Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het inwendig leven van Paul (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het inwendig leven van Paul
Afbeelding van Het inwendig leven van PaulToon afbeelding van titelpagina van Het inwendig leven van Paul

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (5.19 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het inwendig leven van Paul

(1923)–Karel van den Oever–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XVII Paul in de Vespers

Elke Zondag-namiddag was voor Paul een inwoning in den Heiligen Geest: de stad porceleinachtigstil en hij hoorde binnen in hem een zeer geestelijke duidelijkheid; hij ondervond tevens de rust van God den Vader: Gods zelf-contemplatie als de Heiligste inwoner der stad. De stad verder: zeldzaam geheiligd; kerken, kapellen, kloosters (niet meer als dienst-

[pagina 59]
[p. 59]

knechten, echter als vrienden des Heeren): hun historische houding naar de ‘sol oriens’ en inwendig vol gedurig gebed ‘Kyrie, Kyrie eleison, Jezus, Jezus, beste Jezus! Allerzuiverste Jezus! Allergoedertierenste Jezus!’ En die gebedsgedurigheid: éen ziedend gesprek tusschen God en de ziel.

Zoolang deze Zondag-namiddag duurde wist Paul zich vóór den warmen mond van God den Vader onder den adem van zijn Hart. Hij wandelde alleen door de ledige straten, rookte cigaretten, las een stukje uit een buitenlandsch katholiek tijdschrift dat hij in den zak had, en overdacht godvruchtig den waarschijnlijken aard der wezenlijkheid van Christus' overschaduwing door de Heilige Geest. In het woord ‘overschaduwing’ lag voor hem het zoetst Geheim; eigenlijk zegde het Latijn ‘obumbratio’ hem veel meer; het was de koelheid der warmte; Paul begreep niet juist, maar éen verklaring had hij graag: het ingrijpen van het goddelijk verstand in de goddelijke Liefde.

Aan een eenvoudige voorstelling daarvan had hij

[pagina 60]
[p. 60]

weer onmiddellijk behoefte: Jezus' Doop-prentje uit de Gewijde Geschiedenis. En Paul zag het als een werkelijk gebeuren: de Heilige Geest, onder de schijngedaante der duif, pal in een stralende krans goudzwaarden boven Jezus; water en boomen verguld: onder een ‘gouden schaduw’. De aard-bal daarom als een bronzen volmaan: onder de ‘gouden schaduw’. Dat daarbij de Aarde een stem hoorde uit een holle wolk ‘Deze is mijn welbeminde Zoon’ gaf toen aan den aard-bal het onuitsprekelijk geluk der inwoning van de Heilige Drieëenheid in haar.

Paul was de stad uitgewandeld vóór deze overweging ten einde was: hij ging een dorpskerk binnen om de Vespers. Het ‘Dixit Dominus’ begon juist. Voor Paul waren de Vespers het heiligst tijd-moment van gansch de Zondag. Toen bad God-zelf, gansch voor zich-zelf. Elke psalm stond ver en hoog buiten tijd en aarde. Paul had geen aandacht voor den instrumenteelen mond: het koor, de kapelaans, de pastoor. De Remonstrans brandde in eigen adoratie; de gouden punten der kaarsen waren: onbewegelijke

[pagina 61]
[p. 61]

aanschouwing; de pastoor, versteven in heilig toezicht, onder aan den trap des autaars.

O, de vespers: God in-zich-zelf gekeerd tot de abstractie van den mensch toe; elke psalm: éen afwentelend goud-doek uit den hemel naar de aarde, van de aarde naar den hemel. In de kleurramen ontstak een Serafijnsche glimlach Gods; de zon verlichtte de inwendige muren met zeer oud, Bijbelsch licht; de Israëlitische atmosfeer der Profeten was waarneembaar achter Christus, in een hooger tijd.

O, de Vespers: de hoogste uitwendige zichtbaarmaking van de geestelijke oer-kern Gods; als de slag van een brekende ruit daarnaast: het neo-grieksch naturalisme, de kino-materialisatie, de verpolitieking des geloofs.

Telkens Paul de Vespers bijwoonde ontvielen hem, zooals aan Lazarus, de aardsche lijkdoeken en hij aanschouwde zijn God die vooraf om hem bad; het was hem een genot te weten hoe de instrumenteele Kerk, scherp en vast, de omtrek van het Psalm-beeld onmiddellijker de oer-kern Gods aanpaste, naar mate

[pagina 62]
[p. 62]

de kino-film de kontoereering van haar beeld op een aan-God-geledigde natuur dóortrok.

Paul mijmerde, na de Vespers, in een veldpad en zag op den verren, lagen straatweg een haastige automobiel loopen: een reuzen-spin.

En weêr ervaarde hij den indruk: een averechts en zeer gehaast verlangen van den mensch naar God den Vader, die echter overal op den straatweg was en, helaas, langs verre afstanden met grooten spoed wordt gezocht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken