Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het inwendig leven van Paul (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het inwendig leven van Paul
Afbeelding van Het inwendig leven van PaulToon afbeelding van titelpagina van Het inwendig leven van Paul

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (5.19 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het inwendig leven van Paul

(1923)–Karel van den Oever–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

IX Paul's nieuwe bekoring

In den voor-avond van Ons-Heer-Hemelvaart kuierde Paul langs den Rietdijk aan de Schelde; hij rookte lustloos een cigaret; de Rozenkrans in zijn broekzak knelde. Die morgen had hij gecommuniceerd en de gansche dag bleef hij bekoord: duisternis en dorheid; ook had hij een onbepaalde angst, want hij erkende zich-zelf noch bij de menschen, noch bij God: Paul was overgelaten gansch aan zijn eigen persoon, De inwendige verwarring werd in den namiddag spitsvondiger zonder eenige bezonnenheid: hij vond immers op tafel een brief. De H.H. Harten in een hoekje der enveloppe waren duidelijk: zuster Angelina, De verfrommelde brief haalde Paul met een sterke ruk uit zijn zak: hij las. ‘Klooster der Dochters van de H.H. Harten, Beste Paul! Pax tibi! Ik kom zooeven uit de Kapel; ik mediteerde over de mysteries van den Carmel; maar bereik niets, niets. Mijn medezusters meenen toch: Angelina weet alles over den Carmel; dit is ongeveer waar; ik weet. Echter bereiken

[pagina 30]
[p. 30]

zij en ik leid hen zonder bereiking. Waarschijnlijk is de Heilige Familie mij-zelf uitgegaan. Waarom toch? Ik ontdek geen “causa”. O, Paul, de pijn is sterk. Nu is de tentatie als suiker: een zoete. Zou Christus een andere weg voor mij wenschen? “Tu gaudium meum et honor meus, Domine!” Wat kan die andere weg zijn? De Heer moet gauw verklaren. Mijn kloosterkleed geurt nog van wierook uit het avond-officie: ik weet dat de Heilige Geest schuil gaat in dien geur; maar ik heb geen ‘breken des gemoeds’, en geen tranen daarbij. Verscheur ook deze brief, Paul, en antwoord niet.

Tota tibi in Christo,

Zuster Angelina.’

 

Als achteloos nam Paul de cigaret uit zijn mond en brandde ijverig bruine gaten in den brief. Carmelbruin, dacht Paul; de verkoolde papier-snippers dwarrelden langs den dijk. Zijn persoonlijke verhouding tot zuster Angelina had Paul gansch vergeten; eigen gemoedsverwarring hield ook meteen op; Paul kreeg het geestelijk resultaat van vroeger experiment terug

[pagina 31]
[p. 31]

dat niet elke innerlijke roep zuiver is en een objectief gezag alleen voorlichting geeft, als ‘stem’ naast ‘stem’ gehoord wordt; Sint Theresia was meer het cymbaal dat geluid gaf onder de uitwendige hand Gods dan een eigen-krachtig instrument; haar biechtvaders waren meer Sint Theresia zelf, dan zij zich-zelf was buiten de Kerk, Wanneer nu Paul aan eigen persoonlijke verhouding tot zuster Angelina terugdacht, verkoos hij daaraan niet te denken; hij wenschte bij haar voorloopig niet te onderkennen: sexueele reflexebeweging die motorische verwarring te weeg bracht in de verstandelijke aanschouwing, welke onbewust bereikt buiten het zinnelijk gevoel. De zielstoestand van zuster Angelina was precair: Paul doorzag het; Paul doórdacht het. Hij bad voor haar en herstelde zich levendig in de tegenwoordigheid Gods: de fijne oogen van Paul zagen boven de Schelde een zilvergroene Engel die een banderol uitspreidde ‘Si te ipsum in aliquo quaeris; statim in te deficis et arescis’; onmiddellijk wenschte hij dat God de aanschouwing dezer woorden van Thomas toelaten zou aan zuster Angelina.

[pagina 32]
[p. 32]

Toen deze aanschouwing bij Paul zelf verdwenen was zag hij een man, ver op den dijk: hij hield een lange scheepskijker scherp voór zijn één oog: een stoomboot zat pal in den oranje-horizont, Paul verklaarde zich-zelf dat die man onbewust God zocht uit kracht van een verlies, het Verloren-Paradijs-instinct welk verwijderde voorwerpen dichtbij in absoluut bezit begeert.

Paul deed zijn oogen groot-open als om de volle wereld te zien; hij bad: ‘Deus meus et omnia’ en ondervond meteen Jezus, sacramenteel in de kerk, rechts van zijn woning.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken