Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 1 (ca. 1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 1
Afbeelding van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.12 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 1

(ca. 1907)–E. d'Oliveira–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

IV
Intermezzo.

De menigte is gestroomd naar buiten. Met groote schaduwschokken zijn de booglampen gedoofd.

Er is niets meer te hooren... Verstorven is alle geluid... 't is stil - stil...

Langs de wanden branden vlakkerende gasvlammen, geel; de spiegels staan in mist.

Spiegelglad ligt de dansvloer. Zwarte schaduwen zwerven er geluidloos over.

Stil... stil.

De zoldering leeft, beweegt; en op de balustrade beweegt 't.

De grauwe engelen zetten zich uit, en laten elkaar los, en dalen, dalen, schaduwstil, langs de pilaren, in de zaal; en als ze den spiegelenden dansvloer betippen met d'r voeten, vallen donkere kleeren hun om, en ze worden Antwerpsche mannen en vrouwen, die huppelen spook-stil over den spiegelvloer, met vreemd-slappe leden, en de lijvend lillend mee, bij iedere pas...

De verliefde engelen boven de tribuun worden bleek en stijf, en staan kil op, draaien langzaam hun koppen om; lijkgrauw, waarin de oogen schitteren als levenlooze zwarte kralen. En ze dalen in de zaal en worden zwarte Antwerpenaars, en strompelen onhandigslap, over den gladden vloer...

Stille, stille, gaat de zwarte troep: slap, lamlendig, naar 't buffet, willoos voort; de waard zet schuimende pinten, en de zwarte lieden pakken ze bij d' ooren, met slappe handen en elastieken armen, zwaaien ze door de lucht; vloeistof valt uit schuine glazen, verstuifd in de lucht, luidloos.

Met zwaaiende armen, en kwakkelende beenen, stappen stil de gedaanten door de zaal. Hun koppen zijn vuurrood, monsterachtig gezwollen. Voorop de hypnotiseur, d' oogen karbonkelend, cylinder

[pagina 48]
[p. 48]

hoed schuin, zwaait met stok. Naast hem de hongerige reporter, de kleurlooze baard verward, sluik de haren over wit gelaat, koortsig glanzend d'oogen. Aan z'n arm... ja!... de rijzige dame uit 't park, de lillende beenen kwakkelend door de lucht, en de dikke lippen wellustig trillend.

De cylinder-man gaat voor, naar 't midden van 't spiegelvlak, en legt den doffen hoed, met schokkige bewegingen, stil neer.

Dan geven de spoken elkander 'n hand, en dansen met losse gebaren rondom, rondom den doffen hoed, en zwaaien hun beenen óp, - de broeken fladderen om de dunne spillen, - en schudden hun bollen, en glijden over de vloer. Dan trekke z'elkaar met slappe leên, en naderen den hoed; en trachten, met schuddende koppen en waggelende lijven, elkander te trekken òver den hoed.

En boven hun armen zweven de pinten, rytmisch bewogen in dans.

Dan dalen van boven de reine vrouwen, met witte gewaden, omlaag.

Hun haren zijn zwart, en gerold tot hooge punten, die vallen als glanzende mutsen op voorhoofd.

En de rijzige vrouwe treedt hen tegemoet, in iedere hand 'n schuimend glas bier, en kankaneert voor den stoet, het dof gewaad zwart zwierend...

De witte kleeden vallen geruischloos en met lillende borsten en volle buiken en vette armen, - staan nu de wijven naakt in den kring...

Op de balustrade staat de baardige jonge man uit 't park, haren zwart verward op sneeuwwit gelaat, en beweegt z'n mensche-armen in wijde gebaren... dàn wijst wanhopig ten hemel...

Maar de naakte wijven met hooge kapsels blazen, schetterend plots, op koperen trombones en de heele stoet van zwart-slappe gedaanten spring-glijdt over de spiegelende vloer.

Voorop kankaneert de rijzige jonge vrouw, wellustig verwringend d'r lillende lijf, en werpend hòòg-op d'r beenen...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken