Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het inwendig leven van Paul (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het inwendig leven van Paul
Afbeelding van Het inwendig leven van PaulToon afbeelding van titelpagina van Het inwendig leven van Paul

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (5.19 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het inwendig leven van Paul

(1923)–Karel van den Oever–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

‘Mijn God, mijn lof en mijn roem’

Thomas a Kempis

[pagina 5]
[p. 5]

Het inwendig leven van Paul

I Paul's gesprek met God

Paul is fijn en vroom: hij las St. Hieronymus; nu het boek dicht lag onder zijn elleboog, een cigaret tusschen het gelezen en ongelezen, had hij ruimte ver uit het venster over de pannen der daken, rood als vleesch; de boter-gele wolk aan het uiteinde der stad was geen hindernis; zelfs de kerk rechts, als een historisch gebed, geen oponthoud. Hij kende Christus. Onmiddellijkheid was noodig uit behoefte aan wezen. Achter hem duizend boeken langs de wanden der kamer, te middellijk, meer schijn dan kern. Thomas, Hieronymus, Bonaventura, opruimers van schijn.....

Hij herinnerde zich een oude nacht: de starren bevestiging eener historie voór hem, lang voór hem en over de maan schreef ook Augustinus, 's Nachts is het

[pagina 6]
[p. 6]

hart van God den Vader het dichtst bij; de roode roos links in het knoopsgat; de starren worden gesproeid: zilverdruppels; de volmaan het Alziende Oog.

En nu? God riep in zijn hart: ‘Paul!’ Hij luistert. Hij ziet ook De open mond des Vaders als een krater, inwendig de vlam Christi: beider stem éen. Paul's oogen waren nu gelijk-lijnig aan het rood Heilig Hart voór hem; immers, Gods voeten laag onder de aarde en zijn Hoofd onbereikbaar; het bereikbaarst was de stad, maar voor hem alleen bereikbaar door het Heilig Hart. Duidelijk: dat men door God het liefst en innigst een menschdom bereikt; de tuinman is ook het dichtst bij de Schepping; Paul hoorde uit God-zelf: de Priester - en Paul ook - het dichtst bij de Schepping door zijn Geest. Hier hoorde hij duidelijk Hieronymus: zijn stem kwam oostelijk, uit Rome.

Onder Paul's oogen zaten warme musschen in de droge dak-goot; duiven waren ook broeierig op een schoorsteen; de boter-gele wolk rookte rond de zon, Paul sprak hen toe: de woorden Gods. Maar Paul zelf sprak zonder woorden.

[pagina 7]
[p. 7]

Opeens dacht hij er aan dat God hem kussen wilde: heeft God ooit iemand gezoend? Zoende Hij Augustinus? Paul verlangde uit liefde naar Liefde. Hij kuste. Maar, niet hij, zoende. De Heer gaf hem een kus van zijn mond. De zon, de maan, de sterren: wit vuur op zijn lippen. Gods kus doordringender: ach, de kreunende versmelting in Christus; eeuwige pijn van onverzadigdheid en weer verzadigd. Hij vreesde daarin slechts zijn zinnelijkheid. Daarna herinnerde Paul zich uit het Hooglied: ‘Gave de Heer mij een kus van zijn mond’, en het amoureus commentaar der Heilige Theresia: ‘omdat wij ons niet genoeg oefenen in de liefde Gods, is het ons onmogelijk en schijnt het ons vreemd, met zulke woorden ons met God bezig te houden’.

Het begin dezer werkdadige liefde had voor Paul geen einde. In God kon Paul's liefde niet eindigen. Hoe zou dat? En toch. Ook hij was een fijn maar gewoon, uiterst gewoon mensch: hij begon een cigaret te rooken. De rook schilferde onmachtig en nutteloos uiteen tegen de starre ruit die veel te onverbiddelijk was.

[pagina 8]
[p. 8]

Maar nu kon Paul scherpzinnig waarnemen: dat de aarde als een blauw-glazen bol met een goud kruis er-op, evenwichtig rustte in de breede hand des Vaders; een stellige getuigenis uit Hem-zelf; een direct waargenomen getuigenis evenveel in zijn eigen persoon, als in de menschheid; verzichtbaard getuigenis midden zijn bibliotheek, tusschen de duizend boeken, Paul, na deze aanschouwing, bad het ‘Onze Vader’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken