s).
voetnoot542
Ey: Och (aansporing). klaar en bloot: (tautologie), overduidelijk (WNT klaar III, G en WNT bloot II, 6).
voetnoot543
ik ben zoo verschooten: ik ben zo angstig geweest (van kleur verschoten, lijkbleek) (WNT verschieten (I) III, 10).
voetnoot544
Had ... te smijten: voorwaardelijke bijzin bij de hoofdzin ik ... blijven.: smijten: slaan.
voetnoot545
Had ... te smijten: voorwaardelijke bijzin bij de hoofdzin ik ... blijven.: smijten: slaan.
gans: (bastaardvloek), God. de Preezes grimden: de praeses was vertoornd ; Preezes: hier ‘voorzitter van de rechtbank’ (in de hel) (WNT grimmen (I) 1).
voetnoot546
Ik ... selfs: vgl. ‘[...] gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ Romeinen 13,9. Flooris legt een eed van vroomheid af in bewoordingen uit de Bijbel. en ... waar: en geloof zeker (ev. toch) dat dat waar is (WNT vrij VII, 39 en 38).
voetnoot547
plagen: kwellingen (WNT plaag A, 3).
voetnoot549
loof ik: geloof ik. by gort: (bastaardvloek), bij God.
voetnoot550
Jy ... mien: Jij brengt (heel) wat teweeg met je dronken kop, je bent een drinkebroer, dat vind ik; borsje: (door assimilatie is t gesyncopeerd); met zoo ik mien versterkt de spreker het voorgaande (WNTuitrichten 1, b en borst (I)).
voetnoot551
daar ... schikken: daar moet je je in schikken.
voetnoot552
breek ... stikken: Sla mijn verbijsterde hoofd niet helemaal kapot; Kniertje slaat Flooris kennelijk op zijn hoofd (WNT berooid 3).
voetnoot553
dat ... gaan: dat ik zal gaan scheiden; een schei-brief (‘scheidingdocument’) is een verklaring die in het bijzijn van getuigen wordt opgetekend (WNT scheibrief 2).
voetnoot554
sel ... op-gestaan: behoort men (moet je) iemand die zonet (uit de dood ) is opgestaan, op deze wijze aanspreken?
voetnoot555
Hebje ... Man: (conditionele bijzin), Als je (....).
voetnoot556
wel: heel goed.
voetnoot557
als lammeren .. neer: zachtmoedig samen (met haar man) in voor- en tegenspoed optrekt, (met sexuele connotatie).
voetnoot559
Gebuurtjes: Buurtjes; ge- drukt ‘samen’ uit, dus hier ‘buren die bijeen zijn’ zijt (...) verlegen: heeft (...) nodig.
voetnoot560
Domine: Heer (plechtige aanspreking). een ... hooft: iets troebels of duisters in zijn hoofd, dat hem belet om helder te denken.
voetnoot561
Als 't is: (elliptisch), Gelijk het is! Zo is het! (WNT als (4de art.) I, 1, c).
flus: zo-even; verbastering van fluks. doen ... lag: toen ik stervend was.
voetnoot562
'k laat staan van: lett.: ‘ik spreek niet van’, dus: ‘afgezien van’.
voetnoot563
pais 'k ik ... nooden: ik denk , heb je de vroedvrouw nog nodig? Want je roept de buren samen; herhaling van ik is o.a. Brabants (WNT peizen (I)).
margenoot+
[C1v]
voetnoot564a
pais 'k ik ... nooden: ik denk , heb je de vroedvrouw nog nodig? Want je roept de buren samen; herhaling van ik is o.a. Brabants (WNT peizen (I)).
voetnoot566
Ba s'jaes: Wel Jezus! (bastaard-vloek). wat ... dit?: wat is dit voor grappenmaker (rare kerel)!; vies'er: na uitroepend wat heeft het adjectief vaak een -er uitgang (Koelmans 1970, Paardekooper 1970 en WNT vies I, 4 en I, 2, b en figuur 2 (laatste schrapje)). wat ... dat?: wat voor praat is dat? (WNT kout 2, a).
voetnoot567
zoo ... oogen: 1. zo bedriegen me mijn ogen; 2. zo draait men mij een rad voor ogen; incongruentie in getal tussen persoonsvorm en onderwerp.
voetnoot568
Swager: schoonzoon (vocatief) (WNT zwager (I) A, II, 3).
voetnoot569
jou seggen: jouw antwoord. Maar ... bescheit: maar, geef mij (nu eens) juiste informatie.
voetnoot570
flus: zo-even.
voetnoot571
niet (...) als: niet (...) behalve (WNT als (4de art.) I, 2).
voetnoot572
Dat ... verstandt: Dat is een vreemde voorstelling van zaken; zie ook vs. 232: was ik zoo drollig niet (WNT verstand, A, II, 8, c en drollig A, 3). Zoo ... malen: Zo is je dronken geest aan het malen; de inf. malen functioneert als een predicatief attribuut bij loopen (WNT loopen I, 19 en malen (II) 3).
voetnoot573
krom: dronken (WNT krom, 3, c).
voetnoot574
daar van: dus, om die reden.
voetnoot575
immers niet: volstrekt niets.
pleeg ... maken: veroorzaakt mij soms hoofdpijn.
voetnoot576
dat ... raken: dat je niet eens een harde klap voelt.
voetnoot577
Doodt-zeel: lijst van genodigden voor een begrafenis,.; -zeel is samengetrokken uit cedel door syncope van d (WNT dood, Samenst.).
voetnoot578
buiten (...) in stee: tegenstelling tussen buiten (‘op het platteland’) en in stee (‘in de stad’). effen: net.
voetnoot579
Zoo ... verlooren?: Dan ben ik ten einde raad. Ben ik mijn verstand dan geheel kwijtgeraakt? (WNT uitgeleerd 1, a, 10).
voetnoot580
dat ... smooren: dat komt (door)dat jij je hele wijsheid in de bierkan laat verdwijnen (verzuipen) (WNT smoren A, 1 en 4).
voetnoot581
waarom ... over-hoop?: Waarom ben je in de war?
voetnoot582
op de loop: op hol geslagen, in de war (WNT loop (I) 1 (kol. 2806, 2807)).
voetnoot583
daar sy ... plagen: alwaar zij mij zwaar wilden straffen (WNT terdege (bijw.) B, 3).
voetnoot585
Ba s'jaes: Wel Jezus! (bastaardvloek). wat een gruwel: Wat een afschuwelijke daad! gebuur ... slaan: Buurman, had je het lef je echtgenote slaan?; vervoegingen van dorren en durven zijn door elkaar gaan lopen; darfde kan de zwakbetoonde vorm van darfdy zijn, waarin de -y het pers. vnw gy is (WNT durven, 3).
voetnoot586
Bescharm ... Innocentius: toen deze klucht werd opgevoerd, c.q. uitgegeven, was Innocentius X (1644-1655) paus; verder betekent het woord innocent in de 17de eeuw ‘onnozel(e)’, ‘idioot’. Wanneer deze laatste notie meespeelt, zal de uitroep tegelijkertijd Flooris betreffen. de ... vergaan: het mensdom zou om die reden ten onder gaan (naar de hel worden verwezen) (WNT wereld III en vergaan 6).
voetnoot587
de Drommel: eufemisme voor het taboe ‘de duivel’.
voetnoot588
om ... quelden: voor het geval dat de nadorst je kwelde; lett.: ‘bij jou de nadorst’.
voetnoot589
wel beduiden: duidelijk uitleggen; de komma aan het eind van deze regel heeft de functie van dubbele punt.
voetnoot590
De humeuren ... graat: De menselijke vochten zijn door de sterke drank tot in de hoogste graad in beroering geraakt; De humeuren: in de geneeskunde uit die tijd nam men aan dat de gemoedsgesteldheid van de mens bepaald werd door de verhouding van vier vochten in het menselijk lichaam: bloed, gele gal, flegma, zwarte gal (WP Galenus en element (1), WNT humeur, 1). de heete drank: de sterke drank, zoals jenever, brandewijn (WNT heet (III) I, A, 2).
voetnoot591
die dampen: volgens de oude geneeskunde veroorzaken opstijgende dampen een bepaalde gemoedsgesteldheid; ook de uitwerkingen van alcohol worden als opstijgende dampen beschouwd (WNT damp (I) 2, eerste schrapje).
onmogelijke dingen: dingen die niet kunnen gebeuren.
voetnoot592
wil ... zijn: als je welberaden wilt zijn.
voetnoot593
nunc ... arbores: (spreekwoord), nu, eerst vallen de bladeren, later vallen de bomen, dus: ‘het wordt van kwaad tot erger’, naar Plautus, Menaechmi, 375: ‘Folia nunc cadunt, tum arbores in te cadent.’ dit gesicht: dit visioen.
voetnoot594
Zoo ... betert: voorwaardelijke bijzin bij sal geschien die de hoofdzin onderbreekt en die waarschijnlijk op lagere toon werd uitgesproken.
voetnoot595
dat ... wachten: dat ik mij voortaan in zeer hoge mate in acht zal nemen; soo en schikkelijk zijn bijw. van graad (WNT wachten I, 2, a).
voetnoot596
Dat ..., of: Dat moet ook, of [anders]...
voetnoot597
Gort: God (bastaardvloek). datje wist: (elliptisch), als je [eens] wist.
voetnoot598
hy ... is: als er iemand op aarde [deugdzaam] is, dan is hij de deugd zelf; selfs: versteende genitief.
margenoot+
[C2r]
voetnoot599
soo ... vreedig leven: op deze wijze zullen wij dan in harmonie (eensgezind) samenleven; sellen (zellen) is plat Hollands. want ... verbonden: want dat (het huwelijk) blijft hier (in dit huis) onontbonden.
voetnoot600
een ... gronden: een huishouden dat gebouwd is op fundamenten van vrede, blijft in stand.
voetnoot601
wel: goed.
voetnoot602
en ... hart: en drinkt de zwaar-moedigheid uit het hart (weg); samengetrokken in ga (WNT zwarigheid III, 6).
voetnoot603
soo: expletief of versterkend zo. moogje (...) slikken: mag je (...) drinken (WNT slikken (I) 3, b).
voetnoot604
schikken: inrichten.
voetnoot605
Die Vogel: die vent. en ... slag: en bemerkt geen kwaad of list (WNT stoot, 7 en slag 24).
voetnoot606
En ... dag: en legt het fundament voor meer dan één aangename dag.
voetnoot607
dese ... loonen: dit bewijs van vriendschap noopt me ten zeerste om u hiervoor te belonen; er volgt kennelijk een omhelzing, of iets dergelijks (WNT troonen, I, 1).
voetnoot608
dese ... loonen: dit bewijs van vriendschap noopt me ten zeerste om u hiervoor te belonen; er volgt kennelijk een omhelzing, of iets dergelijks (WNT troonen, I, 1).
voetnoot609
kroonen wy mijn Man: zegswijze voor ‘bedriegen wij mijn echtgenoot’, vgl. ‘het opzetten van horens’ (WNT kronen, 4).
voetnoot610
dat: opdat. niet quaats: niets slechts, geen kwaad.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken